Aandachtspunten bij de meerjarenraming 2024
Zodra de jaarrekening 2023 is ingediend en deze is afgehandeld door het Classicale College voor de Behandeling van Beheerszaken (CCBB) kunnen colleges van kerkrentmeesters starten met de meerjarenraming 2024. Het invullen van een meerjarenraming in FRIS werkt anders dan in een Excel-sheet. Het is daarom goed om eerst de handleiding meerjarenraming te lezen en dan pas de getallen in te vullen. Voor 2024 zijn enkele vereenvoudigingen doorgevoerd. Het gaat daarbij vooral om de verwerking van herwaarderingen, die bij een juiste verwerking meteen in het vermogen worden gemuteerd. Een uitgebreide toelichting met voorbeelden vind je in de handleiding. Een aantal aandachtspunten bij het maken van de meerjarenraming:
Nog vragen? Stuur een mail naar fris-help@protestantsekerk.nl. Lees ook: Aandachtspunten en tijdlijn voor jaarrekening 202327 feb 2024 lees verder |
||
Mag je bij diaconaat over geloof praten, of niet?
Diaconaat, wat is dat eigenlijk? Jonna van den Berge, armoedespecialist bij de Protestantse Kerk, citeert een definitie van Hub Crijns, autoriteit op het gebied van diaconaat: “Onder diaconaat verstaan we het handelen vanuit en door kerken en andere door het evangelie geïnspireerde groepen en bewegingen dat gericht is op het voorkómen, opheffen, verminderen dan wel mee uithouden van lijden en maatschappelijke nood - van individuen en van groepen mensen en op het scheppen van rechtvaardige verhoudingen in kerk en samenleving.” In deze definitie zie je volgens Van den Berge barmhartigheid (pannetje soep), gerechtigheid (je uitspreken tegen onrecht) en presentie (er zijn) terug. Er voor iemand zijnEn wat is dan het verschil tussen diaconaat en ‘gewoon goed doen’? “Diaconaat is Bijbels geïnspireerd. Het is een opdracht die Jezus ons heeft gegeven. Navolging van hem motiveert ons om ons voor mensen in nood in te zetten”, zegt Jojanneke Dekker. Ze is vanuit de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk betrokken bij het toerusten en begeleiden van diakenenVerder lezenWat zijn de taken van een diaken?. “Diaconaat is deel van het Evangelie, het gaat niet alleen om woorden. Jezus had oog voor de héle mens, als schepsel van God. En ook al kun je veel problemen niet oplossen, dan nog is het Evangelie ook daar. Door er gewoon voor iemand te zijn bijvoorbeeld.” “De meeste diakenen zijn bezig met barmhartigheid, meer dan met gerechtigheid en presentie”, ziet Van den Berge. “Als ik aan diakenen vraag hun taak samen te vatten, hoor je vaak: helpen waar geen helper is. Dat is mooi, maar er zit ook iets ongelijkwaardigs in. Het impliceert: de ander is zielig en ik kan helpen, de haves en de have-nots. Diaconaat is niet: ik kom jou helpen, maar: wat heb jij nodig? Helpen is makkelijk, maar niet alle problemen kunnen worden opgelost. Er dan tóch te zijn, is ook diaconaat. Maar het schuurt dan wel.” Van den Berge, zelf ook diaken, vertelt dat ze een keer op bezoek was bij een vrouw die, samen met haar kinderen, zo klein woonde dat ze geen bed had. De vrouw vertelde over een vriendin die met huiselijk geweld te maken had en dringend tijdelijke woonruimte nodig had. “Ik kon zo snel niets voor deze vriendin betekenen, en de vrouw besloot: ze mag bij mij in huis. Daar zat ik dan, met mijn huis met 5 slaapkamers. Ik voelde me zo ongemakkelijk. We kunnen als diakenen het gevoel hebben dat we van alles te brengen hebben, maar soms laat iemand van wie je het niet verwacht juist jóu het koninkrijk van God zien. Ook dat is diaconaat: daarvoor openstaan, oog hebben voor hoe God werkt.” Daden spreken ookDiaconaat: het heeft dus alles met geloof te maken. Mag je daarover praten als je diaconaal ‘bezig’ bent? “Onderschat niet dat je daden ook spreken”, zegt Jojanneke Dekker. “Ik vind dat je daar dan niet krampachtig woorden aan toe hoeft te voegen. Tegelijk: je hoeft er geen geheim van te maken dat je werkt vanuit de kerk. Je komt immers niet zomaar uit de lucht vallen. Iedereen zal begrijpen dat je niet als eenling opereert. En vragen mensen door, dan kun je natuurlijk vertellen wat je motiveert. Dat je hier bent omdat je in God gelooft en zijn wereld graag een beetje beter wilt maken.” Achter het dilemma van dit artikel proeft Dekker de opvatting dat het Evangelie woorden moeten zijn. Ze wijst er nogmaals op dat het net zo goed om daden gaat: “In het bijbelboek Lukas introduceert Jezus zich met de woorden: Ik ben gekomen om te dienen. Hij noemt allerlei voorbeelden van diaconaat. Nergens zegt hij: Ik ben gekomen om met mensen de hemel in te praten.” Diaconaat is geen middel om mensen te bekeren, vindt ook Jonna van den Berge. “Misschien zijn we het zelf wel die bekeerd moeten worden. In de Bijbel heeft Jezus het vaker over rijkdom dan over armoede. Rijkdom is het probleem, zegt hij. Een bekend verhaal is natuurlijk de rijke jongeling die bedroefd wegliep nadat Jezus hem had opgedragen zijn bezittingen te verkopen. Zijn rijkdom stond hem in de weg. Ik moet weer denken aan die vrouw die ik niet in mijn huis liet logeren. Ik heb genoeg kamers, ik ben rijk, en toch deed ik het niet. Een kameel gaat gemakkelijker door het oog van een naald dan dat een rijke het koninkrijk van God binnengaat, zegt Jezus. Ik denk soms: als we nu eens van onze rijkdom een probleem gaan maken en daarvan delen, dan hebben we armoede opgelost.” Een stap terug doenJonna van den Berge en Jojanneke Dekker adviseren diaconieën om vaker tijd te nemen voor bezinning: “Even een stapje terug doen en je afvragen: waarom doen we wat we doen, wat motiveert ons? En hoe doen we ons werk: zijn we vooral bezig met barmhartigheid, of nemen we ook de tijd om naast iemand te zitten? Willen we alleen iets brengen, of laten we ons ook raken door wat anderen te bieden hebben? Met elkaar nadenken over dat soort vragen is heel verrijkend.” De basistraining voor diakenenVerder lezenDiaken en in de startgids ‘Kerk in de buurt’ geven tips voor hoe je zo’n bezinningsmoment kunt organiseren. Lees meer in de serie over diaconale dilemma's: Vasthouden aan beleid of doen wat er op je pad komt?lees verder |
||
Wat zijn de taken van de ouderling van dienst?
Wat doet een ouderling van dienst?De ouderling van dienst treedt tijdens de eredienst op namens de kerkenraad en heeft één belangrijke taak, namelijk ‘het bewaken van de tucht van het geloof’. Dat wil zeggen, volgens art. XII, punt 1 van de kerkorde: ‘De gemeente is geroepen te blijven in de weg van het belijden van de kerk.’ De orden van dienst in het Dienstboek zijn samengesteld in overeenstemming met de belijdenisgeschriften van de kerk. Het past bij de protestantse traditie om enigszins vrij met die voorgestelde orden om te gaan, maar wat de kerk gelooft blijft altijd het richtsnoer. Bij deze verantwoordelijkheid horen de volgende handelingen (taken):
Het consistoriegebedDe ouderling van dienst bidt in het consistoriegebedVerder lezenHet Consistoriegebed voor de mensen die leidinggeven aan de eredienst, die het Woord verkondigen en de sacramenten bedienen, die voorgaan in de lofzang, de kindernevendienst leiden, de voorbeden doen. Het is mooi wanneer al deze mensen zich van tevoren in de consistorie verzamelen en zich door het gebed van de ouderling gedragen weten door de gemeente. De hand aan het beginHet geven van een hand aan de voorganger aan het begin van de kerkdienst is ‘de hand van de gemeenschap’. De ouderling van dienst zegt daarmee als het ware tegen de voorganger en tegen de gemeente dat de voorganger menselijkerwijs gesproken wel alleen de kansel op gaat, maar dat de kerkenraad achter hem of haar staat. De kerkenraad geeft daarmee het vertrouwen aan dat de voorganger het Woord van God heeft bestudeerd en dat er op betrouwbare wijze gepreektVerder lezenDe preek: uitleg en verkondiging van het Woord zal worden. Bij die handdruk hoeft overigens niet iets gezegd te worden, het symbool van de handdruk spreekt voor zich. Hooguit kan die bekrachtigd worden met ‘Gods vrede’. De hand aan het eindMet het schudden van de hand van de voorganger aan het einde van de kerkdienst wordt er uitdrukking aan gegeven dat de dominee gesproken heeft naar Schrift en belijdenis. Ook als de ouderling van dienst zelf kritische vragen bij de preek heeft, geeft hij of zij - namens de kerkenraad en de gemeente - toch een hand. De predikant heeft als dienaar van het Woord een met het ambt gegeven vrijheid in de uitleg van de Schriften. In vertrouwen kunnen kritische vragen in kleiner gezelschap alsnog gesteld worden. De handdruk geeft beschermingWanneer een lid van de gemeente kritiek op de prediking heeft en dat laat weten (en dat recht heeft hij of zij), dan is niet alleen de predikant daarin gesprekspartner, maar ook de kerkenraad, in het bijzonder de ouderlingen. Zeker bij kritieke situaties in het gemeentelijk leven waarbij de predikant sterk ‘onder vuur komt te liggen’, kan dit een grote steun zijn. Hij of zij mag een beroep op de ouderlingen doen! Meer rollenIn sommige gemeenten heeft de ouderling van dienst een rol aan het begin van de eredienst. Hij of zij spreekt een welkomstwoord, de bemoedigingVerder lezenBemoediging & groet en soms ook het drempelgebed uit. Vanaf de groet of het gebed van de zondagVerder lezenGebed van de zondag / gebed om de heilige Geest neemt de predikant het over. Ook is een rol bij bijvoorbeeld de voorbeden, de doop en bevestiging van ambtsdragers mogelijk. Dit kan puur praktisch zijn, maar symbolische liturgische handelingen horen daar ook bij, zoals het aanreiken van de doopkaars of het meezegenen van een ambtsdrager. Ook zijn er gemeenten waar de ouderling van dienst de praktische mededelingen doet. Een mooie gewoonte in sommige gemeenten is dat de ouderling van dienst die functie de hele navolgende week heeft, dus ook bij bijvoorbeeld begrafenissen en huwelijken. Valkuilen
Kansen
Meer weten over de orde van dienst in de Protestantse Kerk? Bekijk deze serie: Orde van dienst: Over de liturgie in de Protestantse Kerklees verder |
||
Samen bidden voor groeiseizoen geeft moed
‘Boeren is iets wat in je zit, ik zou niet anders willen.’ Dat zeggen de meeste boeren als je hen vraagt naar hun beroep. Maar door de huidige wet- en regelgeving hebben boeren het moeilijk. “Veel boeren zitten in een klem van somberheid, omdat ze geen perspectief hebben”, vertelt Cornelis Mosselman (41), akkerbouwer in het Zuid-Hollandse Ooltgensplaat. AfvalputjeHet lijkt of de boer het afvalputje van de maatschappij is geworden. Vanuit de samenleving klinkt voortdurend de boodschap dat boeren milieuvervuilers zijn en niet goed omgaan met hun dieren. “De verbinding tussen burger en boer, die vroeger heel vanzelfsprekend was, is er nauwelijks meer”, zegt Mosselman. “Steeds minder mensen beseffen waar ons voedsel vandaan komt, en waar boeren tegenaan lopen. We moeten beter nadenken over de keuzes die we dagelijks maken en samen op zoek naar een manier hoe we het anders kunnen inrichten. Kleine, dagelijkse keuzes op het gebied van voedsel kunnen al verschil maken.” Naast de boeren staanOok Martin Immink (47), die samen met zijn vrouw een melkveebedrijf in Daarle (Overijssel) runt, kan slapeloze nachten hebben. En dan niet zozeer vanwege het natte weer van de laatste maanden. “We hebben altijd al verschillende periodes van droogte en vernatting gehad, we moeten dealen met wat er is. Zo staat het ook al in de Bijbel: in vette jaren werden de graanschuren in Egypte volgestouwd voor de magere jaren.” De onzekerheden door wet- en regelgeving vanuit de overheid baren hem meer zorgen. “De regels stapelen zich maar op. Er zit veel onkunde achter en dat steekt. LTO Nederland levert goede input, maar daar wordt maar weinig mee gedaan. De overheid moet meer het land in, luisteren naar wat er leeft. Naast de boeren gaan staan, en openstaan voor ideeën.” Het anders doenZes jaar geleden stapte Mosselman over op biologisch boeren en regeneratieve landbouw. Pionieren, noemt hij het. “Het was en is een enorme zoektocht, maar vanuit het oogpunt van goed rentmeesterschap moet het anders. Ik ben in mijn werk steeds bezig met de landbouw van de toekomst. Hoe ik die het beste kan vormgeven.” Hij ging op een andere manier telen, zodat hij het milieu minder belast. “Ik wil werken aan een systeem dat uiteindelijk beter tegen het veranderende weer kan.” Ook Immink is graag bereid het anders te doen. “Sinds een paar jaar zaai ik klaver in het grasland. Eerst was ik daar geen voorstander van, maar op advies heb ik het een jaar geprobeerd. Nu ben ik er enthousiast over. Het haalt stikstof uit de lucht, we hebben geen kunstmest meer nodig, en het geeft dezelfde opbrengst. Met ruimte voor dit soort innovaties kunnen we problemen van deze tijd oplossen. Hiermee kom je verder dan met regels voor wat er allemaal niet mag.” Oog voor de andere kantVrijwel iedereen heeft wel een mening over boeren, merkt Immink. “En iedereen zoekt argumenten in zijn eigen straatje om die mening te staven. Het dorp is bezig met de aanvraag voor windturbines. Dat levert wrijving op. Mensen hebben vaak maar weinig oog voor een andere kant van het verhaal, het levert eindeloze discussies op. Dat zie je ook in Kamerdebatten, ik maak me daar zorgen om. Iedereen mag voor zichzelf opkomen, maar partijen moeten rond de tafel om er samen uit te komen. In harmonie met elkaar kom je het verst.” OnrechtMosselman ervaart ook wrijving. “Je wordt als boer niet beloond voor je diversiteit of voor het minder vervuilen van je omgeving.” Afgelopen jaar was een ingewikkeld groeiseizoen, met een droge zomer en een extreem natte periode in het najaar. “Ik stopte veel tijd in de groei van mijn wortels, maar na de oogst kreeg ik ze niet verkocht. Ze voldeden niet aan het schoonheidsideaal van de versmarkt. De wortels werden op uiterlijk beoordeeld, niet op smaak en inhoud. Daarmee wordt de sector onrecht aangedaan.” Via een actie op social media verkocht hij toch een deel van de oogst, het andere deel ging naar de Voedselbank. SabbatsjaarEen tijd van ongewone stappen zetten, zo omschrijft Cornelis Mosselman de afgelopen jaren. Dat kon hij alleen met de hulp van God. “Als ik mijn geloof niet had, was ik nooit aan deze zoektocht begonnen.” In 2024 houdt hij een sabbatsjaar. Het land krijgt een jaar rust, het bemesten blijft. Om toch inkomsten te hebben, heeft hij een aantal dagen in de week een externe opdracht. “Ik wil iets doen met alle geleerde lessen om te kijken hoe ik in 2025 verder ga." Goede gelegenheidAls christenen moeten we voorop lopen om de agrarische sector in Nederland vorm te geven op een manier die gezond en toekomstbestendig is, vindt Mosselman. “God gaf ons de opdracht rentmeester te zijn van de aarde. We moeten keihard aan de slag om te doen wat goed is. Biddag is een goede gelegenheid om te bidden voor de boeren én voor mensen die invloed hebben op het beleid.” Immink bezoekt op Biddag de ochtenddienst van de hervormde gemeente in Daarle. “Het geeft me moed om samen met anderen te bidden voor een nieuw seizoen. Daarbij spreken we onze afhankelijkheid van God uit. Wij doen ons best, maar Hij heeft de wereld in handen.” Biddag voor gewas en arbeidWoensdag 13 maart is het Biddag voor gewas en arbeid. Op deze dag wordt gebeden om Gods zegen voor de oogst en het werk, maar in bredere zin ook voor het welzijn in de familie en gemeente, de economie, de samenleving en de wereld. >> Meer informatie over het bedrijf van Cornelis Mosselman: vooruitboeren.com Lees ook: Biddag vieren in de Protestantse Kerk in Nederlandlees verder |
||
Bestel nu: flyer met uitleg voor gemeenteleden over bijdrage aan Solidariteitskas
Alle plaatselijke gemeenten dragen jaarlijks bij aan de Solidariteitskas. Een gemeente die financiële steun nodig heeft om een vernieuwend plan uit te voeren kan subsidie aanvragen bij de Solidariteitskas. SubsidiemogelijkhedenGemeenten kunnen subsidie aanvragen voor samenwerkings- en revitaliseringskosten en fusieprocessen met andere gemeenten. Ook kan een bijdrage worden verstrekt in de kosten van nieuwbouw, verduurzaming, restauratie van een kerkgebouw of kerkorgel, als de gemeente hiervoor zelf niet voldoende financiële middelen heeft. Verduurzamingsslag in RaalteEen voorbeeld van zo’n subsidie is de financiële bijdrage voor de verbouwing van ontmoetingscentrum ‘Het Annahuis’, het kerkelijk centrum van de Protestantse Gemeente RaalteVerder lezenEen energiezuinig kerkelijk centrum dankzij subsidie uit de Solidariteitskas. Het gebouw is niet alleen heel belangrijk en onmisbaar voor de gemeente, maar wordt daarnaast ook gebruikt door 32 lokale verenigingen. Na 50 jaar was het hard toe aan een verduurzamingsslag. Er werden onder andere 60 zonnepanelen op het dak gelegd en het oude glas werd vervangen door HR++-glas dat zorgt voor een goede isolatie. “Dankzij deze vernieuwingen is ons gebouw nu heel energiezuinig. Dat scheelt enorm in de kosten”, vertelt kerkrentmeester Van den Brink. De renovatie van het Annahuis sloeg een gat in de begroting van de protestantse gemeente. “Daarom hebben we een subsidieaanvraag gedaan bij de Solidariteitskas van de Protestantse Kerk. We zijn heel dankbaar dat die subsidie is toegekend. Want dankzij ons Annahuis kunnen we als kerk voor de hele omgeving iets betekenen.” Bestel de nieuwe flyerMet de flyer informeer je gemeenteleden aan de hand van een voorbeeld over het doel en de noodzaak van een bijdrage aan de Solidariteitskas. Bestel de flyer voor 2024 gratis via de webwinkel van de Protestantse Kerk. Lees meer over de subsidiemogelijkheden via de Solidariteitskas: Solidariteitskaslees verder |
||
Een liturgie zonder gloria
Ingetogen liturgieTijdens Advent en de Veertigdagentijd bereiden we ons door middel van bezinning voor op een kerkelijke feestperiode. De liturgie is dan ingetogener dan in de rest van het jaar, de liturgische kleur is in beide perioden paars. De ingetogenheid concentreert zich op het moment van kyrie en gloria, aan het begin van de dienst. Iedere week wordt in de kerken die een oecumenisch-protestantse orde van dienst volgen, gebeden voor de nood van de wereld én wordt Gods naam geprezen omdat zijn barmhartigheid geen einde heeft. Kyrie en gloria zijn altijd met elkaar verbonden als twee zijden van één medaille. Vaak is een kyriegebed een gesproken gebed om ontferming, dat direct met een glorialiedVerder lezenKyrie & Gloria wordt afgetroefd. Niet omdat de positiviteit het wint van de zorgen, maar het vertrouwen in Gods genade heeft het laatste woord. Dat het eerste gesproken is en het tweede gezongen, is echter geen regel. Omgekeerd is ook denkbaar, maar vaker dragen zowel kyrie als gloria een gezongen element in zich. Muzikale overgangEen kyriegebed kan worden afgesloten met een gesproken of gezongen ‘Heer ontferm U - Christus ontferm U - Heer, ontferm U’. Liedboek en Dienstboek bieden een keur aan varianten. In het Liedboek zijn de nummers 299a-k een combinatie van kyrie en gloria, waarbij het gloria in de meeste gevallen weggelaten kan worden zonder de muzikale compositie geweld aan te doen. 300a-c vormen vervolgens heel uitgebreide kyrie-litanieën. En 301a-k vormen elk een kyrie op zich. Op het eerste gezicht lijkt die laatste categorie dus geschikt voor de Veertigdagentijd. Na het gesproken of gezongen kyrie volgt doorgaans het gesprekje met de kinderen of het gebed bij het begin van de dienst van het Woord. Als men dit volgt, is er in ieder geval iets van een muzikale overgang tussen gesproken woord en het volgende gesproken woord. MisverstandDe eredienst in de paarse tijden soberder maken, kan worden uitgedrukt door de uitvoering sober te maken. Dat maakt het contrast met de daaropvolgende feestelijke periode scherp, waarbij het dan ineens opvalt dat de lofzang - na wekenlang niet te hebben geklonken - weer voluit klinkt. Maar het is niet de opzet om het zingen op dit specifieke moment in de dienst af te wijzen. Dat veronderstelt dat alle zang lofprijzing of alle muziek vrolijkheid zou zijn. Dit misverstand komt nogal eens voor. Muziek kan zowel de lofprijzing als het smeekgebed dragen. Muziek kan alle intenties, gevoelens en emoties dragen. Hoe kan het ook?Advent en de Veertigdagentijd nodigen ertoe uit zorgvuldige aandacht te besteden aan het kyrie. De nood van de wereld lijkt nog naakter en kwetsbaarder als ze benoemd wordt zonder de balans van God barmhartigheid. Alleen naar de ontferming wordt hartgrondig verlangd. Het kyrie moet echter niet een surrogaat-voorbede worden, die komt later in de dienst. Kyrie is korter, krachtiger, meer vanuit de diepte. Het verschil wordt weleens aangegeven door te zeggen dat je in een kyriegebed bidt ‘om’ (de nood van de wereld) en in een voorbede ‘voor’ (de wereld) - die laatste is dan uitgedrukt in specifieke intenties. Om het kyriegebed extra lading te geven kan het samengaan met een korte stilte erna. Om zo als gemeente samen te verwijlen bij de noodkreet die net geklonken heeft. En om in gevoelens en gedachten solidair te zijn met waar de mensen en de mensheid lijden. Zo laat je de woorden van het kyrie even rustig neerdalen. Een andere vorm is korte, ingetogen instrumentale muziek. Soms zet de projectie van beelden uit de actualiteit het kyriegebed kracht bij, maar die kracht werkt alleen als het spaarzaam wordt ingezet en de actualiteit er werkelijk om vraagt. Toch een lied?Voor gemeenten die alleen gewend zijn aan strofische liederen, zijn er in het Liedboek ook liederen te vinden die met het smeekgebed instemmen zonder er gloria van te maken. Tijdens Advent, waarin we toeleven naar de ‘vrede op aarde’ waar de engelen in Betlehem over zongen, kan een lied om vrede goed passen, zoals lied 462. Ook in tijden waarin oorlog actueel is, is het goed denkbaar om te blijven zingen om vrede. In het Liedboek vinden we deze liederen onder de nummers 1008 tot en met 1013. Het laatste daarvan (1013) is in het bijzonder sterk op dit moment in de liturgie, omdat zij de komst van de vrede als een vraag laat staan. Het maakt indruk als je dat zo samen zingt. De oplossing blijft open - het ligt in Gods hand. In de Veertigdagentijd is lied 561 over de verborgen liefde een goede suggestie na het gebed om ontferming. De pijn van de mensen wordt erin benoemd, waarin Christus met de wereld meelijdt. Nu is het kyriegebed altijd een roep tot Christus. Hij is de ‘kurios’ (Heer) die wordt aangeroepen - niet God de Vader (let daar ook op bij de aanhef van het gebed). Dat uitgangspunt maakt lied 995 iets minder geschikt, al past het thematisch wel. Of sluit aan bij de actualiteit. Als dat een vluchtelingencrisis betreft, past ook altijd lied 997, met als refrein: ‘Genade Heer, hoor ons gebed, zie deze wereld aan!’ Uit de praktijkWe sparen ons gloria opIk kies tijdens Advent en de Veertigdagentijd in plaats van het gloria altijd voor een lied waarin de voorbereiding tot uiting komt. Dat leg ik de gemeente ook uit: we bereiden ons voor op een feest. Dat doen we thuis, en dat doen we in de kerk ook. We bereiden ons voor op Kerst of op Pasen. We weten nu al dat we dan oneindig vrolijk gaan zingen, dus we sparen ons gloria op tot het feest. Met Kerst schallen de engelenkoren het gloria. Op paasmorgen klinkt het: de Heer is waarlijk opgestaan, halleluja! We hebben ons een paar zondagen voorbereid, nu is het feest: gloria! Bas van der Bent, theoloog en voorganger in verschillende protestantse gemeenten De lofzang mag nooit ontbrekenBij mijn 'examengesprek' voor het verkrijgen van preekbevoegdheid (1997) werd me gevraagd wat ik de kerk zou willen aanreiken vanuit mijn ervaring met het jodendom. Geen seconde hoefde ik erover na te denken: dat de lofzang nooit mag ontbreken, in welke tijd en kleur van het kerkelijk jaar dan ook. We spreken over de 40dagentijd: de zondagen tussen Aswoensdag en Pasen vallen buiten de vastentijd. Dan is het, in navolging van de Bijbelse sjabbat, feest. Vier dan ook feest, prijs God en zing Hem alle lof toe. Heel bewust laat ik in die periode in diensten waarin ik voorga dus wel het gloria klinken, ter ere van de Eeuwige God. Pesach/Pasen betekent bevrijding, keten elkaar dus niet vast in regels hoe het moet of hoort in de liturgie of andere dogma's.Heleen Pasma, oud-preekconsenter Lees meer in deze serie: Het begin van de dienst zet de toonlees verder |
||
Oecumenisch wereldnieuws: Lutherse Wereldfederatie roept op tot staakt-het-vuren en vrijlating gijzelaars in Gaza
Statement over situatie Gaza / IsraëlDe Lutherse Wereldfederatie (LWF) maakt zich grote zorgen over het verlies aan mensenlevens en de toenemende polarisatie wereldwijd, gericht tegen Joodse en Palestijnse gemeenschappen. Ze roept op tot een staakt-het-vuren en vrijlating van gijzelaars in Gaza. Op 5 maart - 5 maanden na de aanval van Hamas - kwam de LWF met een indringend statement. Pastoraat in internationaal perspectiefIn de komende twee weken zijn pastores uit de zeven wereldregio's van de LWF bijeen om samen te reflecteren op pastoraat in het perspectief van hun eigen context en in gesprek met de pastorale inzichten van Luther en de lutherse traditie. Ds. Kersten Storch van de Protestantse Kerk is hierbij aanwezig. De Lutherse Kerk in RuslandWie aan een kerk in Rusland denkt, denkt al gauw aan de Russisch-orthodoxe patriarch Kirill. Maar er zijn ook andere kerken in dit land. Zoals de Lutherse Kerk, klein in aantal, die zich staande probeert te houden in een ingewikkelde politieke situatie, met gevaar voor de het bestaan van haar leden en leider. Zo werd de politieke situatie voor de rol van de vorige lutherse aartsbisschop zo gevaarlijk dat hij uitweek naar het buitenland. Zij die hem opvolgen, werken onder extreme omstandigheden, ook als het gaat om de relaties met de lutherse wereldfamilie niet los te laten. Een extra uitdaging in het licht van bijvoorbeeld de sancties die door de landen van de Europese Unie zijn opgelegd aan de relatie met en ondersteuning van projecten in Rusland. Charta Oecumenica wordt herzienEen gezamenlijke werkgroep van de Conferentie van Europese Kerken (CEC) en de Katholieke Raad van Europese Bisschoppenconferenties (CCEE) kwam van 1 tot 3 maart bijeen in Lodz, Polen, om hun gezamenlijke oecumenische document Charta Oecumenica bij te werken en te herzien. Het werd in 2001 ondertekend door de voorzitters van de twee organisaties en heeft als doel de gemeenschap tussen de kerken in stand te houden en te ontwikkelen. Het markeerde het begin van de eeuw door de kerken in Europa op te roepen tot dialoog, eenheid en actie, en in het bijzonder tot hun gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om vrede en gerechtigheid in Europa te realiseren. Nieuwe secretaris Raad van KerkenDs. Coen Wessel wordt per 1 april de nieuwe algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland. Hij volgt daarmee ds. Christien Crouwel op, die deze functie ruim vijf jaar vervulde. Wessel geeft aan uit te zien naar zijn nieuwe functie. "Er zijn volop kansen voor de oecumene. Op vele niveaus groeit de samenwerking tussen christenen. Ik hoop daaraan mee te werken." OecumenelezingOp 12 april vindt de jaarlijkse oecumenelezing plaats. Het neoliberale denken over mens en maatschappij is diep verankerd in onze samenleving. Kunnen we ons nog alternatieven voorstellen? Bieden christelijke tradities daar inspiratie voor? Econoom Paul Schenderling gaat in zijn lezing op zoek naar een ander model van samenleven met het bijbelboek Exodus als inspiratiebron. Aan de hand van kleine en grote verhalen neemt hij ons mee naar een Nederland dat binnen de draagkracht van de aarde leeft, terwijl mensen gelukkiger zijn en de welvaart van verreweg de meeste Nederlanders intact blijft. Lees ook: Oecumenisch wereldnieuws: Duitse kerk staat op tegen rechts-extremisme9 feb 2024 lees verder |
||
Biddag vieren in de Protestantse Kerk in Nederland
In 2024 valt biddag op 13 maart, hoewel sommige plaatsen en gebieden bid- en dankdag op afwijkende data vieren. In veel kerkelijke gemeenten die zich verbonden weten met de hervormde en gereformeerde tradities in de Protestantse Kerk in Nederland worden op biddag een of meerdere erediensten gevierd. Sommigen nemen een hele dag vrij van hun werk om deze diensten bij te wonen, andere nemen ’s avonds na hun werk deel aan een dienst. Overige gemeenten vieren op de zondag die volgt op biddag een speciale gebedsdienst, waarin de nadruk ligt op bidden en danken. Maar wat wordt er eigenlijk gevierd en beleden op biddag? En waar komt biddag vandaan? Bidden en danken met traditieHet vieren van bid- en dankdag heeft zijn oorsprong in de middeleeuwse bededagen. De zogenaamde quatertemper- en kruisdagen (rogationes minores of litaniae minores) worden als de voorlopers van de Nederlands-protestantse bid- en dankdag beschouwd. Dit waren dagen van bezinning, gebed, vasten en boetedoening, aan het begin van elk van de vier seizoenen (quatertemperdagen) en in tijden van nood en gevaar (kruisdagen). Tijdens de kruisdagen was het gebruikelijk om te bidden om Gods zegen voor de vruchten van de aarde in een processie (openbare belijdenis van het geloof in een plechtige rituele optocht), waarbij de priester met een kruis door de velden trok. Toen vanaf de zestiende eeuw de Reformatie vorderde, heeft een deel van de reformatorische kerken in Nederland de traditie van de bededagen overgenomen. Vaste dagen en lokale gebruikenOp de Synode van DordrechtVerder lezen400 jaar Dordtse Synode: het beste overkómt ons is besloten dat er in tijden van oorlog, honger en andere rampen zoals watersnood massaal gebeden en gedankt zou worden. De overheid kondigde aan wanneer een bid- of dankdag gehouden werd. Gedurende de zeventiende eeuw werd in Overijssel een vaste dag om te danken ingesteld. Naarmate de samenleving in de negentiende eeuw steeds meer industrialiseerde, veranderde ook de liturgische praktijk van de dankdag voor gewas naar een dankdag voor gewas én arbeid. Daarnaast werd tegenover dankdag in het najaar ook een vaste dag om te bidden in het voorjaar ingesteld. Tot op heden wordt er op bid- en dankdag gebeden en gedankt voor Gods zegen voor de oogst en het werk, hoewel er in de hedendaagse postindustriële samenleving ook meer in het algemeen wordt stilgestaan bij het welzijn van de familie en gemeente, de economie en de (politieke) ontwikkelingen in de wereld. Tegenwoordig worden bid- en dankdag voor gewas en arbeid landelijk op respectievelijk de tweede woensdag in maart en de eerste woensdag in november gevierd, hoewel plaatselijke en provinciale gebruiken hiervan kunnen afwijken. Biddag voor Gewas, Arbeid en VisserijVerschillende plaatsen kennen lokale tradities waarmee bid- en dankdag worden vormgegeven. Zo wordt er in diverse oorspronkelijke vissersdorpen, zoals Katwijk aan Zee en Arnemuiden, in (hervormde) gemeenten ook gebeden en gedankt voor Gods zegen voor de visserij. Men spreekt in deze gemeenten ook wel van Bid- en Dankdag voor Gewas, Arbeid en Visserij. In het vissersdorp Urk wordt sinds de negentiende eeuw vanwege het seizoen van de visserij biddag al op de tweede woensdag in februari gevierd, en dankdag op de laatste dag van het jaar. In het verleden kwamen de vissers rond het kerstfeest naar huis, waarna de schepen ongeveer zes weken in de haven bleven liggen. De Zuiderzee was gedurende de wintertijd immers veelal dichtgevroren, waardoor weinig tot niets gevangen kon worden. Het ontbreken van verdiensten en de bittere armoede die hiervan het gevolg waren vormden aanleiding voor het ontstaan van de ‘biddag voor de visserij’ die na de magere winterperiode aan het begin van het nieuwe visseizoen in februari werd gevierd. Ook tegenwoordig blijft tijdens ‘bidweek’ (de week rondom biddag) de gehele Urker vissersvloot aan wal liggen, en wordt er niet gevist maar worden er slechts reparaties aan de schepen verricht tijdens de weekdagen buiten biddag. In de omgeving van Ouddorp worden de diensten voor bid- en dankdag ook gehouden op de zondag die volgt op deze dagen, om de vissers de mogelijkheid te geven om de diensten bij te wonen. In de Zeeuwse stad Tholen worden bid- en dankdag op respectievelijk de laatste woensdag in februari en de derde woensdag in november gevierd, omdat in het verleden in verschillende gemeenten de rol van dominee vacant was. Het was voor een dominee van elders gemakkelijker om de (vóór de aanleg van de deltawerken) afgelegen Zeeuwse eilanden op afwijkende dagen te bezoeken om een eredienst te leiden. Dankdag wordt in Zeeland daarnaast traditioneel veelal op de laatste woensdag van november gevierd, omdat in het verleden op de eerste woensdag van november (het moment van de landelijke dankdag) vaak nog niet alle bieten geoogst waren van het veld. Bidden en danken voor Zijn genade en zegenWat wordt er op biddag gevierd en beleden? Biddag is een dag waarop traditioneel in het voorjaar speciaal gebeden wordt om Gods zegen voor de oogst en het werk, maar in bredere zin ook voor het welzijn in de familie en gemeente, de economie, de samenleving en de wereld. Deze dag wordt met name gevierd in kerkelijke gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland die zich verbonden weten met de hervormde en gereformeerde tradities. Het vieren van biddag is God vragen om Zijn zegen voor jouw leven en werk, en dat van anderen. Je belijdt op deze dag dat Hij de bron van al het goede in de wereld is, en dat wij mensen afhankelijk zijn van Zijn genade. Het is zodoende ook een moment van bewustwording. Je getuigt op bid- (en dankdag) van Zijn genade, door stil te staan bij de goede dingen die Hij je heeft gegeven in je persoonlijke leven en aan deze wereld, waarvoor wij mensen dankbaar mogen zijn. Je vraagt God in je gebed om ook in het komende jaar weer Zijn genade te schenken aan deze wereld. Maar je herkent daarnaast ook dat bijvoorbeeld de welvaart en veiligheid van de samenleving waarin je leeft niet vanzelfsprekend zijn, en niet op alle plaatsen in de wereld in gelijke mate gegeven zijn. Velen in deze wereld leven in armoede en onzekerheid en ervaren onrecht, en je vraagt God in je gebed op biddag daarom ook om gerechtigheid voor allen in deze wereld en voorspoed voor de minderbedeelden. Veel kerkelijke gemeenten organiseren in de periode van bid- en dankdag daarom ook acties waarbij gaven gegeven kunnen worden ten nutte van de minderbedeelden of mensen die onrecht ondervinden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van het doneren van kleding, voedsel of andere goederen, of door een financiële bijdrage te geven ten behoeve van een goed doel. Ook hierdoor kun je getuigen van Zijn genade, omdat Hij je in staat heeft gesteld als welvarend mens te kunnen geven aan anderen. Daar waar mensen barmhartig zijn en liefde naar elkaar tonen wordt immers het Koninkrijk van God zichtbaar. Bid daarom op biddag én op alle andere dagen in het jaar om Gods zegen en genade voor allen in deze wereld.Zie ook: Materialen voor Biddag voor gewas en arbeidPijl naar rechts lees verder |
||
Scheidend predikant voor het beroepingswerk roept gemeenten op tot samenwerking
Ruim vijf jaar was Klaas Dijkstra predikant voor het beroepingswerk. Toen hij begon was een van zijn opdrachten om advieslijsten voor vacante gemeenten samen te stellen. Op zo’n advieslijst staan namen van voor de gemeente mogelijk geschikte, beroepbare predikanten. Klaas Dijkstra: “Zo nu en dan was het nodig om een tweede advieslijst voor een gemeente op te stellen omdat de eerste geen geschikte kandidaat had opgeleverd. Tegenwoordig zijn er gemeenten die een derde, vierde of zelfs vijfde lijst aanvragen. Ook eigen inspanningen van gemeenten zoals het plaatsen van een advertentie leveren vaak niet het gewenste resultaat.” HobbelsHet aantal predikanten is de laatste jaren door vergrijzing in een rap tempo geslonken, en het aantal afgestudeerde theologen vangt het tekort niet op. Er zijn initiatieven die het tij hopen te keren, zoals de Roepingenzondag waarop mensen geattendeerd worden op het predikantschap, en het ambulant predikantschap dat openstaat voor emeriti. Daarnaast hebben veel gemeenten te maken met krimp: minder leden, dus minder bestuurskracht en financiële middelen. “Ook dat levert hobbels op voor het beroepingswerk”, ziet Dijkstra. “Een predikant die een fulltime aanstelling zoekt, kun je niet zomaar een parttime aanstelling aanbieden. Het is steeds lastiger om vacatures te vervullen.” Samenwerking …Een krimpend aantal pastores betekent dat niet elke gemeente meer een geestelijk leider (predikant, kerkelijk werker of pionier) heeft. Dijkstra wil gemeenten dan ook stimuleren om na te denken over samenwerking. “Dan kun je de beschikbare menskracht delen.” In de classes Noord-Brabant/Limburg en Groningen/Drenthe zijn interim-predikanten aan het werk om samenwerking tussen gemeenten te stimuleren. “Maar de problematiek speelt ook in andere classes.” … en solidariteitNaast de noodzaak van samenwerking ziet Dijkstra de noodzaak van solidariteit tussen gemeenten. “Grote gemeenten redden zich vaak nog wel, maar zijn terughoudend wanneer ze tot samenwerking worden uitgenodigd. Het zou mooi zijn als zij kleine gemeenten, die het niet goed meer redden, ondersteunen. In de classis Groningen-Drenthe is een samenwerkingsverband ontstaan tussen twee wat grotere gemeenten en een aantal kleine gemeenten; zij stellen samen pastores aan. Dat zou in meer regio’s een oplossing kunnen zijn. Ik hoop dat het gesprek over dergelijke samenwerking in alle classes een impuls krijgt.” Gemeenten ondersteunenDijkstra, die zijn werkzame leven als gemeentepredikant begon en later onder meer regionaal adviseur van de classicale vergaderingen Friesland en Groningen/Drenthe werd, heeft altijd veel voldoening beleefd aan het ondersteunen van plaatselijke gemeenten in het vormgeven van kerk-zijn. Een dankbare taak, vindt hij. Hij heeft een wens én een boodschap voor de gemeenten. “Mijn wens is dat gemeenten inspiratie, creativiteit en uithoudingsvermogen vinden om het evangelie vruchtbaar te laten zijn in en voor de samenleving. Mijn boodschap aan hen is dan ook: zoek elkaar op, je hebt elkaar nodig.” Stokje doorgevenVanaf 1 maart neemt ds. Giel Schormans de taken van Dijkstra over. Schormans, al een kleine anderhalf jaar werkzaam in het beroepingswerk, is op 3 maart als predikant in algemene dienst ten behoeve van het beroepingswerk bevestigd in de Oude Kerk in Voorburg. Hij is te benaderen via arbeidsbemiddeling@protestantsekerk.nl. > Zie ook het interview in het blad van de Bond van Nederlandse Predikanten lees verder |
||
Ds. Bram Maarleveld: “Samen zoeken naar hoe we Jezus kunnen volgen”
Hoe ervaar je je roeping?“Ik was vroeger al veel met het geloof bezig, de roeping om predikant te worden kwam later. Het voelt voor mij als een roepstem van God, Hij heeft mij deze richting in gestuurd. De woorden van Luther ‘Hier sta ik, ik kan niet anders’ gelden ook voor mij. Welke kant ik ook op ging, mijn pad kwam steeds weer bij theologie terecht. Ik ervaar dat als leiding van God in mijn leven.” Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?“Dat ik de focus houd op de kern van het evangelie. Ik ben geen manager van een kerk die we overeind moeten houden, het gaat alleen om het werk van Jezus. Zolang het daarom draait, kan ik mijn werk met vreugde doen. Niet alleen in de kerk en de studeerkamer, maar ook in de buurt.” Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?“Door bewust vrije tijd in te plannen. Privé en werk kun je bijna niet scheiden in dit ambt. Ik prik bewust momenten in mijn agenda dat ik niet bereikbaar ben. Dat lukt alleen minder vaak dan ik zou willen. Ik heb mensen om me heen nodig die me erop blijven wijzen.” Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?“De diensten op zondag. Daar vindt de ontmoeting plaats tussen mensen onderling en tussen God en mensen. Dat is in de gemeente in Numansdorp ook waar het gebeurt. Op zondagochtend zijn de mensen er, gaat het Woord open en wordt er gezongen en gebeden. Daar ontmoeten we Christus en elkaar, en Christus ontmoet ons.” Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?“Ik heb recent de opleiding mentoraat afgerond, en ben daarna begonnen met de training ‘Undefended preaching’ van IZB. Het blijft als voorganger een eenzaam avontuur om Gods stem te verstaan en daar woorden aan te geven. In de training leren we hoe je vrijmoedig kunt preken.” Met welke andersgelovige in je omgeving zou je graag eens om de tafel gaan?“Met mijn buren. Afgelopen zomer hebben we uitgebreid rosé gedronken in de tuin. We maakten een vervolgafspraak om samen te eten, maar het is er nog niet van gekomen. Mijn buren waren niet gewend aan een dominee als buurman. Ze zijn ook niet bekend met de kerk. Als je elkaar spreekt, blijk je best veel raakvlakken te hebben. Het was voor ons allemaal een openbaring.” Welk boek, welke serie, film of welke podcast raad je je collega’s aan?‘Het hele dorp wist het’, een boek van Rinke Verkerk. Ze schrijft over het seksueel misbruik van een leeftijdsgenoot in haar eigen jeugd. Ze vertelt over de rol van omstanders, waaronder zijzelf, en hoe zij omgaan met het seksueel misbruik. De rol van de lokale kerk komt ook naar voren en is neutraal beschreven. Het is voor predikanten goed om te weten wat wel of niet kan in zo’n situatie. Het is goed om je ervan bewust te zijn dat je omstander bent en dat het ook in jouw kerk kan gebeuren.” Is er een bijbeltekst die met je meegaat?“Galaten 2:20: ‘Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij’ (NBV21) komt sinds mijn studietijd heel vaak terug in alles wat ik doe. Deze tekst helpt me om te beseffen dat het Christus is die in mij werkt, ook als ik faal. Het gaat niet om mij, maar om Hem.” Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?“Dat we als kerk terugkeren naar de kern. Soms bekruipt me het gevoel dat we vooral een vereniging zijn, en het mijn taak is om het bestaan ervan te waarborgen. Op die manier hoeft het niet van mij. Het gaat niet om de structuur en de gewoonten, maar om het samen zoeken naar hoe we Jezus kunnen volgen. Als we dat doen, blijven we gericht op Christus. Alleen Hij geeft ons hoop voor de toekomst.” Lees meer in de serie over de voorgangers in de Protestantse Kerk: lees verder |
||
Beleef The Passion in de gemeente met een kijkavond
Muzikaal paasverhaalOp Witte Donderdag 28 maart vindt de 14e editie van het KRO-NCRV-programma The Passion plaats in Zeist. The Passion brengt het paasverhaal op een vernieuwende, muzikale manier onder de aandacht van veel mensen die niet (meer) in een kerk komen. Jaarlijks ritueel“The Passion brengt het paasverhaal over het sterven en de opstanding van Jezus dicht bij miljoenen Nederlanders”, zegt Jurjen de Groot, directeur van de dienstenorganisatie. “Het is een jaarlijks ritueel geworden waar veel mensen stilstaan bij waar het echt om draait in het leven. Daarbij is een grote rol weggelegd voor de kerkgemeenschappen in het hele land. Het samen kijken van The Passion is namelijk een mooie missionaire kans.” Gratis The Passion pakketOrganiseer daarom een laagdrempelige kijkavond waarbij mensen van buiten de kerk samenkomen om in jouw kerkgebouw live The Passion te kijken. In het pakket vind je materialen die je ondersteunen om deze avond goed te organiseren. Naast promotiematerialen zoals posters en uitnodigingen zit er een beknopte handleiding in het pakket. Hier wordt stap voor stap beschreven wat belangrijke aandachtspunten zijn. Daarnaast zitten er setjes gesprekskaarten in het pakket om na afloop van The Passion door te praten over het paasevangelie. Je kunt deze avond aangrijpen als een start van bijvoorbeeld de Alphacursus, de campagne Samen tegen Armoede, de Paaschallenge of een andere samenkomst waarmee je mensen de kans geeft om op een laagdrempelige manier kennis te maken met jouw gemeente. Passionpakket voor gemeentenThe Passion 2024 wordt live vanuit Zeist uitgezonden op Witte Donderdag 28 maart om 20.30 uur bij KRO-NCRV op NPO 1. lees verder |
||
Voedt het lijdensverhaal anti-joodse gevoelens?
Woorden hebben krachtHet waren de woorden van een bezoeker aan Yad Vashem, het monument en herinneringscentrum voor de zes miljoen omgekomen Joden in de Tweede Wereldoorlog: ‘En dat allemaal omdat ze geroepen hebben: ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!’ Woorden hebben kracht. In het Duits wordt wel gesproken over de ‘Wirkungsgeschichte’ (de werkingsgeschiedenis) van een bijbelgedeelte of een bijbeltekst. Hoezeer deze uitdrukking van toepassing is, blijkt wel uit deze tekst uit het lijdensverhaal. Zo zei Maarten Luther in een preek over de uitroep in Matteüs 27:25: ‘Ook vandaag de dag nog, nu al bijna 1500 jaar lang, zitten zij in hun ellende en hebben nergens een blijvende stad. De joden gaan vandaag nog gebukt onder het bloed van Christus, dat zal ze uiteindelijk ook in de hel neerdrukken.’ In een kinderbijbelEen meer recent voorbeeld kwam ik tegen in een kinderbijbel, waar we verplaatst worden naar het moment dat Jezus voor Pilatus staat. De Romeinse gouverneur over Judea laat een schaal met water komen, waarin hij vervolgens zijn handen in onschuld wast. De vertelling gaat verder: ‘En dan? O, ik durf het haast niet te vertellen, dan antwoordt die verdwaasde menigte: "Dat nemen wij voor onze rekening. Wij zijn voor dat bloed niet bevreesd. Het bloed van die Nazarener? Wel, dat mag over ons en over onze kinderen komen.” Die dwazen! Ze weten niet wat ze zeggen. Ze beseffen de gevolgen niet van die gruwelijke woorden. Schaamteloos roepen zij het bloed van Christus, in zijn straffende en wrekende kracht, over zichzelf én over hun kinderen uit. Hoe durven ze! Dat bloed is over hen gekomen! (...) In de eeuwen die daarop volgden, zijn de Joden verdrukt en vervolgd. Overal werden ze gehaat en veracht. Nergens waren ze veilig. Nergens kregen ze rust. Dat bloed achtervolgt de Joden tot de dag van heden. Ze hebben het geweten dat ze die vreselijke woorden onbedacht uitgesproken hebben.’ Antisemitisme werd gevoedWanneer je dit op je in laat werken, begrijp je dat ds. Nico ter Linden schrijft: 'Hadden die woorden maar nooit in het evangelie gestaan!’ Want bewust, en ongetwijfeld vaak ook onbewust, zijn deze woorden uit het lijdensverhaal een aanjager geweest voor negatieve uitingen en gedragingen van christenen ten opzichte van het Joodse volk. Ze werden gebruikt als een ‘christelijke verklaring’ voor de ellende die de Joden overkwam: ze hebben het over zichzelf en hun nageslacht afgeroepen en zullen daarom deze vervloeking moeten dragen. Het antisemitisme Pijl naar beneden Lees ook de vierdelige serie van Bart Wallet over antisemitisme werd erdoor gelegitimeerd en gevoed. Zelfonderzoek en correctieDe roeping die we als kerk hebben in het ontmaskeren en bestrijden van dit hardnekkige kwaad begint dus dicht bij huis. Hoe lezen en begrijpen wij de Bijbel? Zijn we ons - ook in deze tijd van het kerkelijk jaar - bewust van vooroordelen die ons lezen en verstaan bepalen? Het is goed dat we onszelf op dit punt voortdurend kritisch onderzoeken en waar nodig laten corrigeren. Eerlijk beeld krijgenDaarbij hoeven we lastige bijbelteksten niet weg te exegetiseren, maar we moeten er evenmin in lezen wat er niet staat. Om een eerlijk beeld van de hierboven aangehaalde tekst uit Matteüs te krijgen, moet je deze lezen tegen de achtergrond van het Oude Testament. Daar is de roep om het bloed op iemands hoofd geen zelfvervloeking, maar ergens ‘verantwoordelijkheid voor nemen’. Dr. Simon Schoon verwijst in dit verband naar 1 Koningen 2:31-33 en schrijft: ‘In het geval dat een moord of een ander vergrijp nog niet is gepleegd, is de term een waarschuwing dat men verantwoordelijk gehouden zal worden wanneer de misdaad begaan wordt. Dat laatste lijkt aan te sluiten bij Matteüs 27:26: 'De misdaad is nog niet gepleegd, maar het volk is bij voorbaat bereid de volle verantwoordelijkheid voor de veroordeling van Jezus van Pilatus over te nemen.’ Geen legitimatieDat is ernstig genoeg, maar mag toch nooit gezien worden als een legitimatie van alles wat het Joodse volk de geschiedenis door heeft moeten ondergaan. Wie zal durven beweren dat de aanwezigen toen en daar - hoeveel konden er eigenlijk staan op de binnenplaats van de burcht Antonia? - representatief waren voor het volk als geheel, laat staan voor het volk van alle eeuwen? En als we in deze weken Lied 576 van Paul Gerhardt zingen: ‘O Heer, uw smaad en wonden, ja, alles wat Gij duldt, om mij is het, mijn zonden, mijn schuld, mijn grote schuld’, dan kunnen we toch onmogelijk tegelijkertijd zeggen: maar het Joodse volk is tot in de verre toekomst in de beklaagdenbank gezet, omdat zij daarvoor voor altijd schuldig zouden zijn? Had ik toen en daar voor Pilatus gestaan, dan zou ik zo mee geroepen kunnen hebben. Verbonden met zijn volkOnwillekeurig zie ik het schilderij De witte kruisiging voor me dat Marc Chagall in 1938, het jaar van de Kristallnacht, schilderde. Chagall beeldt Jezus af als Jood met een gebedsmantel als een lendendoek te midden van zijn lijdende Joodse volk. Aangrijpend en diep. En in het evangelie hoor ik Hem bidden: ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.’ (Lucas 23:34) Zou dat gebed naast de Romeinse soldaten die het vonnis uitvoerden, niet evengoed gelden voor hen die de verantwoordelijkheid voor Jezus’ kruisdood op zich genomen hadden? lees verder |
||
In actie voor de Voedselbank? Bestel de gratis voedseltas!
De armoede in ons land groeit: een miljoen Nederlanders leeft onder de armoedegrens. Een groeiend aantal kinderen gaat met een lege maag naar school. Vanuit 172 lokale voedselbanken en met 13.000 onbetaalde vrijwilligers helpt de Voedselbank wekelijks zo’n 120.000 mensen, waarvan een derde kind is. Gezinnen die gebruikmaken van de Voedselbank zouden anders niet genoeg te eten hebben. Tekort aan houdbare productenDe Voedselbank is volledig afhankelijk van voedseldonaties, waardoor de voedselvoorziening verschilt per week. Veel voedsel komt van bedrijven en supermarkten. Het goede nieuws is dat zij steeds minder voedsel verspillen. Het minder goede nieuws is: daardoor blijft er minder over voor de voedselbanken. Er is vooral een tekort aan houdbare producten als zonnebloemolie, rijst en koffie. Daarom heeft de Voedselbank de hulp van de Protestantse Kerk en Kerk in Actie ingeroepen, en gevraagd of kerkleden kunnen meehelpen deze producten in te zamelen. Het complete lijstje vind je hier. Organiseer je met je gemeente een actie voor de Voedselbank? Wijs je gemeenteleden op de voedseltas van Kerk in Actie. Via kerkinactie.nl/tas kunnen ze deze tas gratis bestellen. Overzicht van alle inleverpunten voor de Voedselbank Dit berichtje kun je in het kerkblad of in de kerkapp plaatsen: Een gratis tas voor inzameling producten VoedselbankMeer dan een miljoen mensen in Nederland leven in armoede. De Voedselbank kan de vraag nauwelijks aan. Jij kunt in actie komen! Door het inzamelen van lang houdbare producten wordt de Voedselbank enorm geholpen. Kerk in Actie heeft een hippe, duurzame gratis tas beschikbaar, waarin je de producten naar de kerk kunt brengen. Bestel de gratis tas via kerkinactie.nl/tas. Lees ook: Tassen vol voor de Voedselbanklees verder |
||
Aandachtspunten en tijdlijn voor jaarrekening 2023
Over een paar maanden wordt het boekjaar 2023 afgesloten. De Classicale Colleges voor de Behandeling van Beheerszaken (CCBB’s)zijn, mede in verband met de ANBI-status van de Protestantse Kerk, verplicht een strak schema aan te houden voor de inleverdatum van de jaarrekening. Uiterlijk 15 juni 2024 moeten de jaarrekeningen over 2023 ingeleverd zijn. Daarvoor is het goed dat gemeenten intern maatregelen treffen. In onderstaand overzicht een tijdlijn, die je ook kunt afstemmen met een extern boekhoud- of accountantskantoor. Tijdlijn 2024
Deze tijdlijn is een advies. Je kunt de tijdlijn aanpassen aan de vergaderdata van je colleges. De einddatum is wel van belang; alleen om gegronde redenen kan uitstel worden aangevraagd bij het CCBB. ANBIVrijwel alle gemeenten en diaconieën hebben informatie op de ANBI-pagina van hun website staan. Volgens de ANBI-regels is het noodzakelijk dat deze informatie actueel is, dat er een up-to-date beleidsplan te vinden is, en dat het KvK-nummer wordt vermeld. De link die onder Ai2 in FRIS getoond wordt en die in LRP is opgegeven, moet rechtstreeks naar de ANBI-pagina van de gemeente leiden. Check de website of alles goed is ingevuld. Zie voor een verdere toelichting en eventuele automatische koppeling de handleiding. * In verband met de ANBI-status van de Protestantse Kerk is het verplicht dat de gegevens vóór 1 juli 2024 op de website van de plaatselijke gemeenten zijn bijgewerkt. Lees er hier meer over. Aandachtspunten bij jaarrekening 20231. Maak een juiste waardering voor vaste activa en beleggingenVrijwel alle gemeenten hebben inmiddels de stap naar de nieuwe waarderingsgrondslagen gemaakt. Daarbij moeten herwaarderingen en koersverschillen, die door FRIS als incidentele baten worden verantwoord, nog worden toegevoegd aan de bestemmingsreserves op de balans. Let op de splitsing van onroerende zaken en de daarmee verband houdende herwaarderingsreserves in kerkelijke (21.95) en niet-kerkelijke activa (21.94). Mogelijk moeten zowel in de eigen administratie als in FRIS overboekingen gedaan worden. 2. Verantwoord de voorzieningenDe voorzieningen op de jaarrekening moeten toereikend zijn en gebaseerd op een onderhoudsplan. Deze vallen niet onder de bestemmingsreserves in rubriek 21 maar onder de voorzieningen in rubriek 22. Als ze wel in rubriek 21 staan, moeten ze worden overgeboekt. Zie de handleiding onder ‘Balans C5 Eigen vermogen’. 3. Voeg een bestuursverslag toeBij de jaarrekening moet een bestuursverslag worden gevoegd met daarin een toelichting op de financiële cijfers, op bijzondere ontwikkelingen in het afgelopen jaar en op mogelijke ontwikkelingen in 2024. 4. Schrijf een beleggingsstatuutElke gemeente, diaconie of protestantse stichting die belegt moet vrijwel altijd een of meerdere beleggingsstatuten hebben en naar het CCBB sturen. Het CCBB beoordeelt of het statuut voldoet aan de richtlijn beleggingen van de Protestantse Kerk in Nederland. Deze richtlijn, met een toelichting en een aantal voorbeelden van beleggingsstatuten, is te vinden op de themapagina Beleggen. Het beleggingsstatuut is pas definitief als het CCBB akkoord is en dit schriftelijk heeft meegedeeld aan de (algemene) kerkenraad. 5. Voeg financieel overzicht bij eigen begraafplaats toeGemeenten met een eigen begraafplaats voegen een financieel overzicht van de begraafplaats als bijlage aan de jaarrekening toe. Een sjabloon hiervoor is, net als het controleprogramma, te downloaden op de website of in FRIS onder de bijlagen. Zoekfuncties en hulp in FRISOp elk FRIS-scherm kun je het vraagtekentje en de betreffende handleiding aanklikken voor een toelichting. Daar vind je informatie over onder meer jaarrekeningen, meerjarenramingen en de richtlijnen. Als je ‘richtlijnen GCBB’ hebt aangeklikt kun je daarna met Ctrl-F onder A, B, C, D en E zoeken op het woord ‘naam’. Voor andere vragen en verdere ondersteuning kun je terecht bij de FRIS-helpdesk via fris-help@protestantsekerk.nl. lees verder |
||
Materialen voor Biddag voor gewas en arbeid
De wereld om ons heen vertelt ons dagelijks dat alles maakbaar is. We gaan om met de aarde alsof die ons bezit is. In werkelijkheid zijn we geschapen in afhankelijkheid van elkaar, van de aarde en uiteindelijk van onze Schepper. Biddag is een dag die ons erbij bepaalt dat alles wat we ontvangen een geschenk is. Biddend ons werk doenWe mogen biddend ons werk doen, in de verwachting dat God ons geeft wat we nodig hebben. ‘De gemeente van Christus is een biddende gemeenschap. In het gebed wordt haar antwoord openbaar op het Woord van God dat haar heeft geschapen. Daarom is het gebed als dankzegging en aanbidding, als belijdenis en voorbede, als regelmatig vragen en aanroeping in de nood, als verhaal van vrede en als kreet uit de diepte. Het meest onvervreemdbaar kenmerk van het kerk-zijn.’ In de samenkomsten van de gemeente bidden we gezamenlijk tot God en worden we gestimuleerd om het gebed vol te houden als we weer de wereld in gezonden worden. (Uit: ‘De weg van het gebed’ van dr. K.H. Miskotte) Liedsuggesties
Kinderliedjes
GebedEeuwige boer,Ploeg onze verlamming om tot moed.Zaai liefde in de voren van onze angst.Laat kracht groeien uit onze onmacht.Oogst toekomst voor ons samen. (Otto de Bruijne) Preekschetsen en kindermomentOp theologie.nl zijn diverse preekschetsen en suggesties voor het kindermoment te vinden. Raad van Kerken: Van crisisjaar naar jubeljaarKerk in Actie verzorgt in samenwerking met de Raad van Kerken materiaal voor de bid- en dankdagen. De brochure biedt bij het onderwerp 'van crisisjaar naar jubeljaar' verdieping en bezinning. De brochure bevat een achtergrondartikel, ervaringsverhalen, meditatieve teksten die aanhaken bij de teksten van de Bid- en Dankdag voor gewas én arbeid en de Zondag van de arbeid, en tot slot een artikel met betrekking tot jongeren en het thema. Proeven en pratenWaar komt jouw dagelijks brood vandaan? 'Proeven en praten over jouw dagelijks brood’ is een gezellige en leerzame manier om inzicht te krijgen in ons complexe voedselsysteem. Bereid samen een heerlijk driegangenmenu, en luister tijdens de maaltijd welke weg de producten op je bord hebben afgelegd. Kerk in Actie, Arocha en Micha Nederland ontwikkelden deze actuele werkvorm. Lees hoe 8 protestantse gemeenten uit de kop van Noord-Holland deze avond beleefden: Ontmoetingskerk Middenmeer: proeven en praten gaat prima samen3 feb 2023 Pijl naar rechtsSeizoenspakketten jeugdwerkVoor iedere leeftijdscategorie zijn er seizoenspakketten voor het jeugdwerk in de kerk beschikbaar. In de maand maart zijn er werkvormen te vinden die passen bij biddag. Bid- en dankdag map HGJBOntvang iedere biddag en dankdag een complete map met inhoudelijke doordenking van een bijbelgedeelte en uitgewerkte verwerkingsvormen. Verbindt kerk, school en gezin. Benieuwd naar de theologische achtergrond van biddag? Lees dan dit artikel: Biddag vieren in de Protestantse Kerk in Nederland14 feb 2020 Pijl naar rechts lees verder |
||
Vierde zondag van Pasen is voortaan Roepingenzondag
Voortaan is iedere vierde zondag van Pasen - zondag van de Goede Herder - ook Roepingenzondag. Dit is de derde zondag na Eerste Paasdag. Gemeenten worden gevraagd om in hun eredienst aandacht te besteden aan het onderwerp ‘roeping’ en te bidden om nieuwe voorgangers en werkers in de kerk. Binnenkort worden er liturgische suggesties voor deze zondag aangereikt via het leesrooster+ op deze site en er wordt materiaal ontwikkeld over het predikantschap voor jongeren en zij-instromers. Oecumenische traditieDe Protestantse Kerk sluit hiermee aan bij een oecumenische traditie. Ook de Rooms-Katholieke Kerk, Church of England en de Evangelische Kirche Deutschland houden op deze dag hun Roepingenzondag. De Protestantse Kerk sluit zich daar nu bij aan. Nieuwe voorgangers nodigIn de Protestantse Kerk dreigt een tekort aan predikanten. De komende jaren stoppen veel gemeentepredikanten - vanwege emeritaat - met hun werk, terwijl ook steeds minder studenten voor een opleiding theologie kiezen. Om het predikantentekort te bestrijden, is het van belang dat meer studenten kiezen voor de opleiding theologie. Scriba René de Reuver onderstreept het belang hiervan: “Steeds minder jongeren kiezen voor een studie theologie en het ambt van voorganger. Dat is jammer voor de kerk, en een gemiste kans. De kerk kan veel nieuwe voorgangers gebruiken. Bovendien is de studie uitdagend en het werk verrijkend. Op Roepingenzondag moedigen we daarom mensen aan om bij zichzelf na te gaan of ze zich geroepen weten om voorganger in onze kerk te worden.” Tegemoetkoming in studiekostenKortgeleden is er een studiefonds opgericht om zij-instromers die theologie willen studeren om gemeentepredikant te worden in de Protestantse Kerk financieel te ondersteunen. Onder andere het instellingsgeld kan hier gedurende de studieperiode mee gefinancierd worden. lees verder |
||
Wie was Karl Barth?
Predikant en hoogleraarOp 10 mei 1886 wordt in Bazel Karl Barth geboren, als zoon van Fritz Barth en Anna Sartorius. Hij trouwt in 1913 met Nelly Hoffmann. Net als zijn vader studeert Barth theologie. Na tien jaar predikant geweest te zijn, wordt hij in 1922 hoogleraar, eerst in Göttingen, daarna in Münster en Bonn. In Bonn maakt hij de machtsovername door Hitler mee. Wanneer hij in 1935 weigert de eed op Hitler af te leggen, wordt hij door de regering geschorst en ontslagen. Kort daarna wordt hij tot hoogleraar benoemd aan de Universiteit van Bazel. Daar werkt hij tot zijn emeritaat in 1961. Hij overlijdt op 10 december 1968 en wordt in Bazel op de begraafplaats Hörnli begraven. Wanneer hoorden wij voor het eerst van hem?Al in 1918 wordt een preek van Barth, die hij in 1916 in zijn gemeente te Safenwil gehouden heeft, in het Nederlands gepubliceerd. Barth is dan nog nauwelijks bekend. In die preek naar aanleiding van Ezechiël 13:1-16 gaat Barth in op de onrust die zijn radicale prediking in zijn gemeente oproept. Het is te gemakkelijk, stelt hij, die onrust toe te schrijven aan het karakter van de dominee. Hij wijst erop dat tussen Gods Geest en de geest van de mammon vrede onbestaanbaar is. God die onze vrede of behoefte aan rust verstoort is een thema dat in zijn werk telkens terugkeert. Waarmee is hij bekend geworden?Uit verbijstering over de steun van zijn theologische leermeesters aan de Duitse oorlogspolitiek in 1914 ziet Barth zich genoodzaakt tot een grondige herziening van zijn theologie. Hij grijpt terug op de Bijbel en de grote denkers uit het verleden. Hij gaat Paulus’ brief aan de Romeinen lezen vanuit de vraag wat daarin over ons en onze wereld gezegd wordt. Het leesverslag dat daaruit voortkomt publiceert hij in 1919, en het trekt de aandacht omdat hij daarin afscheid neemt van een optimistisch vooruitgangsdenken. Het levert Barth de uitnodiging op om in 1919 in het Duitse Tambach een lezing te geven op een bijeenkomst van religieus-socialisten. In deze lezing met de titel Der Christ in der Gesellschaft neemt hij afstand van een directe verbinding van geloof met socialisme, in die zin dat God in het socialisme te herkennen zou zijn. Wat hij in deze lezing aanduidt, werkt hij breed uit en scherpt hij aan in de tweede druk van zijn boek over de brief aan de Romeinen die hem in Duitsland maar ook in Nederland pas echt bekend maakt. De dragende gedachte van deze tweede druk is dat God God is en de mens mens. Er is geen enkel aanknopingspunt tussen onze wereld en God. Voor ons is en blijft God de vreemde, de onbekende. Bekend wordt God als Hij zich in Jezus Christus aan ons openbaart. Het nieuwe van zijn toekomst komt niet vanuit onze (denk)wereld op, maar raakt ons bestaan van buiten. Daarvoor gebruikt Barth het beeld van de loodlijn die ‘loodrecht van boven’ ons bestaan raakt. Deze fundamentele gedachte werkt Barth uit in zijn hoofdwerk, de Kirchliche Dogmatik. Het accent op de ‘diastase’, de absolute grens tussen hemel en aarde, nuanceert hij later. Het gaat niet alleen om de goddelijkheid van God, maar ook om de menselijkheid van God. Christus openbaart niet alleen wie God is, maar tegelijk ook wie de mens is. Van ons wordt niet alleen deemoed gevraagd, maar ook om mens te worden naar zijn hart dat Hij in Jezus Christus voor ons geopend heeft. Wat kunnen we in de plaatselijke gemeente in Nederland met zijn gedachtegoed?De theologie van Barth is en blijft voor de kerk en de gemeenten een waarschuwing om de volgorde van de heilige Schrift in het oog te houden. Godskennis begint niet bij ons, bij ons denken, onze twijfels, onze systemen. Wanneer we bij onszelf beginnen, wordt ons geloof de expressie van onze diepste gedachten, wensen of verlangens. Dan is het goed om kennis te nemen van de publicaties waarin Barth voor de gemeente de Apostolische geloofsbelijdenisVerder lezenWat wordt er beleden in de Apostolische Geloofsbelijdenis? uitlegt. Een voorbeeld daarvan is Dogmatik in Grundriß, in het Nederlands vertaald als De hoofdsom van de heilige leer (te vinden op karlbarth.nl). Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?Een directe doorwerking van Barths theologie vinden we in de kerkorde van onze kerk. Daarin wordt de betekenis van de Verklaring van BarmenVerder lezenDe ‘theologische verklaring’ van Barmen (1934) erkend voor het belijden van heden. De voornaamste opsteller van deze verklaring is Karl Barth. De verklaring werd in 1934 opgesteld om de kerk weerbaar te maken tegen de ideologie van de ‘Duitse christenen’ die het geloof in God, de Vader van Jezus Christus, met het nationaalsocialisme verbonden. Deze verklaring kan de kerk ook nu behoeden voor een verbinding van het geloof met de in onze tijd heersende ideologieën en opvattingen. Zij kan haar ook helpen om belijdend te spreken en te handelen. Lees meer in de serie theologische profielen: Wie is Riet Bons-Storm?lees verder |
||
De kerkwebsite anno 2024: 7 verbetertips
De meeste kerkwebsites zijn erg op de eigen achterban gericht, terwijl het een prachtig medium is om mensen in je directe omgeving te bereiken. Een website is namelijk laagdrempelig, open naar de hele wereld, je hebt er als kerk volledige zeggenschap over en het is een relatief goedkoop medium. Actueel en laagdrempelig“Een moderne kerkelijke website is allereerst toegankelijk en gebruiksvriendelijk. Daarnaast is het van belang dat de site actuele informatie bevat, zoals de tijden van kerkdiensten, activiteiten en contactgegevens”, zegt Jannieke Lindhout van De Aanjagers. De Aanjagers is een groep professionals die scholen, kerken en maatschappelijke organisaties helpt op het gebied van communicatie en ontwerp. Lindhout refereert aan de 'toptaken' van een kerkwebsite: dat wat een websitebezoeker het liefst zo snel mogelijk op een website doet. Het is een benadering van de Ierse ontwerpgoeroe Gerry McGovern die bepleit dat een website aantrekkelijk is als de 5 dingen die een kerkwebsitebezoeker het graagst wil doen, direct zichtbaar en aanklikbaar is. Gezicht naar buitenUiteraard staan dan de zondagse kerkdiensten op #1. De preek terugluisteren van de predikant hoort erbij, op #2. Daarna volgen activiteiten, bij wie je moet zijn, en actueel nieuws uit de gemeenschap. Sommige kerkwebsites schieten vervolgens bestuurlijk door: de kerkwebsite staat als organisatie-uiting vol details over missie, visie, allerlei zinvolle commissies, werkgroepen, contactpersonen. Maar vergeten vervolgens een iDeal-knop. Jannieke Lindhout herkent het. “Het opschrijven van de missie en visie geeft voor mij te weinig invulling aan evangelisatie of betekenis voor de maatschappelijke omgeving van een kerk.” Doe het niet, je kerkwebsite is geen vergaderclub maar een marketinginstrument: je gezicht naar buiten. Laat mensen zienOp dat vlak kan een kerkwebsite flink verbeteren. Een doorsnee kerkwebsite is erg op de eigen achterban gericht. Voor hen hebben we interne digitale nieuwsbrieven, het kerkbladVerder lezenHet kerkblad maken: zes tips ter verbetering en de kerkapp. Een kerkwebsite die vol extern gaat zonder het noemen van de kerkdiensten zijn gedurfde concepten, maar ze zijn er wel. Mensen uit de buurt komen niet snel in de kerk voor het zondagse evangelie, maar voor een klassiek concert, Open Monumentendag of de buurtbazar. En: mensen trekken mensen, zoals de glimlach van een baby de ouders doet glimlachen. Maak van dit inzicht gebruik op je kerkwebsite. “De uitstraling van een website loopt vaak achter op de warmte en levendigheid van een gemeente. We delen ons leven door verhalen”, zegt Lindhout. Dus laat mensen zien, interview hen en geef hun het podium op de kerkwebsite. Dat kan de slager op de hoek zijn of de scholier die in de pauze in het trapportaal zit te chillen, maar ook de gelovige bankier uit het dorp die zijn zaterdagmorgen opoffert om Nederlandse les te geven aan Oekraïnse vluchtelingen. Inspirerende verhalen trekken mensen. Zeven verbetertips om direct mee te beginnen
Prikkelende kerkwebsites
Aanbieders kerkwebsites
Lees meer in deze serie: Het kerkblad maken: zes tips ter verbeteringlees verder |
||
Ds. Franc de Ronde: 'Ik beleef veel voldoening aan huisbezoek"
Hoe ervaar je je roeping?"Ik ervaar mijn roeping steeds opnieuw. Bij het voorbereiden van de preek bijvoorbeeld realiseer ik me dat ik de gemeente verder wil helpen te begrijpen wat de oude teksten ons nu te zeggen hebben. Zoals afgelopen najaar bij de bespreking van het bijbelboek Jona, toen ik opeens besefte: dit gaat over mij, over ons: wij zijn Nineve. Ik krijg dat ook terug van gemeenteleden, dat de boodschap van het bijbelboek Jona op een nieuwe manier tot hen spreekt. In die wisselwerking wordt mijn roeping bevestigd. Ik ervaar dan dat ik op mijn plek ben." Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?"Het teamgevoel met de kerkenraad en met mijn collega-predikanten. Het gevoel dat ik gesteund word, bijvoorbeeld als iemand zegt voor me te bidden bij een lastige situatie. En de afwisseling in het werk. Ik heb het nodig om allround te werken." Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?"Ik kan best last hebben van stress. Wat mij helpt is om echt vrije tijd in te bouwen, mijn vrije dagen te bewaken en dan iets leuks te gaan doen. Naar buiten, naar een museum, een dagje naar Antwerpen. En soms haal ik het bevestigingsformulier van ambtsdragers erbij, om te lezen wat mijn taak is. Meer dan dat hoef ik niet te doen. Dat werkt relativerend. " Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?"Ik beleef veel voldoening aan huisbezoek. Ik ben nu anderhalf jaar predikant in Barendrecht, en ben nog bezig met de kennismakingsbezoeken. Ik vind het iedere keer weer heel bijzonder als mensen mij hun levensverhaal toevertrouwen, als ze vertellen wat ze met zich meedragen. Ook het uitdelen van het brood bij het heilig avondmaal vind ik bijzonder. Een eenvoudige handeling met een grote betekenis die me iedere keer weer ontroert. En een echt contactmoment met de gemeenteleden." Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?"Vorig jaar heb ik de PThU-cursus 'Van U is de aarde' gevolgd, over hoe we ons als kerkelijke gemeenten theologisch verhouden tot de aarde die we bewonen en bewerken. De Dorpskerk heeft een mooie kerktuin. Er kwam een strook vrij, waar we een project van gemaakt hebben. We laten het deels een wilde tuin zijn, een ecologische groenstrook voor insecten en andere beestjes. Het was een zinvolle cursus, en een mooi samenwerkingsproject met de werkgroep kerktuin." Met welke andersgelovige in je omgeving zou je graag een keer aan tafel zitten?"Ik vind de joods-christelijke dialoog heel inspirerend, en ik had graag gesproken met rabbijn Jonathan Sacks en met de joodse filosoof Emmanuel Levinas. Dicht bij huis denk ik aan burgemeester Aboutaleb van Rotterdam. Ik zou met hem willen spreken over hoe je onvrede in je stad te lijf gaat, hoe je opkomt voor mensen aan de onderkant van de samenleving, hoe je echt iets voor hen kunt betekenen." Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?"Het boek 'De tuinen van Buitenzorg' van Jan Brokken, een familiedocument waarvoor hij brieven van zijn ouders heeft gebruikt die in het toenmalige Nederlands-Indië hebben gewoond. Het boek geeft inzicht in de koloniale verhoudingen en de verschillende kanten van zending. Zending was verweven met de koloniale verhoudingen, maar de zendelingen kwamen echt op voor de lokale bevolking. Een heel interessant boek. Ook de podcast 'Leven na de groei' van Paul Schenderling wil ik noemen, over hoe je de economie anders in kunt richten. Een heel zinvolle bijdrage aan het publieke debat." Is er een bijbeltekst die met je meegaat?"De tekst uit Filippenzen 2 die ik meekreeg bij mijn intrede in Koudekerk aan den Rijn. Over Christus die waarlijk mens is geworden, en wat dat zegt over hoe je met elkaar omgaat in de gemeente. Die tekst spreekt me altijd weer aan." Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?"Ik hoop dat de gemeenschappen hun vreugde bewaren, ook als ze kleiner worden en als de samenleving minder op heeft met het christelijk geloof. Dat ze volhouden, doorgaan, het plezier van het geloof bewaren. Ik denk dat deze hoop reëel is." Lees meer in de online serie over voorgangers in de Protestantse Kerk: Martijn de Jong: “Er zijn steeds weer kleine vonkjes van nieuw geloof”lees verder |
||
De ‘theologische verklaring’ van Barmen (1934)
Hoe is deze geloofsbelijdenis tot stand gekomen?Toen Adolf Hitler op 30 januari 1933 in Duitsland aan de macht kwam, waren met name de protestanten in Duitsland in overgrote meerderheid positief en velen zelfs euforisch. De levensbeschouwelijk ‘neutrale’ republiek van Weimar was verleden tijd, eindelijk was er weer een regering ‘op de grondslag van een positief christendom’! Bij kerkelijke verkiezingen in de zomer van 1933 behaalde de ‘geloofsbeweging’ Deutsche Christen een twee derde meerderheid in de synode. Deze Deutsche Christen waren van mening dat de nationaalsocialistische ideologie naadloos aansloot op de Bijbelse boodschap, hetgeen in de praktijk betekende dat prediking en kerkelijke praktijk onderhorig werden aan de nazistaat. Een minderheid in de protestantse kerken keerde zich tegen deze vermenging van ideologie en evangelie, wat overigens niet per se inhield dat men Hitler en de nazistaat afwees en politieke oppositie vormde. Er was Hitler veel aan gelegen om de Duitse protestantse kerken als een gesloten blok achter zich te krijgen. Andere ‘spelers’ in het publieke domein, zoals de politieke partijen en de vakbonden, werden voortvarend en probleemloos uitgeschakeld of ingelijfd, maar met de kerk zou dat veel moeilijker zijn. Daarom oefende hij op een indirecte manier druk uit op de kerken om zich samen te voegen tot één Duitse protestantse kerk, in de geest van de Deutsche Christen. De nieuw gekozen synode die begin september 1933 vergaderde, zette predikanten en andere kerkelijke functionarissen van joodse oorsprong op non-actief, wat velen in de kerk tot het besef bracht dat de belijdenis zelf in het geding was. Toen enkele maanden later, op 13 november 1933, op een grote manifestatie van de Deutsche Christen in Berlijn werd geëist dat de kerk het Oude Testament als joods boek met zijn ‘hoeren’ en ‘loonmoraal’ moest afzweren, zwol het protest daartegen sterk aan en verlieten velen de Deutsche Christen. Tegelijk werd van regeringszijde de druk op de kerk om zich aan te passen opgevoerd, met als gevolg dat een aantal protestantse kerken voor eind mei 1934 een synode in Wuppertal-Barmen bijeenriepen. Men vroeg een drietal theologen, onder wie de bekende gereformeerde professor Karl Barth, om een verklaring op te stellen die de Duitse christenheid oriëntatie zou bieden en naar de overheid duidelijkheid zou verschaffen. Hoewel de aanwezigen heel verschillend over de nieuwe nazistaat dachten – een afgevaardigde uit Beieren zat er met de gouden lidmaatschapsspeld van de NSDAP! – werd de ‘theologische verklaring’ van Barmen unaniem aangenomen. Ze werd tot het ‘Magna Carta’ van de Belijdende Kerk. Wat is de essentie van deze geloofsbelijdenis?De opbouw van de zes stellingen van deze ‘theologische verklaring’ van Barmen is steeds: eerst (een) bijbelwoord(en), steeds bewust gekozen uit het Nieuwe Testament – het deel van de Bijbel dat de Deutsche Christen nog wel als gezaghebbende Heilige Schrift erkenden –, daarna een daarop gebaseerde positieve belijdende uitspraak, uitlopend op een ‘nee’ tegen wat met de Bijbelse boodschap niet strookte. Boven de eerste stelling staan woorden uit het evangelie naar Johannes: dat alleen Jezus Christus ‘de weg, de waarheid en het leven’ (14:6) mag heten, en dat niemand tot God komt dan door Hem (10:1,9). Alleen Hem hebben we in leven en sterven te vertrouwen en te gehoorzamen. Dat leidt direct tot de afwijzing van de opvatting dat de kerk daarnaast andere gebeurtenissen - zoals de machtsovername van Hitler -, machten, gestalten en waarheden als Gods openbaring zou kunnen en mogen erkennen. De tweede stelling belijdt dat Jezus Christus, even werkelijk als Hij Gods toezegging van zijn vergeving is, ook zijn aanspraak op heel ons leven is. Hij bevrijdt ons uit de god-loze bindingen van deze wereld tot een vrije en dankbare dienst aan zijn schepselen. Er zijn geen terreinen in ons leven waar we niet aan Jezus Christus maar aan andere heren zouden toebehoren. We mogen de staat of wie of wat dan ook geen eigen speelruimte buiten Gods openbaring toekennen, met eigen wetten. Nergens kunnen we zonder de rechtvaardiging en heiliging door Jezus Christus. Men heeft wel gezegd dat deze ‘theologische verklaring’ van Barmen de mogelijkheid open liet om tegelijk belijdend christen en nationaalsocialist te zijn. Maar al spreekt de synode niet in directe zin politiek, tegelijk is het zo dat Barmen iedere totalitaire staat in het hart treft. Voor het nationaalsocialisme was het wezenlijk dat de gehoorzaamheid aan Hitler boven alles ging. Daar ging in Barmen een streep doorheen. De ‘theologische verklaring’ van Barmen mocht van de meerderheid geen ‘belijdenis’ heten. Toch valt moeilijk te ontkennen dat ze dat wel degelijk was. De kerk verwoordde er eenvoudig en ondubbelzinnig in wie Jezus Christus vandaag voor ons is, om het vervolgens aan de heilige Geest over te laten om de mensen ertoe te brengen in echte vrijheid te doen beseffen wat dat concreet betekent, en daar dan ook in de praktijk ernst mee te maken. De aanleiding tot de vorming van een ‘Belijdende Kerk’, namelijk het verwijderen van christenen van joodse origine uit kerkelijke ambten en functies, ontbreekt helaas in de ‘theologische verklaring’ van Barmen. Ze is erin geïmpliceerd, maar ze had ook benoemd moeten worden. Tegelijk gebiedt de nuchterheid te erkennen dat er dan naar alle waarschijnlijkheid geen ‘theologische verklaring’ van Barmen tot stand zou zijn gekomen. Hoe klinkt deze geloofsbelijdenis door in het huidige kerk-zijn?In ons land heeft de ‘theologische verklaring’ van Barmen een aantal hervormde theologen ertoe gebracht om in 1939 de zgn. ‘Amersfoortse stellingen’ te formuleren, waarin men een stap verder ging dan Barmen, in die zin dat men het kwaad van het antisemitisme helder benoemde en afwees. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de belijdenis van Barmen inhoudelijk in vele landen en kerken doorgewerkt. Ze heeft christenen geholpen om in politiek opzicht nieuwe wegen te gaan, positief-kritisch mee te werken aan de opbouw van de samenleving. Daarnaast heeft de structuur van de belijdenis van Barmen christenen als een soort ‘format’ gediend voor concrete belijdenissen en stellingnames, zoals de Belijdenis van Belhar in Zuid-Afrika (1986) en de oproep van een groot aantal theologen uit onder meer Oekraïne en Rusland tegen de ideologie achter de Russische inval in Oekraïne. Ook de Protestantse Kerk in Nederland erkent in haar kerkorde ‘de betekenis van de Theologische Verklaring van Barmen voor het belijden in het heden’. Wat je ook nog moet weten over deze geloofsbelijdenis …Barmen heeft van begin af aan onder vuur gelegen, met name van de kant van de lutheranen. Barth zelf grapte naderhand dat, terwijl de ‘lutherse kerk’ – daarmee doelde hij op de andere leden van het voorbereidingsgroepje, de lutheranen Hans Asmussen en Thomas Breit – had geslapen, de ‘gereformeerde kerk’ de stellingen op papier had gezet. Dat deze ‘theologische verklaring’ zo kon worden ingediend was overigens ook en nog meer te danken aan het feit dat de strikte lutheraan Hermann Sasse, die ook was aangewezen voor de voorbereidingsgroep, door ziekte niet in staat was aan het voorbereidend overleg deel te nemen. In augustus 1933 had hij al samen met Dietrich Bonhoeffer een proeve van belijdenis – het ‘Betheler Bekenntnis’ – geschreven, waarin wél over de joden werd gesproken. Sasse was wel aanwezig op de synode van Barmen, maar had er bezwaar tegen dat de synode met de ‘theologische verklaring’ in feite een belijdenis deed uitgaan. Hij verliet de synode vóór de stemming, om niet de unanimiteit te schaden. Lees meer in de serie 'Belijdenissen afgestoft': De Nederlandse Geloofsbelijdenislees verder |
||