Benoemingen generale synode november 2024
Bestuur Dienstenorganisatie
Generaal College voor de Ambtsontheffing (GCA)
Generale College voor de behandeling van Bezwaren en Geschillen (GCBG)
Generale Raad van Advies (GRA)
Protestantse Theologische Universiteit (PThU)
|
||
Opbrengsten Actie Kerkbalans stijgen
Met de collecten in de Protestantse Kerk werd in 2023 in totaal 30.224.711 euro opgehaald. Dat is ruim twee miljoen euro meer dan in het jaar daarvoor, toen de collecten 28.061.095 euro opbrachten. Jurjen de Groot, directeur van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk vindt de cijfers bemoedigend: “Het valt op dat minder kerkelijke gemeenten samen meer opbrengen. De kerk staat voor grote uitdagingen, maar gelukkig is er veel solidariteit. De kosten van kerk-zijn dragen we samen.” Meer informatie is te vinden op kerkbalans.nl. Kerkbalans is een jaarlijkse actie van de Rooms-Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk in Nederland, de Oudkatholieke Kerk van Nederland en de Evangelische Broedergemeente, waarmee kerkleden in de tweede helft van januari een financiële bijdrage te leveren aan hun eigen plaatselijke kerk. lees verder |
||
Materialen Week van Gebed 2025 nu beschikbaar
Stilstaan bij geloof in JezusAan de hand van de dialoog tussen Jezus en Martha, voorafgaand aan de opwekking van Lazarus, staat de Week van gebed voor eenheid van christenen in 2025 in het teken van deze eerste oecumenische geloofsbelijdenis met het thema: Ja, ik geloof. De jaarlijkse gebedsweek vindt plaats van 19 tot en met 26 januari 2025. De bijbeltekst waarop het thema gebaseerd is, komt uit Johannes 11:17-27, waar Jezus en Martha elkaar ontmoeten voordat Jezus Lazarus opwekt uit de dood. Jezus daagt Martha uit met de vraag: “Geloof je dat wie in Mij gelooft nooit zal sterven?” Martha antwoordt met: “Ja, ik geloof dat U de Messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen”. Dit thema nodigt uit om in de gebedsweek net als Martha stil te staan bij het geloof en vertrouwen in Jezus. Het materiaal voor de Week van gebed voor eenheid van christenen in 2025 is voorbereid door de broeders en zusters van de kloostergemeenschap van Bose in Noord-Italië. Dit jaar is het 1700 jaar geleden dat het eerste christelijke oecumenische concilie in 325 na Christus in NiceaVerder lezenWaar gaat de geloofsbelijdenis van Nicea over? werd gehouden. Materiaal 'Week van gebed'Gemeenten die meedoen aan de 'Week van Gebed' kunnen op de bijbehorende website inhoudelijke en promotiematerialen downloaden of bestellen. Er is materiaal te vinden voor:
Zie ook weekvangebed.nl. Over de Week van gebedDe Week van gebed voor eenheid van christenen is een jaarlijks terugkerende week waarin wereldwijd miljoenen christenen samen bidden voor eenheid, voor hun wijk en de wereld. Deze gebedsbeweging begon al 175 jaar geleden en wordt wereldwijd gehouden. In Nederland doen naar schatting jaarlijks zo'n 200.000 mensen mee met het initiatief. De gebedsweek wordt georganiseerd door MissieNederland en de Raad van Kerken. Download materialen voor de Week van Gebed 2025 lees verder |
||
Kerk in Actie collecteert voor kinderen in Oekraïne
Bijna twee op de drie kinderen in Oekraïne zijn op de vlucht. De gevolgen hiervan voor kinderen zijn enorm. Ze lopen kans op een depressie, posttraumatische stressstoornis en andere mentale problemen. De oorlog heeft immense gevolgen en daarom is hulp hard nodig volgens Jurjen de Groot, directeur van Kerk in Actie: “We willen er alles aan doen om Oekraïense kinderen veiligheid, stabiliteit en psychische ondersteuning te bieden.” Hulp in heel OekraïneDoor de jarenlange contacten met Oekraïense kerken kan Kerk in Actie hulp bieden in het hele land. Juist in deze oorlogsomstandigheden is dat noodzakelijk. Meer dan 80 procent van de Oekraïense kinderen leeft in armoede, een stijging van bijna 50 procent ten opzichte van vóór de oorlog. De Groot: “De Oekraïners staat weer een lange, koude winter te wachten. Er zijn voedseltekorten en onder kinderen is er veel angst. Hulp is daarom noodzakelijk.” Collecteer meeOm die hulp te bieden, is veel geld nodig. Komende week gaan duizenden collectanten in Nederland langs de deuren. Daarnaast kan iedereen die dat wil via kerkinactie.digicollect.nl meedoen met een online collectebus. Lees meer: Kinderen in Oekraïne blijven dromen van vredelees verder |
||
The Spirit of Amsterdam: muziek, verhalen, kunst en rituelen in 38 gebedshuizen
Het wordt een mix van muziek, verhalen, kunst, cultuur en rituelen in 38 gebedshuizen - waaronder 10 kerkplekken van de Protestantse Kerk Amsterdam -, moskeeën, synagogen en tempels. Want een van de doelen van The Spirit of Amsterdam is om leegstaande gebedshuizen weer te vullen met evenementen die aansluiten bij mensen op zoek naar zingeving. Cultuur en kerk hebben dan ook veel met elkaar gemeen, vindt Stefan Beek, oprichter van het festival. “Vooral als het gaat om verbeelding: de wereld zien zoals die zou moeten zijn. Het is mooi om daar gestalte aan te geven met een culturele uiting als theater of muziek. En waar kan dat beter dan in gebedshuizen in de stad, ook leegstaande?” Gedeelde waardenBeek heeft een achtergrond in de dance, hij gaf feesten in de house- en technowereld. Vanuit de gedachte dat je met evenementen van betekenis kunt zijn bij sociale vraagstukken en thema’s - “We spreken grote groepen mensen aan die wel willen bijdragen aan een betere wereld” - maakte hij de overstap naar sociaal werk. In deze omgeving kwam hij mensen tegen die werkten voor de diaconie van de Protestantse Kerk Amsterdam. “Ik ben niet met de kerk opgevoed, geloof stond altijd ver van me af. Maar ik kwam erachter dat er best veel gedeelde waarden zijn. Mensen zijn op zoek naar zingeving, naar nieuwe vormen daarin. Met The Spirit of Amsterdam bieden we een platform waar allerlei vormen door elkaar heen bewegen.” Kracht vinden in geloofDe benaderde gebedshuizen stonden er allemaal voor open om mee te werken, maar er waren ook wat ‘mitsen en maren’. “In de gebedsruimte in de moskee bijvoorbeeld mag geen livemuziek worden gespeeld, maar lichtkunst mag wel. En in de synagoge is veiligheid een groot thema. Daar hadden we natuurlijk rekening mee te houden.” Het festival heeft geen religieuze doelstelling. “Veel mensen van onze doelgroep hebben een allergie voor het woord religie, en ook subsidiegevers en de cultuurfondsen hebben dat. Maar die allergie zit niet in het woord ‘geloven’. Daar zit iets krachtigs in: je overgeven aan iets. Met het festival moedigen we mensen aan om kracht te vinden in geloof en dat te delen met elkaar.” Urgenter dan ooitHet festival is voor Beek geslaagd als bezoekers die er zonder enige verwachting naartoe zijn gegaan, erachter komen dat ze een bepaalde vorm van spiritualiteit of zingeving missen in hun leven en die nu beter weten te vinden. En verder vindt hij het festival urgenter dan ooit in de afgelopen twee jaar van voorbereiding. “De stad Amsterdam lijkt erg gepolariseerd. Wij werken hier met honderden Amsterdammers: joden, moslims, daklozen, dj’s, vluchtelingen, vrijwilligers, queers, dominees, ambtenaren en kunstenaars aan een gezondere geest in de stad. Dat is The Spirit of Amsterdam. We voelen ons enorm gesterkt om dat te laten zien.” AanmeldenBekijk het volledige programma op thespirit.amsterdam. Het is verstandig om je aan te melden via de ticketshop, maar je kunt ook op het moment zelf aan de deur een kaartje kopen. Check dan van tevoren op de website of er plek is. 20% van de evenementen is gratis, daarvoor is alleen aanmelden voldoende. Gracelandfestival draagt bij aan het festival met zes evenementen, verspreid over de drie dagen. Kijk voor meer informatie op Graceland X The Spirit. lees verder |
||
Predikant Mariska van Beusichem: “Coaching heeft iets in mij opgeruimd”
In het kader van de Permanente Educatie wordt elke predikant, kerkelijk werker en pionier geacht eens in de vijf jaar een begeleidingstraject te volgen. Dat kan geestelijke begeleiding, coaching zijn, (pastorale) supervisie of intervisie zijn. Het helpt je om je professionaliteit te verdiepen en met meer inspiratie en motivatie je werk te doen. Je hoeft dus geen probleem te hebben om daarmee geholpen te zijn. Dat ondervond ook Mariska van Beusichem, predikant in Utrecht. Na het volgen van de cursus Undefended Leadership, samen met een aantal collega’s, liet ze zich coachen door Oeds Blok. En daar heeft ze tot de dag van vandaag profijt van. 'Daar wil ik wat mee’Theoloog en coach Oeds Blok begeleidde een paar jaar geleden samen met Liesbeth van Tongeren een groep Utrechtse predikanten in de cursus Undefended Leadership. Van Beusichem maakte daar deel van uit. “Het gaat daarbij om leidinggeven vanuit hoe je werkelijk bent, ongewapend, authentiek”, vertelt ze. “Je moet bereid zijn bij jezelf naar binnen te kijken. Het was heel goed en verbindend voor ons als werkgemeenschap, we waren allemaal bereid onze kwetsbaarheid te laten zien. Toen ik tijdens een groepssessie vertelde waar ik bij mezelf tegenaan liep, signaleerde Oeds iets bij mij dat heel erg binnenkwam. Het was heel raak wat hij zei. Ik dacht: daar wil ik wat mee, van hem kan ik wat leren. De persoon van Oeds deed ook wat, ik voelde me veilig om iets van mezelf te laten zien.” In beweging komen“Dat vraagt vervolgens wel om afstemming”, geeft Blok aan. “Want wat is het vraagstuk? Wat kan ik wel en wat kan ik niet bieden? Je hoeft geen probleem te hebben om naar een coach te gaan. Vaak lopen mensen ergens tegenaan, willen een nieuwe stap zetten, zich ontwikkelen. Mariska en ik hebben een oriënterend gesprek gehad om te kijken of ik haar echt verder kon helpen.” Blok, behalve coach ook theoloog – hij is 14 jaar dominee in een baptistengemeente geweest en in zijn vrije tijd begonnen met een buurtkerk – heeft een coachingsopleiding gedaan. “Coaching is een vak. Ik doe dit nu ruim tien jaar.” Coaching gaat over in beweging komen, meent Blok, uit je comfortzone komen, samen de berg beklimmen. Op gevoelEr volgde een traject van zo’n acht bijeenkomsten, met steeds een aantal weken ertussen. Van Beusichem, die aangeeft ‘goed in woorden’ te zijn, moest uit haar comfortzone komen. “Oeds zei: we gaan voelen! Dat deden we met stoelen die ik in de ruimte kon plaatsen ten opzichte van mezelf. Oeds moedigde me aan om dat op gevoel te doen. De stoelen stonden voor personen, maar bijvoorbeeld ook voor het kind in mij. Zo gingen we aan het werk. Oeds legde heel goed uit. Naderhand schreef ik steeds op hoe het voor me geweest was. Dan zie je ook de ontwikkeling die je doormaakt. En ik kan je zeggen: ik ben er enorm van opgeknapt!” Over de berg heenCoaching is niet de oplossing voor alles, zegt Blok, maar richt zich als het ware op een metaforische berg: hoe kom ik hier overheen? “Ik gebruik die metafoor graag: je hebt een berg voor je en je hebt iemand nodig om die te beklimmen, bijvoorbeeld omdat er iets is dat je belemmert. Als je over de berg heen bent, zie je dat er een heel landschap voor je ligt. Door coaching vinden mensen vaak een aanzet voor een nieuwe manier.” Zelf zocht Blok ook begeleiding zodat hij weet wat dat inhoudt. “Daar heb ik veel aan gehad. Gaandeweg ben ik ook meer de ervaring op gaan zoeken. Met praten alleen krijg je dingen vaak niet helemaal helder. Bij praten ben je erg met je hoofd bezig, theologen zijn daar goed in, maar er is ook nog een lijf dat meedoet. Zo gebruik ik bijvoorbeeld werkvormen waarin je je innerlijke wereld kunt uitspelen in de buitenwereld. Dat kan bijvoorbeeld door allerlei voorwerpen in een kamer te gebruiken, maar ook buiten in het bos. Je helpt mensen stilstaan bij wat er gebeurt, je geeft ruimte om de diepere vraag van het leven te ervaren.” RuimteVoor Van Beusichem was de coaching heel helpend. "Het is alsof er iets in mij is opgeruimd, ik heb er ruimte door gekregen. En dat doet ook iets voor me in mijn werk als predikant. Je brengt je persoon in je werk altijd mee, bijvoorbeeld in hoe je op bepaalde situaties reageert. Ik ben niet iemand die erg op mijn strepen gaat staan, maar wat zijn dan mijn grenzen en hoe geef ik die dan aan? Daar zit een persoonlijk verhaal achter. Ik kan dingen die me qua gevoelens konden overspoelen nu beter hanteren, het heeft iets in me geordend. Ik geef er wel even aandacht aan maar verwijs ze vervolgens terug naar het verleden, waar ze horen. Heel vaak zie ik die stoelen weer voor me.” OogstCoaching heeft een heel duidelijk begin en eind, geeft Blok aan. “Je stopt pas als iemand door de leervraag heen gekomen is. Meestal is dat na 5 of 7 gesprekken. De laatste sessie is een oogst, en een blik op de toekomst, met een ritueel om het moment te vieren.” Informatie over de verschillende vormen van begeleiding: Begeleidingstraject naar keuzelees verder |
||
‘Heer, herinner U de namen’ – de Gedachteniszondag
De ‘laatste zondag van het kerkelijk jaar’ is de zondag voordat Advent begint. Het is overigens niet zo dat er iets wordt afgesloten en iets nieuws begint, de termen ‘Gedachteniszondag’ of ‘Eeuwigheidszondag’ lijken daarom passender. Deze ‘laatste zondag’ is de laatste van de drie ‘zondagen van de voleinding’. Die vinden we in het lutherse leesrooster aan het eind van de herfsttijd. Het is de zondag waarop teksten worden gelezen die gericht zijn op Gods nieuwe wereld. Het noemen van de namenMet het noemen van de namen van de gestorvenen voor het aangezicht van God worden de gestorvenen nogmaals bij Godzelf in herinnering gebracht. Het lied ‘Heer, herinner U de namen’ drukt dat ook uit. Waar dat gebeurt, zal God zich zijn verbond met de mensen herinneren en nieuwe toekomst scheppen. Vaak wordt het zo samengevat: de mensen uit het verleden stellen we present in het heden met het oog op Gods toekomst. Daarom dekt het woord ‘herinneren’ de lading niet – herinnering is je iets uit het verleden te binnen brengen, terwijl op deze zondag de namen genoemd worden in het kader van bijbelteksten over Gods trouw en toekomst. Welke namen?Maar welke namen noem je? In veel, met name grotere gemeenten zijn dat de namen van de gemeenteleden die een kerkelijke uitvaart hebben gehad. Van hen weten we dat er een levende verbinding was met het geloof en dat zijzelf of hun families het noemen van de naam in deze bijzondere jaarlijkse viering op prijs zouden stellen. Andere gemeenten gedenken alle gestorven gemeenteleden uit het ledenbestand, of er nu een actieve band was met de kerk of niet. Zij zijn eens gedoopt, toen heeft hun naam voor het eerst in de kerk geklonken en nu opnieuw – allemaal horen ze erbij. Ook zijn er gemeenten die hierin een functie voor de samenleving als geheel zien, en namen van gestorvenen uit het hele dorp noemen. De kerk vervult zo een volop religieuze functie die pastoraal helend kan zijn, ook voor mensen van buiten de kerkgemeenschap. Er is geen regel dat het alleen beperkt moet zijn tot kerkleden, integendeel, Gods wereld is voor heel de schepping bedacht. Wel moet er balans zijn met wat door de nabestaanden op prijs wordt gesteld. Dat kan eenvoudig door hen op de hoogte te stellen of te vragen of dit ritueel voor hen van waarde is. Doopnaam en sterfdatumAls het gaat om gedoopte kerkleden is het passend om de volledige doopnamen te noemen. De doop is namelijk een teken van het opgenomen zijn in het verbond van God met mensen. Dit heeft consequenties voor ons leven, er wordt gesproken over een toekomst voorbij lijden en dood. Om dat opnieuw in herinnering te roepen, klinken de doopnamen opnieuw. Maar hier speelt nog iets anders. In de traditie werden heiligendagen altijd gevierd op de sterfdag van de betreffende martelaar of heilige. De sterfdag werd namelijk gezien als de dag van de ‘wedergeboorte’ in Gods nieuwe wereld. Daarom is kopje onder gaan en opstaan in een nieuw leven het overkoepelende thema bij de doop én bij de fysieke, aardse dood. Daarom is het passend om in ieder geval de sterfdatum te noemen, die heeft in de kerkelijke traditie een betekenis. Geboortedatum of behaalde leeftijd zijn minder van belang. Hooguit zien we daaraan dat mensen een ‘gezegende’ leeftijd hebben bereikt, of zijn we geschokt door een jonger sterven. RitueelHet noemen van de namen vraagt om een ritueel. Dat zorgt voor eerbiedige aandacht en betrekt de gemeente en aanwezige nabestaanden actief in het gedenken. Nabestaanden kunnen een kaars of waxinelichtje aansteken aan de paaskaars of aan een aansteeklichtje dat is aangestoken aan de paaskaars. Voor wie geen nabestaande aanwezig is, doet iemand uit de gemeente of een ouderling dat. Tastbaar tekenEr kan ook gezocht worden naar een tastbaar teken dat de verbinding met deze persoon en deze bijzondere viering bij de nabestaanden levend houdt. Dat kan een bloem zijn of een zorgvuldig vormgegeven kaart met de naam van de gestorvene. Dat kan een glasplaatje zijn in een gedachtenismonument of een natuurstenen herinneringsplaatje. De Bijbel reikt ons het symbool aan van een witte steen waar de naam op geschreven wordt. 1 Samuël 25:29 verwijst naar een steentje ‘geborgen in de buidel waarin God de mensenlevens bewaart’. Dat symbool kennen we ook op Joodse begraafplaatsen, waar kleine steentjes op de graven worden gelegd als eeuwige herinnering. Het Nieuwe Testment voegt daar in Openbaring 2:17 aan toe dat de Geest tegen de gemeenten zegt: ‘Wie overwint zal Ik van het verborgen manna geven, en ook een wit steentje waarop een nieuwe naam staat die niemand kent, behalve degene die het ontvangt.’ Als het steentje al op de zondag na overlijden in de gedachtenishoek van de kerk wordt gelegd of een plek heeft bij de uitvaartdienst, ook als deze in het crematorium of elders is, is er voor de familie een direct verband tussen dat moment en de gedachteniszondag in november. LiederenHet Liedboek kent passende liederen bij de lezingen en rituelen van deze zondag, in de categorie ‘Allerheiligen’ (724-736). Ook in de categorieën ‘Voleinding’, ‘Levensreis’ en ‘Levensreis’ is veel moois en passends te vinden (let bijvoorbeeld eens op 798, 852 en 952). Andere liederen laten zich minder goed vinden, omdat ze elders in het Liedboek staan. Zo kan 331 ‘Roep onze namen’ goed functioneren als terugkerende acclamatie bij het noemen van de namen. Ook lied 139a (couplet 2: ‘ik word in uw grond nooit vergeten, in U gaat mijn ziel niet teloor’) is passend, net als Psalmen Anders 93b, waar een ‘vloed aan namen’ samensmelt met onze tranen, maar er nieuwe grond onder voeten gevonden wordt in de ‘ene Naam die het [wél] houdt’. Uit de praktijkWillie Marskamp, pastor van de Protestantse Gemeente Emmeloord: 'Niemand mag vergeten worden'“Sinds 2007 schrijven we de naam en de sterfdatum van de overledenen in onze gemeente op een witte steen. We schrijven voor álle leden zo’n steen, ook voor hen die we niet kenden en bij wier overlijden we niet betrokken waren. Niemand mag vergeten worden. Na een overlijden vraagt de voorganger van dienst aan een van de twee stenenschrijvers om voor de komende zondag een steen klaar te maken. De koster legt deze op de liturgietafel. In de dienst is er een gedenkmoment. Er wordt kort iets over de overledene verteld, waarbij de gemeente gaat staan. De familie - als die er is - wordt vervolgens uitgenodigd om de steen samen met de ouderling in de gedachtenishoek te leggen. Daarbij zingt de gemeente het lied dat de familie heeft aangedragen. De steen blijft in de gedachtenishoek liggen tot de laatste zondag van het kerkelijk jaar. In die dienst worden alle namen nog eens genoemd, en wie wil mag naar voren lopen om een kaarsje aan te steken. Na de dienst mag de familie de steen op komen halen. Ook als mensen niets met de kerk hebben, zijn ze vaak ontroerd om de steen van hun dierbare overledene in handen te kunnen nemen.” Willem Roskam, predikant van de Domkerk in Utrecht: 'We beperken het gedenken niet tot een kleine kring van mensen'“Het is in de Domkerk al heel lang gebruik om de overledenen te gedenken op of rond 1 november, Allerheiligen. We beschouwen dat als een belangrijke feestdag, vergelijkbaar met Pasen, Pinksteren en Kerst. We hebben nadrukkelijk aansluiting gezocht bij Allerheiligen omdat we het heel betekenisvol vinden dat de kerk een gemeenschap van heiligen is die ons zijn voorgegaan: geloofsgetuigen, zoals bijvoorbeeld de leraren en leraressen van de kerk. Die namen noemen we dan ook. Het is heel troostrijk en bemoedigend om weet te hebben van al die mensen die ons zijn voorgegaan en de gedachtenis van de overledenen niet te beperken tot die kleine kring van mensen die ons in het afgelopen jaar zijn ontvallen. Dat is wat veel kerken vieren met Allerzielen, op 2 november, maar wij hebben ervoor gekozen dat geen zelfstandige plek te geven. Dat is dan weer de protestantse omgang ermee. Overigens is er in onze gedachteniskapel het hele jaar door gelegenheid om dierbare overledenen te gedenken. Op de muur staan namen geschreven van geloofsgetuigen die ons zijn voorgegaan. Elke dag steken mensen daar kaarsjes aan.” Bekijk ook de onderwerppagina 'Eeuwigheidszondag': met materialen en suggesties rond de laatste dag van het kerkelijk jaar. lees verder |
||
De kerkdeuren in Coevorden open voor iedereen dankzij steun Solidariteitskas
Samen één geloofsgemeenschap vormen in Coevorden, en als één kerk present zijn in de stad. Dat was al 50 jaar de wens van de hervormde gemeente en de gereformeerde kerk in Coevorden. Maar iedere keer kwam er weer een kink in de kabel. “Er moesten heel wat hobbels genomen worden om een samengaan vorm en inhoud te geven”, vertelt Leen Jansen Schoonhoven (72), voorzitter van het college van kerkrentmeesters. Duwtje in de rugTot beide gemeenten steeds minder leden kregen en het steeds moeilijker werd om financieel alles rond te krijgen. “Het maakte de noodzaak tot samengaan ineens urgent”, vervolgt Jansen Schoonhoven. De coronatijd gaf onverwacht een duwtje in de rug. “De kerkenraden van beide gemeenten werkten intensief samen in die periode”, vervolgt Jansen Schoonhoven. “Het wederzijdse vertrouwen groeide daardoor enorm.” Het proces van samengaan werd kort daarna eindelijk ingezet. Hulp van buitenafOm één gemeente te vormen met verschillende uitgangspunten en culturen was hulp van buitenaf heel welkom. “We hoorden dat er een mogelijkheid was voor een perspectiefsubsidie uit de Solidariteitskas van de Protestantse Kerk als het gaat om de toekomst van je gemeente”, vertelt Jansen Schoonhoven. “Kort daarna hebben we de aanvraag ingediend en daarbij onze droom gedeeld van één kerkelijke gemeente die er wil zijn voor alle inwoners van Coevorden.” De subsidie werd verstrekt en daardoor kon de hulp van extern adviseur Jenneke Span worden ingeschakeld. SubsidiepotjeLeen Jansen Schoonhoven kijkt dankbaar terug op de periode waarin Span de twee gemeenten begeleidde. “Het is goed dat iemand van buitenaf de leiding heeft in een fusieproces.” Hij beveelt dit andere gemeenten in eenzelfde situatie van harte aan. “Haar externe hulp bracht ons proces van samengaan in een stroomversnelling. Het is goed dat de Protestantse Kerk een subsidiepotje heeft voor de toekomstbestendigheid van gemeenten.” Nieuw elanNa een intensief begeleidingsproces gingen de twee gemeenten in het voorjaar van 2022 verder als de Protestantse Gemeente Coevorden. Het kerkgebouw aan de Coevordense Singel werd de vaste plek van samenkomst. Op papier heeft de nieuwe gemeente zo’n 1200 leden. Op zondag komen er tussen de 150 en 200 kerkgangers naar de dienst. “In de eerste periode lag de nadruk op het elkaar leren kennen”, vertelt Jansen Schoonhoven. “De liturgie werd her en der wat moderner gemaakt. Dat was een grote wens van de jongere kerkgangers en ik moet zeggen dat daardoor een nieuw elan is ontstaan. Afgelopen zomer werden er 4 kinderen gedoopt in een kerkdienst, iets wat we al jaren niet meer hadden meegemaakt. Echt mooi om te zien.” Subsidie voor gemeenteperspectiefHet bureau Steunverlening beoordeelt subsidieaanvragen vanuit de Solidariteitskas van de Protestantse Kerk. Projectmedewerker Erik Vink: “We toetsen of een subsidieverzoek voldoet aan de criteria en voorwaarden. De commissie Steunverlening neemt het uiteindelijke besluit over de toekenning en hoogte van de subsidie.” De twee gemeenten in Coevorden kregen een financiële bijdrage voor de begeleidingskosten van een externe adviseur bij het proces van samengaan, waarbij de nieuw te vormen gemeente een kerk wil zijn voor de hele buurt. “Het is goed dat gemeenten weten dat de subsidiemogelijkheid voor gemeenteperspectief er is”, zegt Vink. “Het ontzorgt henzelf in het fusieproces en biedt mogelijkheden voor de gemeente om zich meer naar buiten te richten.” Kerk naar buitenToen de gemeenteleden helemaal gewend waren aan de nieuwe situatie, wilde de nieuwe gemeente ook graag hun kerk doordeweeks openstellen voor de hele buurt. “Als aparte gemeenten waren we vooral naar binnen gericht, maar samen wilden we als kerk naar buiten”, zegt Leen Jansen Schoonhoven. “Nu is er elke week een spelletjesmiddag voor ouderen, en vieren we regelmatig gezamenlijk verjaardagen in de kerk.” De gemeente heeft ook een heus kerkcafé: iedere woensdagmiddag is de kerkzaal tussen 14.30 en 16.00 uur open. Iedereen die wil, kan langskomen voor koffie, thee, een gezellig praatje of een goed gesprek. Jansen Schoonhoven: “Zo zijn we een plek waar ook mensen ‘van buiten’ terechtkunnen. En dat kan voor alles zijn: om je vreugde te delen, of juist je problemen, of als je behoefte hebt aan gezelschap. Mensen zijn in alle omstandigheden van het leven welkom bij ons.” Dromen van meerDe komende jaren wil de nieuwe protestantse gemeente in Coevorden nog meer laten zien dat ze er is. "We dromen van meer”, lacht Leen Jansen Schoonhoven. "We willen nog meer ontmoetingen met elkaar en anderen organiseren, voor jong en oud”, besluit hij. “Zodat we iedere dag een plek zijn waar je problemen en zorgen met elkaar kunt delen en waar we kunnen laten zien hoeveel moois het geloof en de kerkgemeenschap bieden.” Solidariteitskas: van gemeenten, voor gemeentenElke protestantse gemeente die financiële steun nodig heeft of geld om een vernieuwend plan uit te voeren, kan subsidie aanvragen bij de Solidariteitskas. Naast de subsidie voor gemeenteperspectief kan ook een bijdrage worden verstrekt in de kosten van nieuwbouw, verduurzaming, restauratie van een kerkgebouw of kerkorgel, als de gemeente hiervoor zelf niet voldoende financiële middelen heeft. Vanaf 2025 kunnen diaconieën ook een beroep doen op de Solidariteitskas. Lees hoe subsidie uit de Solidariteitskas hielp om de kleine kerk in Jisp open te houden: Samengaan met buurgemeente houdt kerkdeuren in Jisp open22 mei 2024Bron artikel: Kerkbeheer, magazine van de Vereniging Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) lees verder |
||
Project ‘Share joy, share faith’ bouwt bruggen naar migrantenchristenen
Er zijn meer dan 1,3 miljoen migrantenchristenen in Nederland. Ze komen vaak uit landen waar ze een moeilijke positie hadden, soms zelfs vervolgd werden. Ze hebben er bewust voor gekozen om christen te zijn en ze hebben een persoonlijke relatie met God. Waar Nederlandse, witte, kerken veelal kleiner worden, groeien de migrantenkerken. Toch zijn er nauwelijks contacten over en weer. Dat kan beter, vinden Kerk in Actie en de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN). Ze riepen het project Share Joy Share Faith in het leven. Doel: bruggen bouwen tussen Nederlandse christenen en christenen met een migratieachtergrond. “Samen vormen we immers het lichaam van Christus", zegt Shadi Haddad, werkzaam bij Kerk in Actie voor de contacten met migrantenkerken. Het project wil er daarom voor zorgen dat deze christenen elkaar ontmoeten, om elkaar te leren kennen, in een ontspannen omgeving. Onbekend maakt onbemindWant veel weten ze nog niet van elkaar. Nederlandse christenen weten vaak niet dat er ook veel migrantenchristenen betrokken zijn bij de kerk en bij maatschappelijke kwesties als armoedebestrijding. Migrantenchristenen op hun beurt weten vaak niet dat er onder Nederlandse christenen ook actief praktiserende christenen zijn. Door Share Joy Share Faith hoopt men uiteindelijk ook in de eigen woonomgeving de drempel te verlagen om contacten met medegelovigen van een andere achtergrond te leggen. Positieve ervaringHet idee achter het project is om actieve deelname van migrantenchristenen aan christelijke conferenties, die tot nu toe vrijwel volledig 'wit' zijn, te stimuleren en faciliteren. Zo namen 12 migrantengezinnen dit jaar deel aan de voorjaarsconventie van CWN. Shadi Haddad, van Syrische afkomst, was twee jaar geleden door de organisatie Connecting Churches als spreker uitgenodigd op deze conventie. Vorig jaar werd hij met zijn gezin uitgenodigd, en dit jaar waren er dus maar liefst 12 migrantengezinnen aanwezig. “Een heel positieve ervaring”, zegt Haddad. “We waren er niet alleen als gasten maar ook als deelnemers. We hadden het gevoel dat we welkom waren.” Actief deelnemen is een van de voorwaarden van het project. "Waar mogelijk draagt elke deelnemer actief bij aan het programma, bijvoorbeeld door het leiden van een workshop, door muzikale inbreng tijdens de kerkdiensten, of bijvoorbeeld het uitspreken van een gebed. We hopen volgend jaar naast de CWN-conventie uit te breiden naar nog een andere conferentie, New Wine of Opwekking.” Over het succes van de deelname van migrantengezinnen aan de CWN-conventie waren alle betrokkenen het eens: het was een prachtige aftrap van het project. Er werd over en weer positief op elkaar gereageerd. De actieve aanwezigheid van de groep migrantenchristenen werd gezien als een verrijking. GroeiShare Joy Share Faith zal gestaag groeien, hoopt Haddad. “Maar we hebben subsidie nodig. Migrantenchristenen zullen niet veel betalen om naar een conventie te gaan. Als we nieuwe migranten willen motiveren om te gaan, is het goed als een deel van het deelnamegeld voor hen betaald wordt. Op het Inspiratiefestival vorig jaar mochten 15 migrantenjongeren gratis deelnemen. Dat was fijn, want het was voor hen een prachtige ervaring.” Haddad droomt dat het project het begin is van meer en beter contact tussen migrantenchristenen en witte christenen. “Het is een goede manier om bruggen te bouwen met migrantenkerken en draagt bij aan hun integratie.” Meer lezen? In de rubriek 'Oud & jong' in het novembernummer van Petrus magazine gaan Janeth (14) en Maram (36) met elkaar in gesprek. Zij zijn allebei zo’n zeven jaar geleden vanuit Syrië naar Nederland gevlucht en waren dit voorjaar bij de CWN-conferentie, waar christenen uit verschillende tradities, kerken en gemeenten elkaar ontmoeten. Het artikel is te lezen op pagina 26. Het nieuwe Petrus magazine valt rond 22 november op de mat. Lees ook het dossier: Protestantse Kerk en migrantenkerkenlees verder |
||
Synode geeft groen licht voor ecologisch beleid Protestantse Kerk
We zijn als kerk geroepen om te zorgen voor Gods schepping. Vanuit deze gedachte besprak de synode op 8 november de notitie Laat gerechtigheid stromen. De notitie schetst een richting voor het beleid van de Protestantse Kerk op het gebied van ecologische gerechtigheid en zorg voor de schepping voor de komend jaren. Sabbat als uitgangspuntScriba René de Reuver noemde dat de notitie een theologische basis legt voor het handelen van de kerk op ecologisch vlak. “De notitie neemt haar uitgangspunt vanuit de sabbat, het moment van rust en lofprijzing aan God, onze Schepper”, zegt De Reuver. “Niet de verheerlijking van natuur en mens staan centraal, maar de Schepper zelf.” De titel van de notitie is ontleend aan een woord van de profeet Amos: ‘Laat liever het recht stromen als water, en de gerechtigheid als een altijd voortvloeiende beek.’ (Amos 5:24, NBV21). De profeet verbindt zijn pleidooi voor rechtsherstel voor de armen en verdrukten in de samenleving met het aansprekende beeld van stromend water. Urgentie van klimaatcrisisTijdens de World Assembly in 2022 riep de Wereldraad van Kerken zijn leden opnieuw op om de klimaatcrisis hun volle aandacht te geven. In de Nederlandse context maken steeds meer mensen zich zorgen over het klimaat en vinden dat er ‘iets’ moet gebeuren, zo blijkt uit het rapport van het onderzoek Tussen duurzaam denken en duurzaam doen (PTHU/SCP). Er zijn grote verschillen in de samenleving, maar in het algemeen is er een snelgroeiend besef van de urgentie van de klimaatcrisis. Gesprek faciliterenDe notitie Laat gerechtigheid stromen stelt dat de kerk een plek kan zijn die de ruimte biedt om ons te bezinnen op de benodigde verandering en om daarin te oefenen. De schepping en (ecologische) gerechtigheid hebben een plek nodig in gebed en eredienst, in het luisteren naar de Bijbel en in reflectie op het handelen van de kerk en van haar leden. De kerk heeft veel mogelijkheden in zich om het gesprek te faciliteren en vervolgens een brug te slaan tussen duurzaam denken en duurzaam doen. Publieke spreken van de kerk“De notitie wil een kader bieden voor het publieke spreken van de landelijke kerk rond schepping en ecologische gerechtigheid en voor de invulling van de dienstverlening vanuit de dienstenorganisatie voor lokale gemeenten op dit gebied”, zegt Karin van den Broeke, programmaleider van Kerk in Actie. Ze geeft hierbij aan dat GroeneKerken, een initiatief dat mede door Kerk in Actie is ontstaan, de denkrichting van de notitie volledig ondersteunt. Van den Broeke vroeg de synodeleden om in tweetallen na te denken over iets uit de schepping waar men zich over verwondert, waar men zich juist zorgen over maakt, iets waar je hoop in vindt en wat de kerk kan doen in het kader van ecologische gerechtigheid. Beleid voor komende jarenDaarna was er gelegenheid voor synodeleden om vragen te stellen over de notitie. Een tegenvoorstel om de notitie niet vast te stellen en in samenspraak met GroeneKerken na te gaan of er behoefte bestaat aan een notitie over dit vraagstuk, haalde het niet. Na het synodegesprek aanvaardde de synode de nota Laat gerechtigheid stromen als uitgangspunt voor het publieke spreken van de kerk over de zorg voor het behoud van de schepping en ecologische gerechtigheid voor de komende jaren. Scriba De Reuver is dankbaar: “Deze notitie is heel hard nodig voor ons kerk-zijn in het publieke domein. Het is daarbij fundamenteel dat we ons baseren op een geloofsmatige grondhouding. Daarvoor geeft ‘Laat gerechtigheid stromen’ een goed uitgangspunt.” De dienstenorganisatie krijgt de opdracht om plaatselijke gemeenten te ondersteunen in het vormgeven van hun roeping in bidden, spreken, dienen en leven op het terrein van ecologische gerechtigheid en zorg voor het behoud van de schepping. Download de notitie Laat gerechtigheid stromen Zie ook het dossier: Protestantse Kerk en duurzaamheidlees verder |
||
Verklaring naar aanleiding van het geweld in Amsterdam
Het gevoel van onveiligheid bij de Joodse gemeenschap, dat die avond daar al werd verwoord, wordt door dit geweld versterkt. We horen de angst, woede en ontzetting in de Joodse gemeenschap in Nederland. Het is het zoveelste teken van verharding in de samenleving, en van ontoelaatbare uitingen tegen Joden om wie ze zijn. Daar keren we ons met kracht tegen. Het is niet acceptabel dat Joodse medeburgers zich niet veilig voelen in eigen land. Het is ontoelaatbaar dat voetbalwedstrijden ontaarden in antisemitisch geweld. Tijdens de vergadering van de generale synode hebben we stilgestaan bij wat er in Amsterdam is gebeurd en voorbede gedaan voor de Joodse gemeenschap. Als kerk staan we op voor onze Joodse medeburgers en keren we ons tegen iedere vorm van antisemitisme. René de Reuver, scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland Zie ook het dossier: Protestantse Kerk over bestrijding antisemitismelees verder |
||
De evangeliën herlezen met aandacht voor de joodse setting
Het lezen en begrijpen van teksten ligt ingewikkelder dan je misschien op het eerste gezicht zou denken. Je leest een tekst altijd vanuit een vooringenomen beeld. Alleen al het feit dat je de moeite neemt om dit artikel te gaan lezen zegt iets over je betrokkenheid. Want andere dingen lees je niet, omdat het onderwerp je niet interesseert misschien of vanwege de auteur. Natuurlijk gebeurt het soms dat je een tekst vanuit een verkeerde verwachting bent gaan lezen. Het is belangrijk ons daarvan bewust te zijn, en ons leren openstellen voor nieuwe informatie. Ook de vier Bijbelse evangeliën lezen we nooit onbevangen. Daarbij speelt natuurlijk mee dat deze bijbelboeken – en breder het hele Nieuwe Testament - niet ‘los verkrijgbaar’ zijn. De verschillende boeken van het Nieuwe Testament werden een eenheid doordat de kerk ze samen ging lezen en zich zo eigen maakte. Dat bepaalt vanouds de manier waarop ze gelezen worden: in geloof, als ‘Woord van God’. Anders lezenDe evangeliën zijn onmiskenbaar bedoeld als getuigenissen over Jezus. ‘... Maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven ontvangt door zijn naam.’ (Johannes 20:31) Geloofswerkelijkheid en historische werkelijkheid zijn daarin met elkaar vervlochten. Bij het lezen ervan maakt het veel verschil wat het voor ons betekent als we de naam ‘Jezus’ tegenkomen. Voor de een is dat genoeg om direct af te haken, bij een ander zorgt het er juist voor dat het hart sneller gaat kloppen. Persoonlijke omstandigheden en (geloofs)overtuigingen spelen daarbij een heel belangrijke rol. Maar ons ‘begrip vooraf’ wordt ook bepaald door veranderingen in de maatschappij. Wij lezen anders dan onze grootouders, anders dan in de middeleeuwen of in de eerste eeuwen van onze jaartelling. In het kader van deze serie over (onbewuste) uitingen van anti-judaïsme voegen we daar heel bewust bij: anders ná de Tweede Wereldoorlog dan ervoor. Open deur?Na een eeuwenlange Jodenvervolging op Europese bodem en na de verschrikking van de Shoah was het alsof de kerk met een nieuw bewustzijn ontwaakte. We gingen de Bijbel opnieuw en met andere ogen lezen. Zitten er geen anti-Joodse elementen in onze teksten, in onze commentaren, in onze manier van lezen en verkondiging? Deze vragen hebben ertoe geleid dat de joodse wortels van het christelijk geloof opnieuw werden ontdekt, en dat werd geprobeerd het Jood-zijn van Jezus weer het volle pond te geven. Want het feit dat we in de evangeliën met een Joodse JezusVerder lezenDe joodse wortels van Jezus te maken hebben, lijkt misschien een open deur, maar die deur staat ook in onze tijd voor veel mensen niet zo spreekwoordelijk open als je wellicht zou denken. Nog altijd leeft de gedachte dat Jezus in de evangeliën een nieuwe godsdienst zou hebben gesticht, namelijk het christendom. Daarmee hangt dan het beeld samen dat de Bijbel begint met het Oude TestamentVerder lezenHet jodendom bekijkt het Oude Testament anders dan het christendom, dan komt de witte bladzijde en vervolgens het Nieuwe Testament. Christenen en Joden trekken samen op tot die witte pagina en nemen daarna afscheid van elkaar. Maar die gedachte doet geen recht aan het feit dat Jezus en zijn eerste volgelingen Joden waren én bleven. De evangeliën zijn geen verhalen die overal hadden kunnen spelen, zij vertellen over wat in het Israël van de eerste eeuw is gebeurd. Dat laatste is geen toevallige bijkomstigheid. Willen we de evangeliën goed begrijpen, dan zullen we moeten letten op de joodse setting van Jezus’ boodschap, zijn leven en optreden. Stereotiepe beeldvormingMaar al te vaak bestaat de neiging om het optreden van Jezus geïsoleerd te beschrijven of scherp af te zetten tegen zijn omgeving: Jezus maakt mensen vrij, dan moeten de anderen hen wel knechten. Jezus heeft mensen lief, bij de anderen zit er altijd een adder onder het gras. Deze zwart-wit tekening kan zomaar leiden tot stereotiepe beeldvorming van het jodendom van die tijd en worden verabsoluteerd tot ideeën waarin een ‘verstokt jodendom’ tegenover een ‘bevrijdend christendom’ staat. Daarom is het goed om bij bijvoorbeeld de discussies tussen Jezus en vertegenwoordigers van joodse groeperingen, zoals de farizeeën, niet alleen te wijzen op spanningen maar ook te letten op de onderlinge overeenkomsten. HulpmiddelDe verschijning van de Nederlandse uitgave Het Nieuwe Testament met Joodse toelichtingen bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is daarbij een mooi hulpmiddel. In hun voorwoord schrijven de redacteurs: ‘Vanwege dit boek, zo is ons vele malen verteld, zijn preken gecorrigeerd, is anti-Joods onderwijs en prediking vermeden, en hebben christenen in kerken, klaslokalen en Bijbelstudiekringen meer geleerd over Jezus en zijn volgelingen. Joodse lezers hebben ons verteld hoe dit boek hen heeft aangemoedigd om voor het eerst het Nieuwe Testament te lezen, om een begin te maken met het in ogenschouw nemen van de complexe relatie tussen het Jodendom en het christendom, en hoe ze christelijke mensen in hun omgeving en hun eigen Joodse geschiedenis beter kunnen begrijpen.’ lees verder |
||
Wie is Karen Armstrong?
Karen Armstrong is een wereldwijd befaamde expert op het gebied van religie(s) en de rol ervan in moderne samenlevingen. Wetenschappelijke kennis en een toegankelijke schrijfstijl, doordrenkt van persoonlijke en professionele ervaringen, maken haar boeken geliefd bij een breed publiek. Veel van haar boeken zijn bestsellers, vertaald in 45 talen. Uniek is Armstrongs visie op de rol die compassie in de verschillende levensbeschouwingen en religies speelt en wat haar betreft nog steeds in de maatschappij zou moeten spelen omwille van een vreedzaam en rechtvaardig samenleven op en met deze aarde. Een biografische schetsKaren Armstrong wordt in 1944 in Wildmoor, Engeland, geboren. Ze groeit samen met haar jongere zus op in een doorsnee katholiek gezin. Op 17-jarige leeftijd treedt ze tegen de zin van haar ouders toe tot een kloosterorde, de Society of the Holy Child Jesus. Ze is op zoek naar zingeving, maar de kilte en strikte levensstijl in de orde vallen haar zwaar. Na zeven jaar verlaat zij de orde gedesillusioneerd. Wel heeft het klooster haar een diepgaande kennismaking met spirituele geloofspraktijken gegeven en een discipline die haar later als auteur ten goede komt. Wanneer hoorden we voor het eerst van haar?Na haar vertrek uit het klooster vervolgt Armstrong haar studie Engelse literatuur aan de Universiteit van Oxford, waar ze als kloosterzuster al aan was begonnen. Gezondheidsproblemen, pas vele jaren later als epilepsie gediagnosticeerd, hinderen haar leven. Na haar studie werkt ze als lerares Engelse literatuur en schrijft haar eerste boek Through the Narrow Gate (1982)1, een autobiografie waarin ze afrekent met haar ervaringen in het klooster. Pas haar latere werk voor de BBC, waarvoor zij een televisiereportage maakt over Jeruzalem als stad van de drie grote wereldreligies –jodendom, christendom en islam –, brengt haar terug bij haar oorspronkelijke belangstelling voor zingeving en religie(s). Ze schrijft er haar eerste bestseller over. Waarmee is Armstrong bekend geworden?Met A History of God (1993)2, waarin ze de geschiedenis van de grote monotheïstische religies onderzoekt, verwerft Armstrong internationaal aanzien en haar reputatie als een gezaghebbende stem in het debat over religie. Vierentwintig boeken over religie(s) volgen, waaronder The Battle for God (2000)3, The Great Transformation (2005)4, en het meest recente boek Sacred Nature (2022)5. Armstrong gaf en geeft nog steeds lezingen over de hele wereld, waarin zij op basis van haar werk pleit voor begrip en compassie tussen de wereldreligies. Volgens haar zijn kennis van en empathie voor elkaars religieuze tradities essentieel voor vrede en harmonie in de wereld, en met de natuur. Gemeenschappelijke kernwaarden van de grote religies, zoals compassie, liefde en rechtvaardigheid, zijn daarbij onmisbaar. In 2008 lanceert ze het Charter for Compassion, een internationaal initiatief dat oproept om compassie als centrale waarde zowel in het persoonlijk leven te verwezenlijken als ook in maatschappelijk beleid. Wereldwijd ontstaan er ‘compassionate cities’, van Seattle tot Karachi, de grootste stad in Pakistan. Waar zien we de doorwerking van Armstrongs gedachtegoed terug?Ook in Nederland heeft het gedachtegoed van Karen Armstrong een in religie(s) en spiritualiteit geïnteresseerd publiek weten te bereiken. Sterker nog, haar boeken komen meestal eerst in het Nederlands uit voordat ze in het Engels worden gepubliceerd. Na de lancering van het Handvest voor Compassie in 2008 ontstaan ook hier verschillende compassie-initiatieven. Een aantal Nederlandse steden, waaronder Rotterdam, Zoetermeer en Nijmegen, sluit zich aan bij de wereldwijde compassionate cities-beweging. En sinds 2011 wordt elk jaar de Compassieprijs uitgereikt aan personen of organisaties die zich op bijzondere wijze sterk maken voor compassie in Nederland. Armstrong heeft baanbrekend werk verricht op het gebied van educatie over de verschillende religies én voor de interreligieuze dialoog, zowel vanuit academisch als maatschappelijk oogpunt. In 2017 ontvangt ze voor deze verdiensten een eredoctoraat van de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2023 is de ‘Karen Armstrong leerstoel voor Religie, Waarden en Maatschappelijke Transformaties’ aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht gevestigd. Wat kunnen gemeenten met Armstrongs gedachtegoed?Vooral in de meer vrijzinnige kerkelijke gemeenten is Armstrongs gedachtegoed bekend. Maar haar werk verdient bredere aandacht binnen een kerk die op zoek is naar hoe om te gaan met mensen die weliswaar geïnteresseerd zijn in zingevingsvragen en spiritualiteit, maar niet in een levensbeschouwelijke traditie zijn opgegroeid. Als geen ander weet Armstrong in haar werk voor hen de nodige vertaalslag te maken. Ook de interreligieuze dialoog, die vooral met moslims in de protestantse kerken maar mondjesmaat op gang komt, kan van haar werk profiteren. Het opzetten van lokale leesgroepen en dialoogbijeenkomsten, waar haar boeken en het handvest voor compassie ter inspiratie dienen voor de eigen kerkelijke context, werpen vruchten af. Kerkelijke gemeenten kunnen met dergelijke activiteiten de spirituele en maatschappelijke meerwaarde van de in Nederland aanwezige religies laten zien en de verbinding tussen de verschillende levensbeschouwingen actief bevorderen. Compassie als verbindende waarde en de ‘gulden regel’ – ‘behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden’ – hebben hun kerkelijke en maatschappelijke waarde niet verloren. De invulling ervan in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities is in het huidige diverse levensbeschouwelijke landschap van Nederland belangrijker dan ooit. lees verder |
||
Ds. Thea de Ruijter: “Mooi als kerk klimaatrechtvaardigheid omarmt als integraal onderdeel van ons geloof”
Hoe ervaar je je roeping?“Als soms een beetje verdwalen en weer gevonden worden. Als ik weleens denk dat ik iets niet kan of niet meer wil, dan gebeurt er iets dat me weer op mijn pad brengt. Vaak iets kleins, een ontmoeting bijvoorbeeld die mij doet beseffen dat dit het is waarvoor ik predikant ben. Ik werk bewust 50 procent, naast mijn werk wil ik me kunnen inzetten voor klimaatrechtvaardigheidVerder lezenSynode geeft groen licht voor ecologisch beleid Protestantse Kerk . Ook als theoloog, af en toe krijg ik gelegenheid om iets te schrijven.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Andere mensen en hun verhalen over God, die geven me steeds nieuwe moed. Ik zie dan dat God echt aan het werk is. Een heilzaam besef: je kunt echt wel wat van God verwachten. Ik heb dat soort ontmoetingen regelmatig, tijdens een huisbezoek of tijdens een gespreksgroep. Wat dat betreft is het een blessing om dominee te zijn.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?“Vorig jaar had ik een burn-out. Daar heb ik van geleerd dat ik veel gebed nodig heb. Dat tot stilte komen kan er gemakkelijk bij inschieten. Ik was er helemaal door opgebrand, en mijn ziel ook. Ik ben het gebed structureel een plek gaan geven in mijn leven, dat houdt me op het spoor. Ik heb een getijdenboek gekocht en dat ben ik gaan volgen. Als dat dan weer versloft, ben ik heel snel weer van mijn koers.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“Pastoraat en voorgaan. Vooral het pastoraat bij live events, dat kunnen natuurlijk ook leuke gebeurtenissen zijn. Het is heel rijk om als pastor op bezoek te komen op momenten dat het erom spant. Ik vind het bijzonder en ontroerend om daarbij te mogen zijn. Het voorgaan vind ik fijn door de kracht van de Bijbelse verhalen. Bij de voorbereiding van de dienst ervaar ik de rijkdom ervan, en daar mag ik dan ook nog over vertellen, van delen.” Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?"De cursus Van U is de aarde, een verdiepende cursus over de grond waarop wij leven. En een introductiecursus geestelijke begeleiding, over de zielzorg. Het zijn beide belangrijke thema’s, en ze raken elkaar enigszins. We leven in een tijd met een existentiële dreiging, en daar moeten we mee omgaan.” Waar kan de kerk haar verantwoordelijkheid nemen voor medemens en schepping?“Ik vind het prachtig dat de synode begin november naar aanleiding van een rapport praat over klimaatrechtvaardigheid. Dat we dat thema als kerk omarmen als integraal onderdeel van ons geloof, en daar dus mee bezig kunnen zijn. Er wordt heel verschillend over dit onderwerp gedacht, maar het helpt als we een koers uitzetten. Ook om er op lokaal niveau mee aan de slag te gaan. Ik probeer dat ook te doen, in gespreksgroepen voor geïnteresseerden maar ook in vieringen. Ik ben betrokken bij het Schipholgebed. Met een groep mensen bidden we een paar keer per jaar voor de schepping. We maken ruimte voor berouw en rouw over de schepping. Door juist op de luchthaven, een plek die zoveel schade veroorzaakt, te bidden, weten we: ‘Dit is wie we zijn, dit is wat we doen. We zijn hier allemaal deel van.’ Wie wil, kan aansluiten.” Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?“Laudato Si, een heel knap boek en heel belangrijk dat de paus dat geschreven heeft. Dat boek heeft voor mij heel veel veranderd. En het boek Scheppings(t)rouw van Lysanne van der Kamp-Rinzema. Ook een eye-opener, het geeft woorden aan wat er in mij leeft. Van alle groene christelijke boeken die ik heb gelezen raakt deze een andere laag.” Is er een bijbeltekst die met je meegaat?“De laatste weken ben ik bezig met een tekst uit Jeremia 35, een verhaal over hoe de profeet Jeremia de Rechabieten als voorbeeld neemt vanwege hun levensstijl. Hij gedraagt zich daarbij als een sluwe vos. Het is een soort profetisch straattheater, daar heb ik plezier in.” Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“De kerk is een bijzondere plek. We zijn allemaal heel verschillend, maar proberen elkaar toch vast te houden. Dat is soms moeilijk, want polariserende thema’s zijn er ook in de kerk. Ik hoop tegelijk dat we de eigenheid behouden die het evangelie ons aanreikt: wij zijn gericht op het koninkrijk van God. We zijn een gemeenschap met een richting.” lees verder |
||
Wie was Harry Kuitert?
11 november 2024 is het honderd jaar geleden dat Harry (H.M.) Kuitert in Drachten werd geboren in een gereformeerd onderwijzersgezin. Na zijn theologiestudie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam (1945-1950) werd hij achtereenvolgens predikant in Scharendijke op Schouwen-Duiveland (1950-1955), studentenpredikant in Amsterdam (1955-1965), wetenschappelijk medewerker (1965-1967) en hoogleraar ethiek en inleiding dogmatiek (1967-1989) aan de theologische faculteit van de VU. In 1953 maakte hij in Zeeland de watersnoodramp mee. Vooral op hoge leeftijd kwam hij daar herhaaldelijk op terug. Kort voor zijn overlijden in 2017 kon hem in 2016 nog het boek Spreken over Boven. Harry Kuitert. Een biografie aangeboden worden. Met afstand is Kuitert de meest gelezen Nederlandse theoloog van de afgelopen vijftig jaar. Wanneer hoorden we voor het eerst van hem?In de jaren 60 trok Kuitert met de bioloog prof. J. Lever het land in om op drukbezochte avonden van de VU-Vereniging over schepping en evolutie te spreken. Hij schreef toen Verstaat gij wat gij leest? (1968, 14e druk in 1974) waarin hij de resultaten van het moderne bijbelonderzoek voor een breed publiek besprak. In de jaren 70 trok zijn boekje Zonder geloof vaart niemand wel (1974) de nodige aandacht met de stelling dat ‘alle spreken van Boven van beneden komt, ook de uitspraak dat iets van Boven komt’. Een stelling die veel vragen opriep. Hij bedoelde daarmee – zo herhaalde hij voortdurend – niet te zeggen dat er niets van Boven kan komen, maar dat al ons spreken over God (alle woorden die wij voor Hem gebruiken) altijd menselijke woorden zijn. In wezen was dat ook al zijn stelling in zijn dissertatie over de Mensvormigheid Gods waarop hij in 1962 bij prof. G.C. Berkouwer promoveerde. Waarmee is hij bekend geworden?Hoewel zijn leeropdracht ethiek was en hij daarin vooral op het vlak van de medische ethiek zijn sporen heeft verdiend, trokken zijn boeken op het gebied van de dogmatiek de meeste aandacht. Enkele jaren na zijn emeritaat publiceerde hij in 1992 zijn eigen dogmatiek, Het algemeen betwijfeld christelijk geloof, die 17 herdrukken beleefde. Na zijn 75e ging hij in zijn vraag naar de herkomst van godskennis nog een stap verder door te betogen dat er eerst mensen waren en toen pas God. Met die stelling naderde hij dicht de uit de psychologie bekende projectietheorie waarin God louter als product van menselijke projectie (verbeelding) wordt gezien. Wat kunnen gemeenten met zijn gedachtegoed?Tot een van de meest baanbrekende onderdelen van zijn werk mag in de eerste plaats het aankaarten van het debat over de verhouding van Bijbel en evolutie worden gerekend. Velen heeft hij hierin de weg gewezen. In het verlengde van dit debat nam hij de in de gereformeerde theologie hoog opgeworpen barrières tegen het moderne bijbelonderzoek weg. Dat onderzoek werd vanaf eind jaren 60 een vast onderdeel van de predikantsopleiding. Via hem raakten ook de gemeenteleden daarmee vertrouwd. In de tweede plaats heeft hij aandacht gevraagd voor de menselijke basis van elke vorm van religie. Op die basis, dat ‘antropologisch vloertje’, wilde hij zijn theologisch ‘zoekontwerp’ bouwen. Godsdienst is een zaak van mensen, van hun hoop, verdriet en verlangen, zo leerde hij. En ten derde kunnen zijn publicaties over euthanasie (1981) en suïcide (1983) worden genoemd. In alle drie gevallen was zijn intentie erop gericht een ruimte te creëren die er voordien in zijn ogen niet was. Gezien de vele herdrukken van zijn boeken vond hij daarin bij velen gehoor. Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?Op bovengenoemde drie terreinen zien we onmiskenbaar zijn invloed terug. Tegelijkertijd wordt nu ook duidelijk waarin hij doorschoot. Uiteindelijk zette hij een dermate grote stap in de richting van de projectietheorie dat zijn eigen stelling uit 1974 over Boven dat altijd via beneden tot ons komt, toch ook bij hem zelf de duiding kreeg die hij zelf tientallen jaren had bestreden, namelijk dat een mens niets van Boven kan vernemen. De theologie van de ‘late’ Kuitert laat zien hoe riskant het pad van de vermenselijking van religie ook kan zijn: religie kan ook al te menselijk worden voorgesteld. Dan blijft er geen ruimte meer over voor boven ons uit stijgende ervaringen. Daar leek het in zijn latere theologie op. In zijn emotionele beleving bleef die ruimte er echter altijd wel, vooral dankzij Bach en de poëzie van Gerrit Achterberg. Lees meer in de serie theologische profielen: Wie was Cornelis Graafland?lees verder |
||
Kunstmatige intelligentie in het kerkenwerk
AI wordt al heel lang gebruikt. Denk aan algoritmes op sociale media, gezichtsherkenning of antwoorden van chatbots bij je energiebedrijf, bank of favoriete webwinkel. Een van de recente ontwikkelingen is de opkomst van generatieve AI. Deze software kan automatisch nieuwe content creëren, zoals teksten, afbeeldingen, video’s of muziek. De ontwikkelingen gaan razendsnel. De eerste experimenten van predikanten om preken te maken vonden plaats in 2022 tijdens de hype rond de chatbot ChatGPT. Predikant Jan van der Wolf (Protestantse Gemeente Zoetermeer) publiceerde op Facebook een AI-preek over het verhaal over Jezus die een storm stilde (Matteüs 8:23-27). Reacties daarop: ‘heel vroom’, ‘angstaanjagend’, ‘ouderwets’,’niet doorleefd’, ‘keurig’. In twee jaar tijd is veel gebeurd. Hoewel ChatGPT nog niet door de ballotage komt om complete preken te schrijven, kan het met gemak een waardevol hulpmiddel zijn om preekideeën te genereren of verschillende perspectieven op bijbelpassages te verkennen. Voordelen en kansenEr zijn genoeg voordelen op te sommen waarom je in je gemeente gebruikmaakt van generatieve AI-diensten. Ten eerste kan AI je helpen om de kernboodschap toegankelijker te maken en beter te verspreiden. Je kunt berichten voor sociale media laten schrijven, preken vertalen in verschillende talen of toegankelijke content voor mensen met een visuele beperking creëren. AI kan vervolgens helpen om je kerkelijke communicatie persoonlijker te maken. Je kunt gepersonaliseerde uitnodigingen voor activiteiten versturen, op de persoon geschreven e-mails versturen, individuele begeleidingstrajecten aanbieden voor (t)huisgesprekken of een chatbot op je website plaatsen. Ook kunnen kerkelijke taken door AI worden geautomatiseerd. Zoek je als redactie een afbeelding bij de gelijkenis van de kameel door het oog van de naald (Matteüs 19:24), dan vraag je Canva of Dall-E een afbeelding voor je te maken. Heb je even geen inspiratie, dan verzoek je chatbot Gemini een samenvattend artikel te schrijven. Handig voor al die redacteuren die moeite hebben kopij aangeleverd te krijgen. Notulen van vergaderingen hoef je niet meer uit te schrijven, veelgestelde vragen aan het kerkelijk bureau kunnen automatisch op maat worden beantwoord, en beleidsplannen kunnen automatisch worden samengevat. In gemeenten waar veel anderstaligen komen kan AI behulpzaam zijn om meertalig te communiceren, van statushouders uit Syrië tot expats uit Duitsland. Ook kan AI helpen om ideeën op te doen en te vertalen naar content, of om je te oriënteren en tips te krijgen hoe je plannen kunt verbeteren. Het helpt je creativiteit verder te brengen. Nadelen en gevarenOverijld gebruik kan schade geven aan individuele gemeenteleden of de gemeente als geheel. Het is belangrijk om je als gemeente ook bewust te zijn van de beperkingen van generatieve AI. We staan aan het begin van een technologie waarvan de impact soms klein, maar ook heel groot kan zijn. AI kent vooralsnog geen eindpunt. VerdienmodelZo is het belangrijk om niet afhankelijk te worden van technologie en grote techbedrijven. AI is een verdienmodel. Lagelonenwerkers in landen als Kenya of India labelen dag en nacht afbeeldingen die door AI-software worden gebruikt. Dit is wellicht de olifant in de kamer: de macht ligt bij een klein aantal bedrijven dat data plundert en flexwerkers en kwetsbare groepen mensen onderdrukt. Daarom is de roep om reguleren steeds groter aan het worden. Kerken kunnen hier hun maatschappelijke rol spelen, zoals de Franciscaanse pater Paolo Benanti het Vaticaan én techbedrijven adviseert over ethiek en AI. Niet onfeilbaarDaarbij kan AI forse en uiteenlopende fouten maken. De 21e-eeuwse HAL-9000 uit A Space Odyssey baseert zich op dataverzamelingen en kansberekening en denkt zelf niet na. Een hallucinerende foto van een hond met twee tongen is nog makkelijk te herkennen. Ernstige gevolgen zijn er als je adviezen krijgt op basis van verkeerde data zonder menselijke controle. Als je dat uitvergroot, kan AI invloed hebben op persoonlijke relaties, autonome mensenrechten, machtsverhoudingen en democratie. En AI interpreteert mensen van kleur systematisch negatief. De vergelijking met een gewelddadige golem die door zijn schepper moet worden vernietigd dringt zich op. Besef dat generatieve AI niet volledig autonoom werkt en niet onfeilbaar is. PrivacyPrivacy is een ander aspect. De Autoriteit Persoonsgegevens is helder: ook als het om een test met AI gaat, is het nodig om privacyrisico’s vooraf in kaart te brengen om persoonsgegevens te beschermen. Je mag als gemeente een voor een lid belangrijke beslissing niet geautomatiseerd doen. Ethische overwegingenAI kan vervolgens aangewend worden voor minder goede doelen. Het is belangrijk om kritisch naar de mogelijkheden van AI te kijken en om ethische overwegingen voorop te stellen. Op kleine schaal kan AI nadelige invloed hebben op het gemeenschappelijke leven in de kerk. Op grotere schaal is desinformatie snel verspreid. En wat te denken van identiteitsfraude. EnergieslurperEn tot slot: AI kost bakken met stroom. Het energieverbruik van datacenters groeit enorm. Die energie (en CO2-uitstoot) is nodig om statistische datamodellen te trainen, zodat ze kunnen doen waar ze goed in zijn. Bepaal hoe je AI aanwendtGa als kerkenraad en werkgroep communicatie met elkaar in gesprek over hoe je op een verantwoorde en zinvolle manier AI kunt inzetten. Richt een werkgroep op die zich verdiept in de mogelijkheden van AI en die advies geeft over de passende manier om deze technologie in te zetten voor onze gemeente. Enkele vragen die je kunt bespreken:
Aanvullende tips
AI-gereedschapskistEen toegeruste werkgroep communicatie heeft professionele AI-tools tot haar beschikking. Gebruik ze voor ideeontwikkeling, creatie, redactie of evaluatie. Niet alle tools zijn gratis. Teksten
Foto’s en illustraties
Audio en Video
Dialoog en vergaderingen
|
||
Ds. Neeltje Reijnders: “We zijn als kerk te bescheiden”
Hoe ervaar je je roeping?“Ik kom uit een randkerkelijk gezin en ging naar een openbare school. Maar er is in mijn beleving altijd iets of iemand geweest, groter dan ikzelf. Ik ging met vriendinnen mee die naar de kerk moesten. Katholiek, evangelisch, gereformeerd, ik heb het allemaal gezien. Daar is het begonnen. De studie theologie vond ik heel fascinerend, het was een grote snoepwinkel. Pas toen ik stageliep in Stiens en ontdekte hoe mooi de kerk in de praktijk was, wist ik dat ik predikant wilde worden. Je komt heel dicht bij mensen, je praat samen over God. En tijdens mijn stage op Curaçao herontdekte ik: God is overal. Dat gevoel gaat al mijn hele leven met mij mee.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Humor, relativering en op tijd geestelijke afstand. Ik werk sinds Naaldwijk niet fulltime in de kerk. God is niet alleen in de kerk te vinden, je treft ook daarbuiten veel gelovige en toffe mensen. Daarnaast schilder ik, heb ik een kinderboek geschreven en ben ik stemacteur.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?“Door niet opgesloten te zitten in het piepkleine wereldje van de kerk maar steeds de blik open te houden voor samenwerking met andere mensen en groepen. En door te ontdekken dat het als predikant niet om mij persoonlijk gaat maar om mijn taak. Ik ben niet de standaard-dominee, daar had ik vroeger wel last van. Maar ik hoef niet per se meer aardig gevonden te worden, dat geeft veel ruimte.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“Dat is per dag verschillend. Gisteren had ik een mooi gesprek bij iemand thuis aan de keukentafel, en ging het zomaar over God. Dit vind ik het mooiste, denk ik dan. Maar bij een mooie kerkdienst denk ik: dit is het mooiste. Predikant zijn is een fantastisch vak, je hebt onbeperkt toegang tot veel mensen.” Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?“Een cursus bij Rick Benjamins over liberale theologie. Verder past het aanbod van de PThU me niet zo, het is niet wat ik nodig heb op dit moment. Maar ik wil mezelf wel blijven ontwikkelen. De opleiding tot stemacteur heeft me enorm in mijn werk geholpen. Dat heeft te maken met tekstbegrip, presentatie en stemgebruik, blijven leren en nadenken.” Waar kan de kerk haar verantwoordelijkheid nemen voor medemens en schepping?“Ik was blij toen we als kerk protesteerden tegen het afschaffen van de bed-bad-broodregeling. Ik hou van die houding, het is mooi als de kerk zich roert. Ook los van de politiek zijn we te bescheiden als kerk. We vergeten, in marketingtermen, hoe goed ons product is. Er komen jonge mensen bij ons in de kerk die troost, rust en bemoediging zoeken. Veel mensen volgen daarvoor dure cursussen, maar de kerk is een stuk voordeliger en je krijgt er nog koffie ook. Het is een misverstand dat de kerk een gesloten gemeenschap is, maar we moeten zelf wat aan die beeldvorming doen. Laten we maar in de krant zetten dat de kerkelijke gemeente de deuren open heeft. Bij ons in de kerk komen ook veel mensen voor feesten en partijen waarvoor de kerk gehuurd is. Zij weten vaak niet dat hier ook een geloofsgemeenschap huist. Ik probeer daar nu wat aan te doen, in interviews en andere artikelen in de krant.” Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?“Dat vind ik een lastige, soms bevelen mensen een boek aan waar ik niets aan vind. Mag ik mijn eigen kinderboek Het Koertjeboek noemen? Er is natuurlijk het risico dat mensen daar niets aan vinden, maar je kunt ermee werken met kinderen, volwassenen en mensen met een verstandelijke beperking.” Is er een bijbeltekst die met je meegaat?“De tekst ‘Elia, wat doe je hier?’ uit 1 Koningen 19. Elia voelde zich alleen. Hij vond God niet in de storm, niet in het vuur, maar in de fluisterende stilte. Wat een fantastisch bijbelverhaal is dat. Het is míjn verhaal. Als predikant denk je ook weleens dat je er alleen voor staat. Deze tekst biedt me dan troost.” Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“Dat het elan komt dat mensen ontdekken hoe belangrijk het is om een geestelijk leven te hebben en hoeveel wij als kerk dan in huis hebben. En dat we open en creatief genoeg zijn om steeds nieuwe wegen te zoeken om die mensen te bereiken en het voor onszelf ook levend te houden.” Bekijk de video van de campagne Komtheologiestuderen.nl waarin Neeltje Reijnders vertelt hoe ze bezig is met het opbouwen van ‘een nieuwe kerk’. Een kerk die een andere maatschappelijke rol speelt dan vroeger en interessant is voor jongeren. Lees meer in de serie over de voorgangers in de Protestantse Kerk:
lees verder |
||
Waar zijn de ambtsdragers? - Deel 1: Ridderkerk
“Het is al langer moeilijk om ambtsdragers te vinden, we zijn eraan gewend geraakt. We hebben in de gemeente duidelijk gemaakt dat we ons niet blind willen staren op de terugloop van het aantal leden en van het aantal mensen dat een ambt of functie wil vervullen. We proberen toch een beetje onbezorgd kerk te zijn, en roeien met de riemen die we hebben. Daarbij doen we liever minder dingen goed dan veel dingen half. We schakelen mensen ad hoc in voor bepaalde taken en we organiseren sommige dingen anders. Zo hebben we de structuur van de wijkteams met ouderlingen losgelaten en gekozen voor een pastoraal meldpunt dat drijft op bezoekmedewerkers die een paar adressen voor hun rekening nemen. Dat functioneert goed. Net als ons uitvaartpastoraat in vacaturetijd, we waren twee jaar vacant. En de verjaardagsviering eens per kwartaal voor alle 75-plussers die in dat kwartaal jarig zijn. Daarnaast zijn we in gesprek met de Opstandingskerk in Rijsoord. Het is de bedoeling dat we per 1 januari 2024 één gemeente zijn. Nu kerken we al om en om in elkaars kerkgebouw, dan gaan we ook de kerkenraden in elkaar schuiven. Dat is mooi, want wij hebben al geen tweede scriba meer en de voorzitter van de diaconie gaat dit jaar weg. En verder delen we onze ervaringen in SaRi, Samenwerkende Ridderkerkse kerken, waarin we als protestantse kerken ook samen activiteiten ontplooien. Het levert positieve energie, en ontmoeting en vieringen in elkaars kerken. In de beleving van de gemeenteleden is er al een groot samenwerkingsverband. We hebben te weinig ambtsdragers, ja. We houden er dan ook rekening mee dat onze gemeente er over tien jaar heel anders uitziet. Maar we accepteren dit als realiteit en worden er niet moedeloos van. Misschien sta ik er erg positief in, maar zo wil ik het ook benadrukken en overbrengen op de gemeenteleden hier. We zijn nog steeds van betekenis.” Dit artikel verscheen in het meinummer van magazine #protestant in 2023. Inmiddels is de Opstandingskerk in Rijsoord samengegaan met De Levensbron in Ridderkerk. Op de themapagina Lichter kerk-zijn vind je tips voor het omgaan met een tekort aan ambtsdragers: Lichter kerk-zijnlees verder |
||
Wat is het Heilig Avondmaal? Betekenis, viering en deelname binnen de Protestantse Kerk
Wereldwijd vieren christenen het Heilig Avondmaal, dat ook wel de Maaltijd van de Heer wordt genoemd. Zij komen samen rond de Tafel van de Heer en nuttigen brood en wijn. Door het vieren van dit sacrament ervaren zij Gods aanwezigheid en ontvangen zij Zijn genade. Maar wat is eigenlijk het Heilig Avondmaal? Wat is een sacrament? En hoe wordt het Heilig Avondmaal gevierd? Wat is het Heilig Avondmaal?De protestantse traditie kent twee sacramenten: de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. Het woord sacrament is afgeleid van het Latijnse woord sacramentum, dat ‘heilig (geloofs)geheim’ betekent. Beide sacramenten worden verstaan als door Christus zelf ingesteld, en rechtstreeks terug te voeren op het Woord van God in de Bijbel. In de nacht waarin Jezus Christus werd verraden en uitgeleverd vierde Hij met zijn discipelen (leerlingen) een Pesachmaaltijd, waarbij Hij hun brood en wijn gaf. De woorden die Hij daarbij sprak lezen wij in de Bijbel (1 Kor. 11:23-25; Matt. 26:26-28; Marc. 14:22-24; Luc. 22:19-20): In de nacht, toen onze HEER Jezus Christus verraden werd, nam Hij het brood, dankte, brak het en gaf het aan zijn discipelen en zei: ‘Neemt en eet, dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis.’ Evenzo nam Hij ook de beker na de maaltijd, dankte, gaf hun die en zei: ‘Neemt en drinkt allen daaruit. Deze beker is het nieuwe testament in mijn bloed, dat voor u vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doet dit, zo dikwijls u die drinkt, tot mijn gedachtenis.’ Christus heeft ons opgedragen het Heilig Avondmaal steeds opnieuw te vieren, tot Zijn gedachtenis (‘doet dit tot mijn gedachtenis’). Door het vieren van dit sacrament komen wij nader tot God, ervaren wij Zijn aanwezigheid in de gemeenschap van gelovigen en met alle Heiligen, en wij ontvangen Zijn genade. Het sacrament vormt een zichtbaar teken (symbool) en zegel (bevestiging) van Zijn genade. Maar alleen door het geloof kunnen wij de werking van dit sacrament door de kracht van de Heilige Geest werkelijk ontvangen. De maaltijd van de Heer: teken en zegel van de belofte van het evangelieMaaltijd van de HeerHet Heilig Avondmaal is een bijzondere maaltijd, met een heel bijzondere betekenis en werking. Deze bijzondere betekenis blijkt al uit de benaming van dit sacrament: een heilig maal, een maaltijd van de Heer. Het is Christus zelf die ons uitnodigt om deel te nemen aan het maal aan Zijn tafel, in gemeenschap met Hem. God wil in en door het Heilig Avondmaal bij ons aanwezig zijn, in Zijn gemeenschap van gelovigen. Hoewel het Heilig Avondmaal aan ons wordt bediend, ontvangen wij brood en wijn rechtstreeks uit Zijn hand. Wij gaan aan tafel bij de Heer. Jezus Christus heeft zijn leven gegeven, zijn lichaam en bloed. Wanneer wij het Heilig Avondmaal vieren, brood en wijn eten en drinken als Zijn offer voor ons gegeven in lichaam en bloed, gedenken wij dat Hij heeft geleefd, geleden en is gestorven tot vergeving van al wat ons van God scheidt: onze zonden. Maar wij gedenken en vieren ook dat Hij is opgestaan uit de dood. Het is Christus zelf, de levende God, die wij door het Heilig Avondmaal als gave ontvangen. In en door de bijzondere gaven, handelingen en woorden van het Heilig Avondmaal wordt Gods aanwezigheid in Zijn gemeenschap tastbaar, zichtbaar en hoorbaar. Viering Heilig AvondmaalGod wil bij ons zijn, onder ons mensen. Het vieren van het Heilig Avondmaal vormt een bijzonder moment waarop eenieder die eraan deelneemt individueel nader komt tot God, maar waardoor wij als mensen ook nader komen tot elkaar. Wij worden op een nieuwe manier één in Zijn gemeenschap, als broeders en zusters in het lichaam van Christus. Het Heilig Avondmaal is een zichtbaar teken en zegel van Zijn aanwezigheid en genade in en voor Zijn gemeenschap, voor eenieder die zich deel weet van Zijn gemeenschap en die zich geroepen weet tot deelname aan het Heilig Avondmaal. Door het vieren van het Heilig Avondmaal krijgen wij ook een voorproef op het Koninkrijk van God, dat Jezus Christus heeft verkondigd. Wij proeven in de bijzondere tekenen van brood en wijn het Koninkrijk van God, en zien hoopvol uit naar Zijn wederkomst. Door het vieren van het sacrament ervaren wij een voorproef op de komende vrede, gerechtigheid en liefde in Zijn rijk. Onze relatie tot God, maar ook onze relaties tot elkaar worden door het vieren van het Heilig Avondmaal in gemeenschap met Christus hernieuwd. Hij maakt ons vrij van alle kwaad en geeft ons nieuw leven. Door de goede gaven van God te ontvangen en te delen worden wij één in Christus, waarbij alles wat ons van God en van elkaar scheidt, wat ons verdeelt en vervreemdt wegvalt. Het vieren van het Heilig Avondmaal is daarom altijd ook dankzegging (eucharistie). Hoe wordt het Heilig Avondmaal gevierd?Gemeenten die behoren tot de Protestantse Kerk vieren het sacrament van het Heilig Avondmaal ten minste viermaal per jaar, maar veel gemeenten vieren het vaker. Het Heilig Avondmaal wordt gevierd in de eredienst op zondagen en veelal tijdens hoogtijdagen (feestdagen). Daarnaast kan het Heilig Avondmaal ook op andere momenten en bij andere gelegenheden worden gevierd met mensen die niet in staat zijn om naar de viering van het sacrament in de eredienst te komen, bijvoorbeeld in gevangenissen, zieken- en verpleeghuizen of in de huiselijke kring. Voor het vieren van het Heilig Avondmaal wordt de avondmaalstafel (in de Lutherse traditie ook wel altaar of altaartafel genoemd) gedekt als de Tafel van de Heer met brood en wijn. De voorganger (predikant) citeert bij het breken van het brood en het gieten van de wijn de zogenaamde instellingswoorden. Dat zijn de woorden die Jezus uitsprak tijdens het Laatste Avondmaal. Daarbij spreekt de voorganger bij het reiken van de gaven aan de gemeenteleden de passende uitdelingswoorden, waarbij hij of zij veelal wordt geholpen door ambtsdragers (bij voorkeur diakenenVerder lezenWat zijn de taken van een diaken?). Iedereen die zich geroepen weet door de persoonlijke uitnodiging van Christus tot deelname aan het sacrament van het Heilig Avondmaal ontvangt de tekenen van brood en wijn. Er zijn verschillende liturgische vormen waarmee de gemeenten die behoren tot de Protestantse Kerk het Heilig Avondmaal bedienen. In een deel van de gemeenten komen de gemeenteleden naar voren naar de avondmaalstafel om het Heilig Avondmaal te ontvangen. In andere gemeenten wordt het Heilig Avondmaal aan gemeenteleden op hun eigen plaats in de kerk bediend, waarbij brood en wijn worden doorgegeven door de banken- of stoelenrijen. Ook zijn er gemeenten waarin gemeenteleden het Heilig Avondmaal ontvangen in een (halve) kring rond de avondmaalstafel, of waar gemeenteleden plaatsnemen aan tafels waaraan hun het Heilig Avondmaal wordt gereikt. Wie mag deelnemen aan het Heilig Avondmaal?In sommige gemeenten mogen alleen belijdende leden deelnemen, terwijl andere gemeenten iedereen uitnodigen die zich door Christus geroepen voelt. Dit laat de diversiteit binnen de Protestantse Kerk zien, waarbij verschillende tradities en benaderingen bestaan. Voor gemeenten die zich verbonden weten met de hervormde en gereformeerde tradities vormt het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis vaak een voorwaarde om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal. Deze gemeenten laten alleen belijdende gemeenteleden toe tot het sacrament. Andere gemeenten laten ook doopleden toe die (nog) geen openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd. Volgens deze tradities worden gemeenteleden enkel door de doop (en het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis) opgenomen in Zijn gemeenschap. Ten slotte zijn er ook gemeenten die onvoorwaardelijk iedereen die zich door Christus geroepen weet toelaten tot het sacrament van het Heilig Avondmaal. Dit betreft voornamelijk de gemeenten die zich verbonden weten met de lutherse traditie. Deze traditie stelt dat de kerk als gemeenschap ontstaat als antwoord op Christus’ uitnodiging in Woord en Sacrament. De gevestigde kerk moet geen enkele belemmering gaan vormen tussen individuele mensen en God, en daarom ook aan niemand die zich door de persoonlijke uitnodiging van Christus tot deelname aan het Heilig Avondmaal geroepen weet de toegang hiertoe ontzeggen. Lees hier hoe protestanten denken over het Avondmaal: Hoe denken leden van de Protestantse Kerk over het avondmaal?12 aug 2022 lees verder |
||
Wie was Cornelis Graafland?
Wie was prof. dr. Cornelis Graafland?Prof. dr. Cornelis Graafland (1928 - 2004) was een theoloog uit de Gereformeerde Bondsrichting. Hij groeide op in een gelovig arbeidersgezin. Vooral het geloof van zijn moeder heeft hem beïnvloed. Zij was een piëtistisch-gelovige vrouw, wat inhoudt dat zij de innerlijke beleving van het geloof centraal stelde. Ze las veel ‘oude schrijvers’, theologen uit de 17e eeuw. Op relatief jonge leeftijd kreeg ze kanker, waaraan ze overleed. Ze stierf met geloofsvertrouwen. Dat maakte indruk op de jonge Graafland. Het eenvoudige geloof van zijn moeder was levenslang een spiegel voor hem. Graafland wilde al op jonge leeftijd predikant worden. Eerst probeerde hij het in de Christelijke Gereformeerde Kerken, waar hij werd afgewezen. Uiteindelijk ging hij aan de universiteit van Utrecht studeren, om in 1953 op 25-jarige leeftijd hervormd predikant in Ameide en Tienhoven te worden. Vervolgens was hij predikant in Woerden, Veenendaal en Amsterdam. In 1961 promoveerde hij bij prof. dr. S. van der Linde op het proefschrift ‘De zekerheid van het geloof, een onderzoek naar de geloofsbeschouwing van enige vertegenwoordigers van Reformatie en Nadere Reformatie.’ Hij onderzocht daarin de verhouding tussen Calvijn en theologen uit de Nadere Reformatie (theologen uit de 17e eeuw). Hij ontdekte dat er in de piëtistische traditie door de nadruk op de ‘verinnerlijking van het geloof’ veel geloofsonzekerheid is ontstaan. Volgens Graafland was dat een afwijking van de theologie van Calvijn. Van 1972 tot zijn emeritaat in 1993 was hij hoogleraar in de geschiedenis van het protestantisme namens de Gereformeerde Bond aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Graafland was een kenner van de dogmageschiedenis van de Reformatie en de Nadere Reformatie. Zo deed hij studie naar de geschiedenis van het dogma ‘verkiezing’ en de verhouding tussen verkiezing en verbond. Ook publiceerde hij over andere gereformeerde thema’s. Hij nam hierin wisselende posities in, wat hem typeerde als een beweeglijk theoloog. Wanneer hoorden we voor het eerst van hem?De eerste keer dat Graafland landelijke bekendheid kreeg, was in 1965. met zijn boekje Verschuivingen in de gereformeerde bondsprediking. In dit boekje uitte hij kritiek op de prediking in hervormd-gereformeerde kring. Ook maakte hij deel uit van een groep theologen die pleitten voor meer vrijheid, bijvoorbeeld in de liturgie. Het boekje is tekenend voor de manier waarop Graafland theologiseerde. Hij schuwde het niet om publiekelijk het debat aan te gaan, ook niet in ‘eigen’ Gereformeerde Bondskring. Dit heeft te maken met de manier waarop hij tegen de gereformeerde traditie aankeek. Hij wees er regelmatig op dat de gereformeerde leertraditie zich heeft uitgekristalliseerd in de confrontatie met andersdenkenden. Waarmee is hij bekend geworden?Veel kerkgangers zullen zich Graafland vooral herinneren door zijn preken. Tot vlak voor zijn overlijden ging hij voor in Gereformeerde Bondsgemeenten. Met zijn geaffecteerde stem en spannende preken trok hij veel publiek. Graafland had retorisch talent en maakte veel werk van zijn preken. In niet-bondskringen nam Graafland vaak deel aan debatten waarbij hij, net als in eigen kring, de confrontatie niet schuwde. Bij het grote publiek was hij ook bekend door zijn vaak spraakmakende publicaties die hun aanleiding vinden in de actualiteit. Een voorbeeld hiervan is het boek Gereformeerden op zoek naar God dat hij in 1990 publiceerde, over Godsverduistering (secularisatie) en de gereformeerde spiritualiteit. Het boek leidde tot diepgaande discussie en reflectie. Wat kunnen gemeenten met zijn gedachtegoed?Graafland was een meester in het doordenken van de tijdgeest en de theologische vragen voor christenen die daarmee gepaard gingen. Dit ging bij Graafland vaak samen met het kritisch doordenken van de eigen traditie, zonder zijn verbondenheid hiermee los te laten. Hierin was hij voor veel gemeenteleden een richtingwijzer en identificatiefiguur. Ook nu nog kunnen we hiervan leren. Theologie speelt zich niet in het luchtledige af, maar wordt relevant - en ontwikkelt zich - in relatie tot eigentijdse vraagstukken. Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?Graafland heeft geen systematische theologie achtergelaten. Zijn theologie wordt door kenners als tijdgebonden gezien. Dit heeft onder andere te maken met zijn gerichtheid op de actualiteit en zijn wetenschappelijke methode, die nu niet meer wordt gehanteerd. Toch laat Graafland een blijvende indruk achter. Dit heeft te maken met de manier waarop hij zijn theoloog-zijn beleefde. Graafland theologiseerde niet alleen uit wetenschappelijke interesse. Hij was met zijn hele ‘zijn’ bij de theologie betrokken. Hij theologiseerde uit een existentiële noodzaak en gedrevenheid. Dit geloof maakte tijdens zijn leven indruk, maar is nu ook voor veel gemeenteleden een bron van inspiratie en navolging. BoekentipTegendraads gereformeerdBiografie prof. dr. C. Graaflanddoor Arjan Boersma lees verder |
||