Rabbijn en predikant in gesprek over de mens
De mens is naar Gods beeld geschapen, dat hoor je in de kerk en in de synagoge. Maar wat wordt daar eigenlijk mee bedoeld? En wat betekent dat voor het dagelijks leven? Zo op het eerste gezicht zijn het brede vragen om een gesprek met een rabbijn en een dominee te beginnen. Maar Corrie Zeidler, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente Utrecht en joods geestelijk verzorger bij Justitie, komt meteen ter zake. “In het jodendom betekent het naar Gods beeld geschapen zijn dat elk mens een ‘goddelijke vonk’ in zich heeft. Dit houdt in dat mensen partners van God zijn op aarde, waarbij de hemel van God is en de aarde van de mens.” Ze wijst op het scheppingsverhaal in Genesis 1:26. “God zegt daar: ‘Laten wij een mens maken, naar ons beeld.’ Die passage impliceert bovendien dat man en vrouw tegelijkertijd zijn geschapen, wat de gelijkwaardigheid van beide geslachten benadrukt.” Het goede doenWinanda de Vroe, predikant van de Protestantse Gemeente Oisterwijk, veert verheugd op. “Zo denk ik er ook over, jazeker.” Zij is, benadrukt De Vroe, niet iemand die zegt dat de mens ‘in zonde ontvangen is’, zoals de christelijke traditie ook leert. Stellig: “Dat is niet echt mijn wereldbeeld en ook niet mijn geloofsbeeld. Het Nieuwe Testament, en met name Johannes, legt sterk de nadruk op de mens als een zondig wezen en het idee dat Jezus is gekomen om de zonden van de mensen te verzoenen. Ik had daar tijdens mijn studie theologie aan de Vrije Universiteit al moeite mee.” Tegelijkertijd ontkent ze niet dat de mens een schaduwkant heeft. “Natuurlijk zie ik dat.” Zeidler wijst op het verhaal van Noach. “Daar lezen we dat God spijt had dat hij de mens en de wereld had geschapen. En toen is hij opnieuw begonnen.” De Vroe: “Met de enige rechtvaardige, ja. De Bijbel spreekt over de slechte neigingen van de mens, maar er is altijd de mogelijkheid om het goede te doen, zoals je ziet in dit verhaal. Ik denk juist dat we dat moeten benadrukken, dat we moeten oproepen om het goede te doen, dat we altijd de voorwaarden moeten scheppen om het goede mogelijk te maken.” Joodse oorsprongDe Vroe houdt zich al jaren intensief bezig met de joodse oorsprong van het christendom. Dat heeft haar kijk op het geloof doen kantelen. In de loop van de tijd kwam ze tot het inzicht dat veel van de christelijke dogma's en tradities lang niet altijd in lijn zijn met de oorspronkelijke boodschap van de Bijbel. Zo veranderde haar visie op Jezus. “Waar ik eerder Jezus als de Christus beschouwde, ben ik Hem meer gaan zien als een Joodse leraar en broeder die de mensen oproept tot verantwoordelijkheid en het maken van morele keuzes.” Rabbijn Zeidler knikt instemmend: “Jezus was ook gewoon een Joodse rebbe die met een aantal leerlingen door het land reisde. Hij riep mensen op tot verantwoordelijkheid en wees hen op hun morele plichten. Ik denk dat je als christen de figuur van Jezus in die context pas echt kunt begrijpen.” Goed en kwaadTerug naar het onderwerp waarmee we het gesprek begonnen. Want als de mens naar Gods beeld geschapen is, wat betekent dat dan concreet? Zeidler: “Dit houdt in dat mensen autonoom zijn en de mogelijkheid hebben om keuzes te maken, inclusief het maken van keuzes tussen goed en kwaad.” Ze legt uit dat de verantwoordelijkheid van de mens om goed te handelen en de medemens als gelijkwaardig te beschouwen, centraal staat in de joodse ethiek. “Dit betekent dat het leven volgens de opdracht van God, vooral in de relaties met anderen, van groot belang is.” Verzoening is daarbij een sleutelwoord, zo blijkt. “Ik geloof dat verzoenen met andere mensen van groot belang is en dat het een verantwoordelijkheid is die elke persoon moet nemen.” Ze benadrukt dat het essentieel is om eerst verantwoordelijkheid te nemen voor je daden tegenover anderen, voordat je vergeving van God kunt vragen. “Dit houdt in dat als je iemand iets kwaad hebt aangedaan, je niet alleen God om vergeving moet vragen maar je het eerst moet goedmaken met de persoon die je pijn hebt gedaan.” Zeidler zelf reflecteert regelmatig op haar daden, bijvoorbeeld tijdens een avondgebed waarin ze God vergeving vraagt voor haar fouten en ook vergeving geeft aan anderen. “Dit ritueel helpt om de dag af te sluiten met een schone lei. Dit proces van verzoening is niet alleen individueel, maar ook collectief, vooral binnen de gemeenschap, zoals tijdens Jom Kippoer (Grote Verzoendag, gjk).” De Vroe: “Als ik voorga als predikant bid ik om vergeving voor wat wij de ander misschien hebben aangedaan zonder er erg in te hebben.” Dat doet ze bewust ook bij uitvaartdiensten. “Zo breng je onopgeloste zaken gezamenlijk bij God, zonder dat dit altijd rechtstreeks naar elkaar uitgesproken hoeft te worden. Dit biedt een gelegenheid voor de gemeenschap om samen te reflecteren op en te verzoenen met wat er niet goed is gegaan. Dat kan helpen om verder te kunnen gaan in het leven.” Betere versieVergeving en verzoening kan soms een onmogelijke opgave zijn. De Vroe: “Er zit wel een grens aan mijn vergevingsgezindheid.” Ze verwijst naar een verhaal van een vrouw die haar geliefde, een christelijke evangelist in Algerije, had verloren en de moordenaars vergeving bood. “Ze schreef een brief aan die moordenaars, moslimextremisten, dat ze van hen houdt, omdat God ook van hen houdt. En toen dacht ik, dat zou ik nou nooit kunnen.” Zeidler vertelt dat ze een aantal dagen in de week als gevangenisrabbijn werkt en zodoende ook bij veroordeelde criminelen in de cel komt. Ze gelooft dat iedereen, zelfs degenen die ernstige misdaden hebben gepleegd, de mogelijkheid heeft om te veranderen. Al valt dat niet altijd mee, erkent ze. “Het kan moeilijk zijn om deze vonk te zien in mensen die ernstige misdaden hebben gepleegd, omdat zij daarmee de goddelijke vonk in een ander hebben gedoofd.” Hoe gaat zij daarmee om? “Ik ben geen rechter, geen politie, ik hoef niet te ondervragen. Ik ben daar puur om te proberen om in de mens die tegenover me zit de goddelijke vonk te zien, ongeacht zijn daden. Ik benader iedereen altijd met het voordeel van de twijfel. Ik probeer ze handvatten te geven om een beter mens te worden, een betere versie van zichzelf.” Persoonlijk verantwoordelijkZeidlers ervaringen in de gevangenis hebben haar geleerd dat verandering alleen mogelijk is als de persoon tegenover haar zelf bereid is om het roer om te gooien. “Ik kan ideeën en teksten aanbieden, maar uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid voor verandering bij de individuen zelf. Dit laat meteen weer de opdracht van de persoonlijke verantwoordelijkheid zien en de kracht van vergeving, zowel naar anderen als naar jezelf.” Ze haalt koning David aan als een voorbeeld van iemand die veel fouten maakte, maar toch een belangrijke rol speelt in de geschiedenis en de traditie. “Ondanks zijn zonden wordt er gezegd dat de Messias uit zijn geslacht zal komen. Dit illustreert dat zelfs mensen die ernstige fouten hebben gemaakt, zoals David, nog steeds een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de mensheid, en dat er altijd ruimte is voor vergeving en herstel.” lees verder |
||
Ds. Matthijs Geluk: “De kerk is een stem voor kwetsbare groepen in samenleving”
Hoe ervaar je je roeping?"Roeping betekent voor mij de overtuiging dat je het goede doet. Ik had vroeger nooit kunnen bedenken dat ik op deze plek zou terechtkomen. Dat ervaar ik als leiding van boven. Het is voor mij iets dynamisch: je bent als christen geroepen om te leven als leerling van Jezus. Daarin ga je een weg. Zeker bij het wisselen van baan denk je na over de richting die je moet inslaan. Als ik terugkijk zie ik een rode draad die verdergaat dan alleen die specifieke keuzemomenten.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Dat ik echt ergens ‘voor kan gaan', en niet alleen werk voor mijn inkomen. Daarnaast vind ik goede relaties met anderen en een basis van vertrouwen belangrijk in mijn werk.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?“Sinds ik bij Epafras aan de slag ben, werk ik bewust weer op kantoor. Werk en privé zijn dan beter te scheiden. Als ik merk dat ik te veel tijd achter een scherm doorbreng, helpt het om een goed boek te pakken en te verdwalen in een verhaal.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“De bezoeken aan gedetineerden zijn altijd indrukwekkend. Ik vind het ook leuk om voor groepen te staan, en in een gemeente of op school iets te vertellen over het werk van Epafras. Voor mij is het dagelijkse kost, maar voor veel mensen staat het ver van hun bed. Het is mooi om dat dichterbij te brengen.” Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?“Een cursus leidinggeven. Daarin leerde ik te kijken naar mezelf, hoe ik reageer op anderen en in bepaalde situaties. Een erg leerzaam traject.” Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor medemens en schepping?“Ik denk dat iedere lokale kerk moet kijken wat er in de eigen omgeving op haar pad ligt. Reageer op wat er gebeurt in je buurt en laat mensen daarin tot hun recht komen. Vanuit mijn eigen werk denk ik dan aan gedetineerden. Zij vormen een heel specifieke groep binnen onze samenleving, maar ze horen er wel bij. Jezus leert ons barmhartig naar hen om te zien. Onze overheid roept dat het gevangenisregime strenger en soberder moet. Dat klinkt ferm, maar het helpt niemand. Als je strenger straft, krijg je mensen die harder ‘afgerost’ zijn en niet toegerust op terugkeer in de samenleving. Welk probleem los je daarmee op? Als mensen hun straf hebben uitgezeten, moeten ze weer opnieuw kunnen beginnen. Als je als kerk je verantwoordelijkheid wilt nemen, dan moet je tegen dit soort stemmen opstaan en zeggen: hoor eens, dat doen we zo niet.” Welk boek, welke serie, film of welke podcast raad je collega’s aan?“De laatste jaren dat ik in Peru werkte heb ik een cursus gedaan naar aanleiding van ‘The Forgotten Ways’, een boek van Alan Hirsch, een missioloog uit de pinksterbeweging. Hij dwingt je om terug te gaan naar de betekenis van het evangelie. Veel kerken worstelen met vragen als ‘hoe krijgen we de kerkenraad voltallig’ of ‘hoe houden we ons gebouw in stand’. Het boek leert je op een nieuwe manier te kijken naar kerk en kerk-zijn in deze tijd.” Is er een bijbeltekst die met je meegaat?“Filippenzen 4:4: ‘Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd.’ Deze tekst stond centraal in mijn intredepreek. Het gaat over vreugde. Ik vind dat de kern van waar het in de kerk om draait. Er spreekt hoop uit het evangelie. De vreugde in Christus is iets dat blijft staan, ook als het leven zwaar wordt. Het zorgt ervoor dat mensen in de meest bizarre omstandigheden niet verzuren. Tijdens bezoeken aan gedetineerden merk ik dat zij ondanks alles soms ook een bepaalde rust mogen vinden. Ze dragen het omdat ze putten uit de bron van het geloof.” Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“Dat er meer vanuit de vreugde wordt gedacht en minder vanuit hokjes en vakjes. Er is zoveel dat ons samenbindt! Vandaaruit kun je zoeken naar een eenvoudige manier van kerk-zijn waarin je zonder schaamte of terughoudendheid het geloof met elkaar kunt delen. Ik hoop op een kerk die op een frisse manier openstaat voor ‘buiten’. We moeten niet vasthouden aan wat geweest is. De kerk is niet het gebouw of de predikantsplaats, maar de plek die je terugbrengt naar de kern van het evangelie.” >> Matthijs Geluk schreef mee aan de overdenkingen in de veertigdagentijdkalender van de Protestantse Kerk. Wil jij ook bewust toeleven naar Pasen? Meld je aan voor de online veertigdagentijdkalender, en ontvang elke dag nieuwe inspiratie in je mailbox. Aanmelden voor de online veertigdagentijdkalender lees verder |
||
Bethelkerk Scheveningen: eigentijdse kruiswegstatie vertelt het lijdensverhaal
De Bethelkerk in Scheveningen wil de Bijbel verstaanbaar maken voor mensen van vandaag. Dat doet ze onder meer met het project De Nieuwe Passie, waarin gezocht wordt naar eigentijdse vormen om het lijdensverhaal te verbeelden. Dit jaar maakte ontwerper Floris Hovers een moderne kruisweg. In veertien staties vertelt hij in zijn kenmerkende minimalistische stijl het passieverhaal. Tot de verbeelding“Kunst en muziek helpen mensen om te bezinnen. Beelden raken soms meer dan woorden”, zegt Gerco Lock, predikant van de Bethelkerk en initiatiefnemer van De Nieuwe Passie. Sinds 2021 vraagt hij een kunstenaar, schrijver of fotograaf iets te maken of samen te stellen bij het lijdensverhaal. Eerder waren dat Marc Mulders, Willem Jan Otten, Paul van Dongen en Maarten Corbijn. Lock: “We hebben veel geluk gehad met Marc Mulders die ik als eerste kunstenaar benaderde, daarna wilden de anderen ook meedoen. En blijkbaar spreekt het lijdensverhaal veel mensen aan, het is in de kunstgeschiedenis niet voor niets het meest verbeelde verhaal.” OnthullingDe onthulling van de kruisweg is op Palmzondag, 13 april om 19.00 uur. Het wordt een complete uitvoering, met muziek door het orkest van Ars Musica. Hovers bouwt de 14 scènes voor in de kerk stap voor stap op, de kruisweg ontstaat dus tijdens de dienst. “Hovers heeft gevraagd of we dit van bovenaf kunnen filmen”, vertelt Lock. “Op het grote scherm kunnen we dan laten zien hoe hij aan het bouwen is. Verhaal en muziek versterken elkaar.” GemeenteprojectDe Nieuwe Passie is behalve een voorstelling met kunst en muziek ook een gemeenteproject. In de Stille Week maakt Gerco Lock in de vespers gebruik van de moderne kruisweg. Deze vespers zijn te bezoeken en online te volgen via de website van de Bethelkerk. Verder sluiten verschillende gesprekskringen aan bij de kunst, en de kinderen maken bij de kindernevendienst hun eigen kruisweg. “De kerk is in de Stille Week regelmatig open, dan kunnen mensen komen kijken. We nodigen zelf ook groepen uit. Zo kwam vorig jaar een groep roep uit het verpleeghuis in de wijk. Veruit de meeste bezoekers, ook tijdens de onthulling van de kruisweg op Palmzondag, komen van buiten de kerk.” Lock denkt alweer na over volgend jaar. “Pasen is toch het hoogtepunt van het kerkelijk jaar, en de periode die eraan voorafgaat spreekt veel mensen aan, velen willen iets met verstilling. Met De Nieuwe Passie sluiten we daarbij aan.” >> In 2021 stond de Bethelkerk centraal in een uitzending van Petrus in het land, nog te bekijken via npostart.nl. lees verder |
||
Tijdlijn en aandachtspunten voor jaarrekening 2024
Over een paar maanden wordt het boekjaar 2024 afgesloten. De Classicale Colleges voor de Behandeling van Beheerszaken (CCBB’s) zijn, mede in verband met de ANBI-status van de Protestantse Kerk, verplicht een strak schema aan te houden voor de inleverdatum van de jaarrekening. Uiterlijk 15 juni 2025 moeten de jaarrekeningen over 2024 ingeleverd zijn. In onderstaand overzicht een tijdlijn, die je ook kunt afstemmen met een extern boekhoud- of accountantskantoor. De onderstaande tijdlijn is een advies, je kunt deze aanpassen aan de vergaderdata van je colleges. De einddatum is wel verplicht; alleen om gegronde redenen kan uitstel worden aangevraagd bij het CCBB. Zodra de jaarrekening 2024 is ingediend en deze is afgehandeld, kan de meerjarenraming 2025 gemaakt worden. Tijdlijn 2025
Aandachtspunten bij jaarrekening 2024Het CCBB zal bij de beoordeling van de jaarrekening letten op onderstaande aandachtspunten:
Richtlijn begroting en jaarverslaggevingHet GCBB heeft de richtlijn Begroting en Jaarverslaggeving op enkele belangrijke onderdelen aangepast:
Een overzicht van alle richtlijnen vind je in FRIS bovenaan het scherm Richtlijnen. lees verder |
||
Protestantse Gemeente Leusden schrijft paasgroeten aan gedetineerden
lees verder
|
||
Geef kinderen in armoede een tas vol verrassingen voor de zomervakantie
Voor veel diaconieënVerder lezenHoe kom je als diaconie armoede op het spoor? is het een jaarlijkse, goede gewoonte: ze organiseren de Actie Vakantietas voor kinderen in hun eigen omgeving. Ook in Haarlem slaan veertien kerken ieder jaar de handen ineen om zo’n tweehonderd kinderen blij te maken met een goedgevulde vakantietas. Afgelopen zomer was het groot feest tijdens het uitdeelmoment van de tassen. Er was gekozen voor een nieuwe opzet: de kinderen mochten zelf hun cadeautjes kiezen. Met twintig virtuele punten konden ze hun favoriete spullen uitzoeken, zoals een voetbal, spelletjes, lippenbalsem, een bioscoopbon of een zwemkaartje. "Die blije gezichtjes als ze naar buiten komen met hun spulletjes, dat is waarvoor we dit doen," vertelt Gerjanne de Vries, diaconaal werker in de Lutherse Kerk in Haarlem en lid van de werkgroep Actie Vakantietas. De feestvreugde bleef niet beperkt tot het uitdelen van de tassen. Buiten stonden een springkussen en een ijskraam, en er waren een goochelaar en een schminker. Ook verzorgde SportSupport sport- en spelactiviteiten. "Voor deze kinderen is de zomervakantie niet altijd een feestje," zegt De Vries. "Daarom willen we hen een leuke middag bezorgen." Doe mee met Actie VakantietasIn 2025 gaat de werkgroep in Haarlem door met de actie en willen ze nóg meer kinderen blij maken. En dat kan ook in jouw gemeente! Er zijn veel manieren om bij te dragen: van het vullen van tassen met cadeautjes tot het organiseren van een feestelijke uitdeelmiddag. Veel vrijwilligers doen graag mee. "De een koopt cadeautjes, een ander schenkt limonade. Samen zorgen we voor een stukje omzien naar elkaar, gewoon hier in de buurt," vertelt Gerjanne de Vries. StappenplanDe Protestantse Kerk heeft een handig stappenplan waarmee je de actie eenvoudig kunt organiseren met je kinderclub, jeugdgroep of hele gemeente. Op protestantsekerk.nl/vakantietas vind je alle informatie over hoe je zelf Actie Vakantietas op kunt zetten en zo kinderen in armoede een onvergetelijke zomer kunt bezorgen. >> Bekijk hier een filmpje over de uitdeelmiddag in Haarlem:
lees verder |
||
Ambulant predikant haalt druk van de ketel in Driel en Heteren
In vacaturetijd is het belangrijk dat de dagelijkse gang van zaken door kan gaan. Vaak kiest een gemeente in dat geval voor een ambulant predikant. Een ambulant predikant werkt altijd tijdelijk in een gemeente, voor vervangingswerk. Met Marieke Muijen werd afgesproken dat ze in beide gemeenten voorgaat in diensten, pastoraal werk verricht en de kerkenraden ondersteunt in hun werk. Ook draagt ze waar nodig bij aan de continuïteit van gespreksgroepen en kinder- en jeugdwerk. Goede match“Toen we wisten dat onze predikant weg zou gaan, namen we contact op met de mobiliteitspool”, vertelt Koert de Langen, kerkenraadsvoorzitter van de Protestantse Gemeente Driel. “En toen ging het allemaal snel en soepel. We vulden een formulier in waarin we een profielbeschrijving gaven van wat we van een ambulant predikant verwachten.” Drie weken later zaten de gemeenten om de tafel met Marieke Muijen, voorgedragen door de mobiliteitspool die erop gericht is een goede match te maken. Sinds september 2024 is ze aan de slag in de beide gemeenten: 12 uur in Driel, 8 uur in Heteren. Muijen stapte in mei 2024 naar de mobiliteitspool naar aanleiding van een vacature voor ambulant predikant. “Zo’n tijdelijke aanstelling leek me wel wat. Een beroep naar een gemeente heeft een hoge drempel voor me vanwege een onaangename ervaring na een eerder beroep.” Prima combinatieAl snel kwam de vraag uit Heteren en Driel. Muijen was al eens gastvoorganger geweest in Heteren, dus kende de situatie daar al een beetje. Ze was ook al eerder ‘ambulant’ geweest vanwege twee langere periodes van structurele hulpdiensten. Ze kan deze halve baan prima combineren met haar werk als geestelijk verzorger. “En voor mij persoonlijk is het ook een vraag: hoe voelt dit zonder direct een beroep aan te nemen? Verder vind ik het mooi om gemeenten van dienst te kunnen zijn die in een vacatureperiode zitten. Het haalt daar de druk van de ketel.” Een uitkomst“In deze vacaturetijd is een ambulant predikant, zeker met de kwaliteiten van Marieke, echt een uitkomst”, zegt Berry Burghout, voorzitter van de kerkenraad van de Vloedschuurgemeente Heteren. “En omdat we al samen met Driel een predikant hadden, lag een gezamenlijke ambulant predikant voor de hand. We zijn beide kleine gemeenten, samen heb je meer mogelijkheden. Bovendien zijn we aan het kijken hoe we de samenwerking die er al is, uit kunnen breiden. Jongerendiensten, de paascyclus, het adventsproject, de zomerdiensten, de ontmoetingsdiensten en bijvoorbeeld Sirkelslag en kliederkerk doen we al samen. Samenwerken zorgt ervoor dat we een betere invulling kunnen geven aan kerk-zijn in deze tijd.” FlexibelMarieke is echt de juiste persoon op de juiste plek, constateert Koert de Langen. “Vanaf het eerste moment loopt alles uitstekend. Ook kerkelijk gezien past ze goed. En ze kan advies geven in het samen optrekken als gemeenten. We zijn wel echt verschillende gemeenten, het kijken naar verdere samenwerking doen we voorzichtig.” Voor Berry Burghout had het ook niet beter gekund. “Marieke is heel fijn om mee samen te werken, en ze is heel flexibel. En leuk is dat we met haar ook aan het nadenken zijn over hoe je andere typen mensen kunt betrekken.” ProfielbeschrijvingDriel en Heteren gaan nu gezamenlijk een profielbeschrijving voor een nieuwe predikant maken en daarna de vacature stellen. Burghout: “We zijn nu bezig met de randvoorwaarden: hoe is de financiële draagkracht, en voor hoeveel procent mogen we een predikant beroepen? Het zal niet makkelijk worden om een predikant te vinden, veel gemeenten in onze regio zijn vacant.” > Meer informatie over inzetten van een ambulant predikant lees verder |
||
Wat is Biddag voor Gewas en Arbeid?
Veel protestantse gemeenten vieren in het voorjaar op de tweede woensdag in maart Biddag voor Gewas en Arbeid, ook wel kortweg biddag genaamd. Biddag is een Nederlandse christelijke feestdag in de protestantse traditie, die verbonden is met de dankdag voor gewas en arbeid in het najaar. In 2025 valt biddag op 12 maart, hoewel sommige plaatsen en gebieden bid- en dankdag op afwijkende data vieren. In veel kerkelijke gemeenten die zich verbonden weten met de hervormde en gereformeerde tradities in de Protestantse Kerk in Nederland worden op biddag een of meerdere erediensten gevierd. Sommigen nemen een hele dag vrij van hun werk om deze diensten bij te wonen, andere nemen ’s avonds na hun werk deel aan een dienst. Overige gemeenten vieren op de zondag die volgt op biddag een speciale gebedsdienst, waarin de nadruk ligt op bidden en danken. Maar wat wordt er eigenlijk gevierd en beleden op biddag? En waar komt biddag vandaan? De oorsprong van biddagHet vieren van bid- en dankdag heeft zijn oorsprong in de middeleeuwse bededagen. De zogenaamde quatertemper- en kruisdagen (rogationes minores of litaniae minores) worden als de voorlopers van de Nederlands-protestantse bid- en dankdag beschouwd. Dit waren dagen van bezinning, gebed, vasten en boetedoening, aan het begin van elk van de vier seizoenen (quatertemperdagen) en in tijden van nood en gevaar (kruisdagen). Tijdens de kruisdagen was het gebruikelijk om te bidden om Gods zegen voor de vruchten van de aarde in een processie (openbare belijdenis van het geloof in een plechtige rituele optocht), waarbij de priester met een kruis door de velden trok. Toen vanaf de zestiende eeuw de Reformatie vorderde, heeft een deel van de reformatorische kerken in Nederland de traditie van de bededagen overgenomen. Lokale tradities rondom biddagOp de Synode van DordrechtVerder lezen400 jaar Dordtse Synode: het beste overkómt ons is besloten dat er in tijden van oorlog, honger en andere rampen zoals watersnood massaal gebeden en gedankt zou worden. De overheid kondigde aan wanneer een bid- of dankdag gehouden werd. Gedurende de zeventiende eeuw werd in Overijssel een vaste dag om te danken ingesteld. Naarmate de samenleving in de negentiende eeuw steeds meer industrialiseerde, veranderde ook de liturgische praktijk van de dankdag voor gewas naar een dankdag voor gewas én arbeid. Daarnaast werd tegenover dankdag in het najaar ook een vaste dag om te bidden in het voorjaar ingesteld. Tot op heden wordt er op bid- en dankdag gebeden en gedankt voor Gods zegen voor de oogst en het werk, hoewel er in de hedendaagse postindustriële samenleving ook meer in het algemeen wordt stilgestaan bij het welzijn van de familie en gemeente, de economie en de (politieke) ontwikkelingen in de wereld. Tegenwoordig worden bid- en dankdag voor gewas en arbeid landelijk op respectievelijk de tweede woensdag in maart en de eerste woensdag in november gevierd, hoewel plaatselijke en provinciale gebruiken hiervan kunnen afwijken. Biddag in vissersdorpenVerschillende plaatsen kennen lokale tradities waarmee bid- en dankdag worden vormgegeven. Zo wordt er in diverse oorspronkelijke vissersdorpen, zoals Katwijk aan Zee en Arnemuiden, in (hervormde) gemeenten ook gebeden en gedankt voor Gods zegen voor de visserij. Men spreekt in deze gemeenten ook wel van Bid- en Dankdag voor Gewas, Arbeid en Visserij. In het vissersdorp Urk wordt sinds de negentiende eeuw vanwege het seizoen van de visserij biddag al op de tweede woensdag in februari gevierd, en dankdag op de laatste dag van het jaar. In het verleden kwamen de vissers rond het kerstfeest naar huis, waarna de schepen ongeveer zes weken in de haven bleven liggen. De Zuiderzee was gedurende de wintertijd immers veelal dichtgevroren, waardoor weinig tot niets gevangen kon worden. Het ontbreken van verdiensten en de bittere armoede die hiervan het gevolg waren vormden aanleiding voor het ontstaan van de ‘biddag voor de visserij’ die na de magere winterperiode aan het begin van het nieuwe visseizoen in februari werd gevierd. Ook tegenwoordig blijft tijdens ‘bidweek’ (de week rondom biddag) de gehele Urker vissersvloot aan wal liggen, en wordt er niet gevist maar worden er slechts reparaties aan de schepen verricht tijdens de weekdagen buiten biddag. In de omgeving van Ouddorp worden de diensten voor bid- en dankdag ook gehouden op de zondag die volgt op deze dagen, om de vissers de mogelijkheid te geven om de diensten bij te wonen. In de Zeeuwse stad Tholen worden bid- en dankdag op respectievelijk de laatste woensdag in februari en de derde woensdag in november gevierd, omdat in het verleden in verschillende gemeenten de rol van dominee vacant was. Het was voor een dominee van elders gemakkelijker om de (vóór de aanleg van de deltawerken) afgelegen Zeeuwse eilanden op afwijkende dagen te bezoeken om een eredienst te leiden. Dankdag wordt in Zeeland daarnaast traditioneel veelal op de laatste woensdag van november gevierd, omdat in het verleden op de eerste woensdag van november (het moment van de landelijke dankdag) vaak nog niet alle bieten geoogst waren van het veld. Wat vieren we op biddag?Wat wordt er op biddag gevierd en beleden? Biddag is een dag waarop traditioneel in het voorjaar speciaal gebeden wordt om Gods zegen voor de oogst en het werk, maar in bredere zin ook voor het welzijn in de familie en gemeente, de economie, de samenleving en de wereld. Deze dag wordt met name gevierd in kerkelijke gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland die zich verbonden weten met de hervormde en gereformeerde tradities. Hoe vieren mensen biddag vandaag?Het vieren van biddag is God vragen om Zijn zegen voor jouw leven en werk, en dat van anderen. Je belijdt op deze dag dat Hij de bron van al het goede in de wereld is, en dat wij mensen afhankelijk zijn van Zijn genade. Het is zodoende ook een moment van bewustwording. Je getuigt op bid- (en dankdag) van Zijn genade, door stil te staan bij de goede dingen die Hij je heeft gegeven in je persoonlijke leven en aan deze wereld, waarvoor wij mensen dankbaar mogen zijn. Je vraagt God in je gebed om ook in het komende jaar weer Zijn genade te schenken aan deze wereld. Maar je herkent daarnaast ook dat bijvoorbeeld de welvaart en veiligheid van de samenleving waarin je leeft niet vanzelfsprekend zijn, en niet op alle plaatsen in de wereld in gelijke mate gegeven zijn. Velen in deze wereld leven in armoede en onzekerheid en ervaren onrecht, en je vraagt God in je gebed op biddag daarom ook om gerechtigheid voor allen in deze wereld en voorspoed voor de minderbedeelden. Veel kerkelijke gemeenten organiseren in de periode van bid- en dankdag daarom ook acties waarbij gaven gegeven kunnen worden ten nutte van de minderbedeelden of mensen die onrecht ondervinden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van het doneren van kleding, voedsel of andere goederen, of door een financiële bijdrage te geven ten behoeve van een goed doel. Ook hierdoor kun je getuigen van Zijn genade, omdat Hij je in staat heeft gesteld als welvarend mens te kunnen geven aan anderen. Daar waar mensen barmhartig zijn en liefde naar elkaar tonen wordt immers het Koninkrijk van God zichtbaar. Bid daarom op biddag én op alle andere dagen in het jaar om Gods zegen en genade voor allen in deze wereld. lees verder |
||
Nieuw! Stappenplan vernieuwing voor een oplossing die werkt
Steeds minder leden, geen jongeren in de kerk, gebrek aan geld – uitdagingen genoeg voor geloofsgemeenschappen in deze tijd. Vaak weten ze wel dat er iets nieuws nodig is, maar het blijkt lastig om de eerste stap te zetten. Het stappenplan vernieuwing laat zien hoe je tot een werkbare oplossing kunt komen voor een situatie, probleem of lastig te realiseren kans. Het helpt om op een gestructureerde manier te werken aan vernieuwing binnen de gemeente. Vernieuwing belangrijk voor elke kerkNou roept het woord vernieuwing voor sommige gemeenten misschien in eerste instantie weerstand op: is het niet goed genoeg zoals het is? Maar vernieuwing is belangrijk voor elke kerk, stelt het visiedocument Van U is de toekomst. Het is goed om te innoveren als de wereld om je heen verandert. Niet voor niets luidt een protestantse uitdrukking: ecclesia reformata semper reformanda. De kerk dient steeds opnieuw ‘hervormd’ te worden. Stappen in het stappenplanHet stappenplan begint bij ‘jouw idee’ en leidt via de stappen 'jouw team’, ‘verken de context’, ‘herformuleer de uitdaging’, ‘ontwikkel de uitdaging’, ‘ontwikkel ideeën’, ‘maak prototypes’ naar ‘test en verbeter’. Voor elke stap zijn er specifieke werkvormen en hulpmiddelen beschikbaar om het proces te faciliteren en te ondersteunen. Draagvlak in de gemeenteVernieuwing is essentieel, maar als het zonder een doordachte aanpak gebeurt, kan het leiden tot onbedoelde negatieve gevolgen. Zonder een duidelijke strategie en betrokkenheid van de juiste mensen kan weerstand in de gemeente ontstaan, treedt focusverlies op, worden te snel grote stappen gezet en leidt dat tot mislukte initiatieven en frustratie en demotivatie bij zowel de kerkenraad als de gemeenteleden. Dit stappenplan helpt kerkenraden om zorgvuldig en doordacht te werk te gaan, zodat vernieuwing niet alleen wenselijk wordt, maar ook duurzaam en gedragen binnen de gemeente. Ga naar: Vernieuwen - stappenplan. lees verder |
||
Studentenpastoraat: van start met de subsidieaanvraag 2026-2031
Zinvolle presentie te midden van 0,8 miljoen wo- en hbo-studenten en 0,5 miljoen mbo- studenten is een wezenlijk onderdeel van de roeping van de Protestantse Kerk in Nederland. Daarom ondersteunt zij de studentenpastoraten en nieuwe studenteninitiatieven middels een projectsubsidie van maximaal vijf jaar. Wat en voor wie?De subsidie betreft een bijdrage in de salariskosten (70%) van de studentenpastor. De Protestantse Kerk biedt deze ondersteuning vanuit de Solidariteitskas, beheerd door de Commissie Steunverlening. Niet alle aanvragen hoeven een looptijd van vijf jaar te hebben. Ook korterlopende projecten, die binnen de periode 2026-2031 aangevraagd worden, kunnen worden gesubsidieerd. Inbedding en draagvlakProjectmatig werken vraagt om een goed lokaal draagvlak. Een beeld geven van de inbedding van het studentenpastoraat is dan ook een belangrijk onderdeel van de aanvraag. Op welke manier zijn de onderwijsinstellingen betrokken? Met welke plaatselijke studenteninitiatieven is er contact? Op welke wijze is de samenwerking met een plaatselijke gemeente van de Protestantse Kerk en eventuele andere kerken vormgegeven? ProfielenDe studentenwereld is een dynamische wereld, waarbinnen studentenpastoraten op verschillende wijzen hun werk ontwikkelen. Ontwikkeling heeft de bedding van een profiel nodig. In deze nieuwe subsidieronde vragen we dan ook om te duiden met welke profielen er gewerkt gaat worden en wat de gewenste ontwikkeling is. Hoe werkt het?De Gids Studentenpastoraat neemt je stap voor stap mee in het opstellen van een projectaanvraag. Lees daarbij de subsidievoorwaarden goed door en vul daarna het aanvraagformulier in. Gids Studentenpastoraat Subsidievoorwaarden studentenpastoraat Aanvraagformulier subsidie studentenpastoraatlees verder |
||
St.-Bavokerk in Haarlem start Veertigdagentijd met intieme viering op Aswoensdag
Het is een intieme viering in het donker en in de kou, ze kan dus niet te lang duren, zegt Willemijn van Dijk over deze eerste viering in de lijdenstijd. “We komen samen in het koor van de kerk. We lezen uit de Bijbel, we bidden en je kunt een askruisje op je voorhoofd getekend krijgen. Daarbij bedenken we dat ons leven maar tijdelijk is. Dat klinkt wellicht deprimerend, maar het bepaalt je erbij dat je tijd kostbaar is. Daardoor ga je misschien nadenken over wat belangrijk voor jou is in dit leven. In de Veertigdagentijd zijn we daar wat meer mee bezig dan anders.” Vieringen VeertigdagentijdDe Aswoensdagviering markeert de start van de Veertigdagentijd. In deze periode probeert de Bavogemeente extra verbindingen te leggen met stadsgenoten. “Samen met het Stadsklooster Haarlem verzorgen we vieringen in de sfeer van Taizé op de zondagavonden. Het Stadsklooster trekt weer heel andere mensen dan de kerk. De viering op Palmpasen heeft een feestelijk karakter met een palmpasenoptocht voor kinderen, we vieren dat samen met de lutherse gemeente.” Voor Witte Donderdag wordt de stad uitgenodigd om te komen eten in de Bavo. Mensen nemen eten mee, en delen met elkaar. “Vorig jaar waren er 100 mensen, we verwachten er dit jaar meer. Daar zijn mensen uit alle lagen van de samenleving naast elkaar. We merken dat mensen behoefte hebben aan verbindende activiteiten.” Rituele vieringDe viering op Goede Vrijdag is een sobere, verstilde viering met de Bavo-cantorij. “We lezen het lijdensverhaal, de cantorij zingt, we doven de paaskaars en men gaat in stilte weg. De paaswake (in de nacht van Stille Zaterdag op Pasen waarin wordt herdacht dat Jezus in deze nacht opstaat, red.) beginnen we in het donker. We lezen verhalen uit het Oude Testament. Dan komt het licht binnen, in de vorm van de paaskaars. We delen dat licht met elkaar. We verplaatsen ons vervolgens naar het koor. Voor het koorhek dopen we mensen en doen mensen belijdenis, daarna vieren we avondmaal in het koor. Het is een rituele viering die ingetogen begint en opgetogen eindigt.” Met de stadDe sfeer van de Bavo werkt mee, ziet Willemijn van Dijk. “De Bavo, het beeldmerk van Haarlem, is van iedereen. Zo is het evangelie ook voor iedereen. Als Bavogemeente willen we ‘kerk met de stad’ zijn. We zoeken daadwerkelijk verbinding met mensen buiten de muren van de kerk. Op grond van gedeelde waarden kun je samenwerken, zodat we echt met elkaar kunnen delen.” In het februarinummer van magazine Petrus staat op pag. 49 een artikel over de viering op Witte Donderdag in de Bavo. Nog geen abonnee? Meld je nu aan lees verder |
||
Protestantse Kerk stopt met gebruik van X
Veel gebruikers zijn de Protestantse Kerk hier al in voorgegaan. Aan deze beslissing is een zorgvuldige afweging voorafgegaan. Het grote aantal gebruikers maakt dat je een zeer groot publiek kunt bereiken. Daarnaast zou je als kerk ook op een positieve manier kunnen bijdragen aan de discussies die op dat platform worden gevoerd. Toch weegt dat niet op tegen de tegenargumenten. Het platform zelf ontwikkelt zich op een negatieve manier, hierbij valt te denken aan de toon van de gesprekken en de toenemende verspreiding van desinformatie. Wanneer de Protestantse Kerk actief blijft op X, zou ze mede bijdragen aan de macht van het medium en zijn eigenaar. Zowel de scriba, de preses van de Protestantse Kerk in Nederland als de algemeen directeur van de dienstenorganisatie, zullen geen gebruik (meer) maken van X. De Protestantse Kerk blijft vooralsnog actief op de volgende social media: LinkedIn, Facebook en Instagram. lees verder |
||
"We willen ook voor tieners en twintigers aantrekkelijk worden”
Reden om mee te doenToen de verbouwing van de kerk in 2021 afgerond was, was het tijd om in het gemeenteleven te investeren. Ook anderszins was het moment voor actie. De beleidsperiode liep bijna af, de predikant ging weg, en de twee kerkelijk werkers zouden kort daarna vertrekken. De toenmalige kerkenraadsvoorzitter droeg Nieuw Kerkelijk Peil aan als middel om de gemeente te betrekken bij het kerk-zijn en de visie op de toekomst. “Dat grepen we graag aan”, zegt huidig kerkenraadsvoorzitter Dirk Frans. "Het is ingewikkeld en veel duurder om zelf zo’n onderzoek op te zetten.” De enquête werd in 2022 gehouden. 135 mensen deden mee, online of op papier. De resultaten werden tijdens een gemeenteavond in mei 2023 gepresenteerd. De uitslag60 gemeenteleden waren bij de gemeenteavond. In kleine groepjes werd doorgesproken over hoe de resultaten van het onderzoek vertaald konden worden naar het gemeenteleven. Frans: "We hebben er vier actiepunten uitgehaald die passen bij de twee hoofdpunten uit ons vorige beleidsplan: 'Bezield zijn door geloof’ en ‘Een naar buiten gerichte blik’. We gaan ons richten op het ondersteunen van gemeenteleden in hun verlangen te groeien in geloof; we gaan onze verbondenheid in geloof versterken en ervoor zorgen dat nieuwe mensen zich thuis voelen. Tot slot blijven we onze gemeente aantrekkelijk houden voor jong en oud en gaan ons specifiek inzetten om dat ook voor tieners en twintigers te worden.” Het beleidsplan geldt voor vier jaar, maar wordt gezien als een levend document dat zo nodig aangepast kan worden op basis van ontwikkelingen in kerk en samenleving. HandigBij de resultaten van het onderzoek staan ook de gemiddelden van andere deelnemende gemeenten aan Nieuw Kerkelijk Peil. Handig, vindt Frans. “Dat geeft je een idee waar je als gemeente uniek in bent. Opvallend bij ons was dat we kerk zijn in een wijk met meer hogeropgeleiden en meer gepensioneerden dan gemiddeld. Die uitkomst hebben we gebruikt in de profielschets voor de nieuwe predikant.” Meer weten over NKP? Volg op 9 april een webinar hierover! lees verder |
||
Ds. Herman Koetsveld: “Ik spreek me uit over wat er in de wereld gaande is”
Hoe ervaar je je roeping?“Mijn roeping is geen momentum, maar een langdurig proces van ernaar toegroeien. Ik heb veel tijd nodig gehad om los te komen van het rationele gereformeerde geloofskader. Via de hermeneutiek van Eugen Drewermann ben ik op een ander spoor gekomen. De Bijbel is daardoor op een totaal nieuwe manier voor me gaan spreken. Ik ben laat theologie gaan studeren en pas op mijn 38e predikant geworden. Ik vind het een groot voorrecht om tijd en mandaat te hebben gekregen om ‘op verhaal te komen’ en taal geboren te laten worden waar mensen hun hart aan op willen halen. Maar momenteel ervaar ik mijn roeping ook als bijzonder zwaar: de verantwoordelijkheid om in deze gistende tijden de juiste woorden te spreken, is groot.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Ik werk met ongelooflijk veel plezier en vreugde in de Westerkerk. Daarvoor is vertrouwen van de gemeente belangrijk, door haar gedragen worden. En innerlijke rust en openheid ‘in de Geest’ om te horen wat gezegd en gedaan moet worden.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?“In de Westerkerk beginnen we elke dag om 9.00 uur met een ochtendgebed. Ik heb de getijdengebeden ontdekt in het klooster, ze zijn er onafhankelijk van je emotionele gesteldheid. Of je zin hebt of niet, het is er gewoon. Het geeft rust en structuur en draagt ook mijn eigen spiritualiteit. De kunst is om te zien en te horen wat vandaag aan me gegeven wordt, en geen zorgen te hebben over morgen en later. Die houding doet me goed.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“Het voorgaan in de dienst, dat draagt mijzelf ook. Wat ik ook heel graag doe maar waar ik te weinig tijd voor heb: liedteksten maken, dat vind ik heerlijk. Verder ben ik graag in gesprek, in het werken met groepen en in het individuele pastoraat." Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?“Ik heb me onttrokken aan de permanente educatie. Maar ik lees veel wat te maken heeft met de relatie kerk en cultuur, de ontwikkeling van de tijdgeest. Elk jaar schrijf ik een theologisch jaaroverzicht waarin ik de tijdgeest probeer te ‘pakken’. Het boeit me en ik heb er wel gevoel voor. Af en toe breng ik een paar dagen in het klooster van de norbertijnen in Heeswijk door. Dan gaat een stapeltje boeken mee. Het zijn altijd scharniermomenten waarin ik nieuwe inzichten en inspiratie opdoe.” Hoe kan de kerk haar verantwoordelijkheid nemen voor medemens en schepping?“In het verkondigen dat we naar een soberder levensstijl moeten. Zoals het nu gaat, kan de aarde niet meer aan. Ook moeten we kerk zijn in de buurt. Dat doen we als Westerkerk steeds beter, met onder meer hulp aan de Voedselbank en een kinderkerstfeest voor de buurt. Het wordt erg gewaardeerd. En verder door een profetische analyse van wat gaande is, dat is ook een dienst aan de samenleving. Ik ben de buurman van Anne Frank, van het Homomonument, en van de Raadhuisstraat waar de grote demonstraties door komen. Die drie leggen een extra verantwoordelijkheid op mij om me in heldere bewoordingen uit te spreken over wat er gaande is. Ik vind de tijden mateloos verontrustend, en ik vind dat ik dat moet zeggen. Wel waak ik ervoor dat ik mensen niet elke week met een somber tijdsbeeld de deur uitstuur.” Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?“Verplichte kost is het boek Een seculiere tijd door Charles Taylor, met een diepgravend filosofisch, theologisch en existentieel begrip van onze tijd. Onovertroffen. Ik vind ook dat elke theoloog kennis moet hebben genomen van de hermeneutiek van Eugen Drewermann. De theologie gaat richting conservatisme, ik maak me daar buitengewoon veel zorgen over. Drewermann zegt dat de theologie is verworden tot ‘ervaringsloos spreken over vreemde ervaringen’. Deze vijf woorden hebben mijn leven veranderd. Theologie gaat altijd over het leven zelf, over de existentie. Als je dat uit het oog verliest, spreek je alleen nog over vreemde ervaringen. Dan wordt het geloof per definitie een historische categorie, iets van het museum.” Is er een bijbeltekst die met je meegaat?"Er ploppen voortdurend teksten in me op, met name liedteksten. Meestal flarden ervan, zoals ‘Op bergen en in dalen, en overal is God’. De context, de ‘geest van het moment’ bepaalt kennelijk wat ik in mezelf hoor klinken.” Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“Dat er mensen zijn die met trouw en toewijding het verhaal, de liturgie gaande houden, dat wat de kerk tot kerk maakt. Ik hoop ook op meer moed en creativiteit om bondgenoten in de samenleving te omarmen. Door bijvoorbeeld het hele dorp ‘eigenaar’ van de kerk te maken wordt ze als een ‘huis voor de ziel’ waar iedereen terechtkan. Ik vind dat elke kerk hier plannen voor zou moeten maken.” Bekijk hier een documentaire over Herman Koetsveld en de Westerkerk, een inkijkje in het reilen en zeilen van deze kerk en het dagelijkse werk van de predikant. lees verder |
||
Gebed nodig voor Oekraïne
Het trieste en verontrustende beeld dat vanuit de media opdoemt over Oekraïne, is dat de support voor dit land lijkt af te brokkelen. Kort na de inval in 2022 berichtte het moderamen van de Protestantse Kerk dat we niet anders konden dan dit bij God te brengenVerder lezenGebed voor Oekraïne: “Heer, ontferm U”: “Heer, wij roepen U om hulp. Ontferm U over de inwoners van Oekraïne, zie om naar iedereen die getroffen is door het vreselijke oorlogsgeweld.” Alhoewel de politieke steun lijkt af te nemen, blijken Nederlanders nog volop financiële hulp te blijven geven. Vorige week bleek dat de huis-aan-huiscollecteVerder lezenHoogste opbrengst ooit voor huis-aan-huiscollecte Kerk in Actie voor Oekraïense kinderen een recordbedrag had opgebracht. Volgens De Reuver blijft steun voor dit land hard nodig. Eind vorig jaar bezocht hijVerder lezenRené de Reuver: “Vergeet de Oekraïners in Oekraïne niet” nog verschillende Oekraïense kerken en stelde toen dat morele steun vanuit het buitenland van cruciaal belang is: “We mogen de Oekraïners in Oekraïne niet vergeten”. Naar aanleiding van de oorlog die nu al drie jaar duurt, publiceerde de Gemeenschap van Protestantse Kerken in Europa het volgende gebed: O God, al meer dan duizend dagen bidden we dagelijks tot U, smeken U, hopen op U. Al drie verschrikkelijke jaren ontvangen we vreselijke berichten over de dood van onze landgenoten, hoorden we het lawaai van explosies en het loeien van sirenes. Heer, elke dag groeit het aantal wezen en weduwen. Elke dag zijn er meer mensen die de pijn ervaren van het verlies van hun geliefden. Onze God,we zien geen einde aan deze rampspoed, alleen U houdt ons vast. Al meer dan duizend dagen, Heer, staan we en geloven we. We danken U, want Uw Geest voedt ons. We geloven in uw gerechtigheid, we hopen op uw barmhartigheid, we ervaren uw liefde te midden van ruïnes en dood. Maar onze kracht raakt op, God. We vertellen U, Vader, onze pijn, ook al weet U alles zonder dat wij het zeggen. De zonen en dochters van onze natie verlaten ons, ze sterven op het slagveld of onder vuur in onze steden en dorpen. Wij blijven hier, Heer, blijf bij ons. Amen >> Lees ook: Father Pavlo uit Oekraïne vraagt God of dood en verderf mogen plaatsmaken voor echte vrede: Gebed om vrede voor Oekraïnelees verder |
||
Te klein om kerk naar buiten te zijn? - Deel 1: Stadskanaal
“We hebben een paar jaren van onrust achter ons. We zijn van drie wijkgemeenten naar één gemeente gegaan, van drie gebouwen naar twee, een jaar vacant geweest en we hebben een wisseling van predikanten gehad. Tel daarbij op dat er op zondag weinig kinderen en vrijwel geen jongeren zijn. En corona deed ook nog een duit in het zakje. Er waren allerlei excuses om het hoofd te laten hangen. Maar er komt een moment dat je vooruit moet kijken en bedenken wat er nodig is. Toen we in 2022 ten bate van Oekraïne in no time veel voor elkaar kregen aan acties en inzamelingen, had dat grote impact. Het werd het begin van een beweging. Dat ging niet vanzelf, je hebt iemand nodig die de verandering trekt. Daar heeft de diaconie een rol bij kunnen spelen. We zijn kerk in een regio waar veel armoedeVerder lezenHoe kom je als diaconie armoede op het spoor? heerst, Oost-Groningen is een achterstandsgebied. Daar ligt een taak voor ons. Want waarom zijn we eigenlijk kerk? Wat willen we uitdragen? En wat kunnen we betekenen buiten de kerkmuren? We hebben ons er hard voor gemaakt dat de diaconale pijler van de kerk in het beleidsplan een plek kreeg. Het heeft de ogen binnen de kerkenraad geopend, en het heeft ook de positie van onze diaconie sterker gemaakt. Samen met welzijnsorganisaties zijn we goed bezig in Stadskanaal. We zijn bij de huisartsen langs geweest met de boodschap dat ze mensen naar ons door kunnen verwijzen. Met Kerst hebben we kerstpakketten gebracht bij adressen die ze kunnen gebruiken. In de zomer hebben we 60 vakantietassenVerder lezenActie Vakantietas - stappenplan uitgedeeld, waarin onder meer entreekaarten voor attractieparken in de buurt. En we doen meer. Het teruggaan naar de basis van kerk-zijn heeft een mooie beweging in de gemeente tot stand gebracht. En de beweging gaat door. Zo hebben we sinds kort een nieuwe kerkappVerder lezenDe kerkapp: vier voordelen, vier overwegingen en vier tips voor meer onderling contact. Juist als je er slecht voorstaat, is de motivatie om er weer bovenop te komen groot.” Dit artikel is eerder verschenen in het magazine #protestant (najaar 2023). lees verder |
||
Wie is Karel Blei?
Een man met een brede blik en hart voor de kerk. Karel Blei (geb. 1932) is onvermoeibaar in theologische bezinning en oecumenisch engagement, en een kenner van groten als MiskotteVerder lezenWie was Kornelis Heiko Miskotte?, BarthVerder lezenWie was Karl Barth? en Noordmans. Wanneer hoorden we voor het eerst van hem?Karel Blei is getrouwd met de theologe Corry Strijbos. Ze zijn een van de eerste hervormde theologenechtparen. Karel werd in 1960 predikant in Austerlitz, ging in 1965 naar Vlaardingen en in 1970 naar Haarlem, waar hij tot 1987 predikant was. Hij was sinds 1973 afgevaardigd naar de hervormde synode en werd in 1987 benoemd tot secretaris-generaal. Tot 1997 zat hij als een spin in het web. Ook was hij lid van het moderamen van de Raad van Kerken in Nederland. Bij de hervormde wereldorganisatie (WARC) was hij moderator van het departement voor theologie (1989 tot 1997) en hij was betrokken bij de leergesprekken (1982 tot 1989) van de Europese organisatie van protestanten (Leuenberg). Hij was lid van het centraal comité van de Wereldraad van Kerken (1989-1998) en bijna dertig jaar redactielid van Woord en Dienst (1979-2007). Al deze ervaringen gaven hem veel mogelijkheden zijn blik te verbreden en te verdiepen. Waarmee is hij bekend geworden?We kennen hem vooral door zijn leidinggeven aan de hervormde synode en aan het Samen op Weg-procesVerder lezenGeschiedenis ontstaan Protestantse Kerk in Nederland. Maar behalve bestuurlijk was (en is) hij ook theologisch zeer actief. Hij schreef: Job, verklaring van een Bijbelgedeelte, hij publiceerde over doop en besnijdenis, maar hij schreef vooral in het bereik van de systematische theologie. Dat blijkt uit zijn vele ecclesiologische publicaties, zoals Kerk onderweg, Een sprekende kerk in een mondige wereld en De Geschiedenis van de hervormde kerk tot aan de vereniging in 2004. En het blijkt ook uit de bundel die hij kreeg bij zijn emeritaat: Kerk voor de nieuwe Eeuw. Hij nam vanaf 1994 deel aan een theologische dialoog tussen vertegenwoordigers van de WARC en de oosterse-orthodoxie. Dat verklaart ook zijn theologische betrokkenheid bij het Oekraïneconflict. Hij schreef over Jurjen Beumer, die begon bij de KGIJ (Kritische Gemeente IJmond, basisbeweging). Ook schreef hij over de charismatische beweging. Hij kent haast alle stromingen, maar weet ook wat er speelt in de Catholica rond bijvoorbeeld de onfeilbaarheid van de kerk en het leergezag. In 2018 verscheen Karl Barth en zijn theologische weg door de tijd en op dit moment werkt Blei aan een biografie over Berkhof. Wat kunnen gemeenten met zijn gedachtegoed?Door zijn brede blik is hij voor gemeenteleden een gids in het hele kerkgebeuren. Hij stimuleert gemeenteleden om na te denken over het wezen van de kerk. Voor Blei staat apostolaat voluit bovenaan. Het is goed dat gemeenten en parochies oog krijgen voor de volle breedte van de kerk, maar ook voor het belang van gezonde theologie. Blei zou niet willen dat ieder zieltje in een eigen spiritueel hoekje wegkruipt met gelijkgezinden, al signaleert hij tot zijn leedwezen wel tendensen in die richting. Hij is boven de 90 maar preekt nog steeds. En dankzij zijn kennis van de Franse taal gaat hij geregeld voor in Waalse gemeenten. Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?In zijn beginperiode zag hij een grote, zelfverzekerde, enthousiaste kerk die het allemaal goed wist. Nu ziet hij de kerkelijke krimp en hoe de kerk bescheidener is geworden. Maar ze moet wel het grote Verhaal blijven doorgeven aan nieuwe generaties. De kerk moet niet aan navelstaren doen. Blei ziet het nog steeds als de roeping van de kerk om een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat. De kerk moet zout der aarde zijn, anders hoeft het niet. lees verder |
||
Ds. Martijn van Leerdam: “De kerk moet opkomen voor mensen die dat zelf niet kunnen”
Hoe ervaar je je roeping?“Als een privilege en een verantwoordelijkheid. Ik voel me bevoorrecht dat ik voor een kerk werk die een eigen aantrekkingskracht heeft op mensen uit de buurt, de stad en het hele land. Als ik 's morgens aankom staan de eerste dakloze buitenslapers al te wachten. Iedere dag komen er wel 250 tot 300 bezoekers in de Pauluskerk. Het confronteert me steeds weer met de fundamentele onrechtvaardigheid van deze paralelle samenleving. Je voelt dat ongemak hier iedere dag. We mogen niet accepteren dat de wereld zo in elkaar steekt. Als kerk heb je de verantwoordelijkheid om op te komen voor mensen die dat zelf niet kunnen.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Het besef dat ik dit niet alleen hoef te doen. De Pauluskerk heeft een groep van 250 vrijwilligers die minimaal één dagdeel per week helpen met verschillende activiteiten. Dat varieert van de telefoon opnemen en boterhammen smeren tot het maatschappelijk werk dat gedaan wordt. Het is bovendien fijn dat ons werk niet onopgemerkt blijft. Als ik bij de EO of in een journaal te zien ben geweest, zijn er de volgende dag altijd nieuwe mensen die zich aanmelden als vrijwilliger. Die betrokkenheid is fantastisch om te zien.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?“Je kunt dit werk alleen maar met hart en ziel doen als je op het juiste moment gas terugneemt. De Veertigdagentijd is daar een goede periode voor. In deze tijd van inkeer blijft de zondag een dag apart, die telt niet mee. Dat is belangrijk om te onthouden. Af en toe op adem komen en genieten van de goede dingen die je zelf gegeven zijn. Kleine overwinningen vieren, zoals wanneer het lukt om iemand weer overeind te helpen. Voor mij werkt dit goed om het werk vol te houden.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“Het mooiste van dit werk is als je mensen tot bloei ziet komen en daar een bijdrage aan kunt geven. Dat je werelden met elkaar kunt verbinden. Een ongedocumenteerde man die al jarenlang bij ons komt, is gekozen als stadstekenaar van het jaar. Zijn pentekeningen hangen nu in de Kunsthal. Hij leefde jaren op straat en is nu onder de vleugels van de Pauluskerk. En nu komt hij ineens bij een opening van een expositie en sta je met een handvol kunstenaars te praten. Dat blijft bijzonder om te zien, als verschillende leefwerelden bij elkaar komen.” Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?“Een cursus motiverende gespreksvoering bij docent Bert Bakker. Er ging een wereld voor me open. Veel dingen die je zegt tegen iemand die het moeilijk heeft zijn eigenlijk helemaal niet empathisch. Als rouwende zit je niet te wachten op iemand die geschokt is, maar je wilt je verhaal doen en je begrepen voelen. Ook heb ik een cursus ‘collectieve belangenbehartiging’ gedaan bij de Universiteit Leiden. Dat ging vooral over hoe je als belangengroepering de politieke besluitvorming kunt beïnvloeden, zoals het opnemen voor de kwetsbare groepen in de samenleving.” Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor medemens en schepping?“Allereerst door mensen in acute nood te helpen. Voedselpakketten uitdelen, een warme maaltijd of slaapzakken uitdelen als mensen de nacht op straat moeten doorbrengen. Daarnaast heeft de kerk een profetische rol. Ze moet zich kunnen uitspreken over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Het evangelie is voor iedereen, maar in het bijzonder voor de armen. Dat is een boodschap die in onze middenklassekerk meer tussen de oren mag komen.” Welk boek, welke serie, film of welke podcast raad je je collega’s aan?“‘Komt een land bij de dokter’, het nieuwe boek van straatarts Michelle van Tongerloo. Ze schrijft over haar ervaringen als arts voor mensen in de marge, en over hoe het komt dat er steeds meer mensen vastlopen in het systeem. Het boek is voor een groot deel ontstaan in en om de Pauluskerk, omdat ze hier als straatarts actief is. Daar zijn we trots op!” Is er een bijbeltekst die met je meegaat?“De tekst ‘Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen. Waar komt mijn hulp vandaan?’ uit Psalm 121:1 is me dierbaar, vooral omdat het onze trouwtekst is. In moeilijke tijden konden mijn vrouw en ik ons hieraan vasthouden. De tekst uit Prediker 1:9 ‘Er is niets nieuws onder de zon’ vind ik ook een onsterfelijke uitspraak. Het is een verzuchting, maar tegelijk een prettige relativering. Het helpt om te kunnen ontspannen als je even niet meer goed weet hoe je verder moet.” Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“Ik hoop op een kerk met lef en een hart dat zich inzet voor kwetsbaren en armen. Op plekken waar de kerk haar diaconale rol pakt zie je dat er meer plaatsvindt dan alleen helpen. Ik weet dat het lastig is om iedereen tevreden te houden, maar het mag soms wel een onsje meer zijn. Je moet de sleutels van de kerk aan de buren durven geven, ook als ze nieuw zijn en niet-kerkelijk. Partners zoeken, verantwoordelijkheid delen en je creativiteit gebruiken. Daar geloof ik heilig in.” >> Ds. Martijn van Leerdam schreef mee aan de dagelijkse overdenkingen in de nieuwe veertigdagentijdkalender van de Protestantse Kerk. Bestel een gratis exemplaar voor jezelf of meerdere exemplaren om uit te delen in je gemeente. Vanaf twee exemplaren en meer kost de kalender slechts 1 euro per stuk. Bestel de veertigdagentijdkalender lees verder |
||
Welke woorden spreek je uit bij het delen van brood en wijn?
Voor het avondmaal bestaan verschillende benamingen die elk een bepaald accent leggen. In de klassiek-gereformeerde liturgie spreken we over heilig avondmaal, waarbij de gedachtenis aan het heilsoffer van Christus’ verzoenend sterven centraal staat. De liturgische beweging in de 20e eeuw legde met Schrift en Tafel vanuit de oecumenische theologie meer de nadruk op het vierende en dankzeggende karakter. Sindsdien is de benaming 'maaltijd van de Heer'Verder lezenWat is het Heilig Avondmaal? Betekenis, viering en deelname binnen de Protestantse Kerk’ in zwang gekomen: het aanschuiven aan de Tafel waar Christus royaal met zijn volgelingen deelt. In de liturgie van de basisgemeenten ligt de theologische nadruk veel meer op de (toekomstige) sociale gerechtigheid, waarvan de tafel waaraan iedereen als gelijke deelneemt het symbool is. Daar wordt eenvoudigweg gesproken van ‘breken en delen’; niet alleen brood en wijn maar feitelijk heel ons leven delen we daar met elkaar. Brood en wijn ontvangenIn de liturgische vorm waarbij mensen na het tafelgebed naar voren lopen om uit handen van de voorganger en diakenen brood en wijn te ontvangen, worden vaak woorden gesproken bij het aanreiken daarvan. De ontvanger mag zijn handen ontvangend openen – bijvoorbeeld de linkerhand, die dichter bij het hart is, in de rechter – zodat de uitdeler het brood erop kan leggen als op een schaaltje. Dan grijpen we het brood niet zelf, maar ontvangen het eerbiedig. Vanuit de rooms-katholieke traditie klinkt er dan ‘lichaam van Christus – bloed van Christus’. Maar als je die woorden hanteert, gebeurt er wel iets spannends. In de katholieke liturgie hebben die namelijk strikt genomen een andere betekenis, omdat de gaven getransformeerd zijn. In het protestantse verstaan is dat niet zo. De spannende vraag is of wij ons die woorden zomaar kunnen toeëigenen, tenzij we ze breed oecumenisch verstaan. Het liturgisch jaar geeft de kleurMaar er zijn ook andere woorden denkbaar. Je kunt de uitdeelwoorden laten ‘kleurenVerder lezenUitleg liturgische kleuren kerkelijk jaar’ door het moment in het liturgisch jaar. Op Witte Donderdag, wanneer echt het laatste avondmaal van Jezus en zijn vrienden herdacht wordt, heeft de maaltijdviering een andere lading dan midden in de zomer, wanneer het een feestmaal is en het thema van het koninkrijk van God centraal staat. In de adventstijd is het avondmaal een maaltijd van verwachting, terwijl het op Kanazondag in januari om het geheimenis van Jezus’ handelen op aarde gaat. In de herfst ligt de nadruk op de eenheid met de gemeenschap der heiligen (de mensen die ons zijn voorgegaan), of juist op de vruchten van de schepping (oogst). Met Pinksteren kan de maaltijdviering de nadruk leggen op de Geest die vaardig wordt over de geloofsgemeenschap, en in de vroege zomer op de vruchten die gaan groeien zoals geloof en hoop zullen groeien. Dat is ook de reden dat het Dienstboek zo veel tafelgebeden kent: het ritueel van het avondmaal is zo rijk dat je steeds een ander accent kunt leggen om de gelovige kerkgangers tot een dieper geloofsverstaan te laten komen. Varieer in de uitdeelwoordenHet nodigt uit om de uitdeelwoorden door het jaar heen te laten variëren, door aan te sluiten bij het moment in het jaar of simpelweg bij de bijbellezing. Veelgebruikt zijn woorden als ‘brood uit de hemel – wijn van het koninkrijk’. Maar als de verhalen in de Veertigdagentijd bijvoorbeeld gaan over de tocht door de woestijn, dan zou je ook kunnen zeggen ‘brood voor onderweg – wijn die het hart versterkt’. Of in een vooruitblik op wat zal komen: ‘wijn uit het beloofde land’. Toen ik eens las over de Samaritaanse vrouw bij de bron tegen wie Jezus zegt: ‘Ik ben het levende water’, gebruikte ik bij de maaltijdviering ‘brood om te leven – wijn die de dorst lest’. Op oogstzondag zou je kunnen zeggen: ‘graan van de velden – vrucht van de wijnstok’. Op Kanazondag ‘wijn uit de overvloed’. En op Witte Donderdag mag het klassieker of oprecht vroom klinken: ‘brood, gebroken voor u – wijn, vergoten voor u’. Nu hoeven die woorden geen keurslijf te zijn. Een voorganger die zijn vak verstaat kan in gevallen zelfs de woorden ter plekke aanpassen, als een gemeentelid een pastoraal hart onder de riem nodig heeft: ‘brood dat je kracht geeft – wijn die het hart verwarmt’, of als het voor een gemeentelid van katholieke huize misschien toch vertrouwder voelt om ‘lichaam van Christus’ te horen. Dat maakt liturgie levend en pastoraal. Even afstemmenMooi is wel als voorganger en diakenen van te voren afspreken dat de woorden bij het brood en bij de wijn zinvol op elkaar afgestemd zijn, aansluitend bij de bijbellezing, de focus van de preek of het tafelgebed. Uit de praktijkDr. Andreas Wöhle, president van de evangelisch-lutherse synode :“Variaties kunnen het geloofsmysterie verdunnen”Voor lutheranen staan bij de uitdeling van het avondmaal de woorden ‘lichaam van Christus voor jou gegeven’ en ‘bloed van Christus voor jou vergoten’ centraal. Protestanten en lutheranen spreken daarover verschillend. Ook voor lutheranen is het enerzijds ondenkbaar om over de ‘verandering’ van brood en wijn te spreken als verondersteld gevolg van het handelen van de (rooms-katholiek gewijde) priester. Veelmeer wordt het ‘waarlijk aanwezig zijn’ van Christus onder de gestalte van brood en wijn geborgd door de betrouwbare toezegging van Christus en niet door de voorganger die namens Christus spreekt. Maar het is en blijft, als mysterie van het geloof, deel van het credo. Bij de uitdelingswoorden - die altijd in het licht van de inzettingswoorden klinken - is enige ruimte voor pastorale verwoordingen, maar uiterste voorzichtigheid blijft geboden bij ‘variaties’. Die kunnen het geloofsmysterie dusdanig ‘verdunnen’ dat ze voor een lutheraan de inhoud van dat moment in de viering bijna ontkennen. Daarbij gaat ook een stuk van de extrinsieke waarde van juist de herhaling van de oude (inderdaad katholieke, maar niet roomse) formuleringen, en daarmee een stuk oecumeniciteit, verloren.Jan Verkerk, evangelist-pionier van De Brug in Huizen: “Er wordt een sterk gevoel van gemeenschap ervaren”“In onze nog jonge gemeente, voortgekomen uit pionieren, vieren we avondmaal in een tweede dienst, na de ontmoetingsdienst eraan voorafgaand. 60 tot 70 procent van de bezoekers is van huis uit niet kerkelijk, als ze het avondmaal niet mee willen maken hebben ze de gelegenheid om na de ontmoetingsdienst weg te gaan. De laatste keer waren er zo’n 100 aanwezigen van wie 20 weggingen en 80 dus bleven. We vieren het vier keer per jaar. We hebben er een papieren liturgie bij, en ik leg altijd uit wat we doen, voor de mensen die er voor het eerst bij zijn. Als voorganger sta ik met een schaal met brood, mensen pakken er zelf een stuk vanaf, en vervolgens lopen ze naar een van de twee ambtsdragers met de wijn. Ik noem iedereen bij de naam, en zeg dan: het lichaam van Christus, voor jou gebroken. De ambtsdragers met de wijn zeggen: het bloed van Christus, voor jou vergroten. We spreken altijd deze woorden, mensen kunnen die onthouden en meenemen. Aan het eind van de viering gaan we allemaal in een kring staan, geven elkaar een hand, en bidden samen het onze vader. Daarna zingen we met elkaar nog een lied en geef ik de zegen mee. Er wordt een sterk gevoel van gemeenschap ervaren.” Adriaan van der Stoep, predikant van de Hervormde Gemeente Wapenveld: “In de avondmaalsviering wordt het heil tastbaar”“Wij vieren in onze gemeente vier keer per jaar avondmaal, waarvan één keer in de lijdenstijd en één keer in de adventstijd. We vieren het op de klassieke manier, aan een lange tafel voor in de kerk. We gebruiken de hertaling van het klassieke avondmaalsformulier. Ik lees het eerste deel vanaf de kansel, en spreek daar ook het avondmaalsgebed uit dat afsluit met het Onze Vader. Dan kom ik naar beneden en geef gelegenheid voor stil gebed, waarna we een lied zingen. Vervolgens maken de diakenen de tafel gereed en breek ik het brood en schenk de wijn. Na de woorden uit het formulier spreek ik een nodiging in eigen woorden: ‘De Meester is er en Hij roept u, komt, want alle dingen zijn gereed.’ Op de zaterdagavond voorafgaand aan de dienst wordt in het verpleeghuis een avondmaalsviering gehouden, voor de bewoners van het verpleeghuis en van de aanleunwoningen eromheen. Daar zijn eigenlijk altijd ook mensen uit onze gemeente bij voor wie de viering op zondagochtend wellicht te lang is, en jongere mensen die op zondagochtend moeten werken. Ik vind het mooi dat in de avondmaalsviering het heil tastbaar wordt. De gemeenteleden pakken het ook letterlijk van je aan. Het is de bevestiging dat wat God belooft, waar en betrouwbaar is.” lees verder |
||
Wat zijn de taken van een diaken?
Betekenis diakenHet woord diaken komt van het Griekse woord: διακονος, diakonos, dat dienaar betekent. Diakenen worden nogal eens ‘de doeners’ van de kerk genoemd: mensen die de handen uit de mouwen steken en zich inzetten voor mensen die hulp nodig hebben. Diakenen geloven in delen. Het ‘doen’ van diakenen is geïnspireerd op het evangelie. Ze zijn gericht op het voorkómen, opheffen, verminderen en uithouden van lijden en nood van (groepen) mensen. Diakenen zijn daarnaast gericht op het scheppen van rechtvaardige verhoudingen in kerk en samenleving. Zowel in Nederland als wereldwijd. Diaken in de Protestantse KerkIn de huidige versie van de kerkorde (januari 2025) wordt er 60 keer over diakenen en 85 keer over diaconaat gesproken, een teken van het belang van diaconaat. In de kerkorde staan de taken van de diaken als volgt verwoord: Tot opbouw van de gemeente met het oog op haar dienst in de wereld is aan de diakenen toevertrouwd
Wat doet een diaken?De diaken ondersteunt de gemeente in haar diaconale roeping in de wereld. Voor iedere diaken geldt dat hij/zij een onmisbare rol heeft bij de bediening van het Avondmaal, bij de voorbereiding van de voorbeden, en verantwoordelijk is voor de collecte. De verdere invulling van deze roeping is voor iedere gemeente anders. Dat hangt af van de diaconale vragen die leven in de omgeving van de gemeente en de diaconale talenten die in de gemeente aanwezig zijn. Zitten er veel mensen met verstand van duurzaamheid en klimaat in de gemeente, dan is het wellicht goed om daarop te focussen. Staat de kerk in een wijk of dorp waar veel armoede is of is er een asielzoekerscentrum in de buurt, dan zijn dat onderwerpen waar de diaconie haar aandacht op kan richten. Maak hier bewuste keuzes in door goed te kijken wat de interne en externe omstandigheden van de gemeente zijn. Behulpzaam hierbij zijn de startgidsen ‘Kerk in de buurt’. Die helpen om bewuste keuzes te maken. Diakenen zijn lid van de kerkenraad. Het is belangrijk dat zij hun rol niet verkleinen tot de diaconale onderwerpen op de agenda. Ze zijn tenslotte ook geroepen tot de ‘toerusting van de gemeente tot het vervullen van haar diaconale roeping’. Dat is een grotere opdracht dan zorgen dat mensen voldoende geld in de collectezak doen. Dat betekent dat diakenen ook mogen meedenken over hoe je de gehele gemeente laat getuigen van de gerechtigheid van God en dat zij pleitbezorger kunnen zijn voor hen die geen helper hebben. Hoe word je diaken?In de gemeenten die behoren tot de Protestantse Kerk kan ieder belijdend lid diaken worden. Dit ambt vervul je voor 4 jaar. Dat doe je niet alleen. De kerkorde geeft aan dat iedere gemeente in ieder geval 2 diakenen heeft. Samen - met eventuele diaconale rentmeesters - vormen zij het college van diakenen. Valkuilen
Kansen
Training diakenJe leert in deze online training wat je roeping, taak en verantwoordelijkheid is als diaken. Samen met diakenen uit het hele land verdiep je je in jouw specifieke rol en bekijk je hoe dat praktisch kan werken in de diaconie van jouw gemeente. Daarnaast komt je taak in de eredienst aan bod en wordt er stilgestaan bij vragen rond de verantwoording van de collectezak en hulpverlening. Aan het einde van de training heb je je eigen opdracht voor de praktijk geformuleerd. Lees verder: Handige A-Z pagina voor diaken | Online training voor diakenen lees verder |
||